Geloof in 14 punten
![]() Golgotha, het lege graf, een vis (ichthus)
1 Ik geloof dat er iets is, een goede macht, een creatieve kracht die al wat is laat bestaan en al wat gebeurt laat geschieden: het geheim van de werkelijkheid. Wereldwijd hebben mensen iets van 'God' opgevangen en in hun godsdiensten vormgegeven. Uiteraard tijdgebonden en in zekere zin misvormd onder invloed van (4). 2 In de geschiedenis van Israël zijn het Abraham, Mozes en de profeten die de stem van God vernemen. Zij geven aan dat de schepping goed is, en dat er iets te doen is: vertrouwend leven, goed zijn voor elkaar en zorgvuldig met de natuur omgaan. 3 Zij spreken ook van een Verbond van hun God Jahweh met zijn volk. Van aanwijzingen in de vorm van geboden en verboden en verhalen. Zij leren dat Israël geroepen is om aan de wereld voor te leven hoe goed het is om die God te kennen en te dienen. Als Israël keer op keer daarin faalt vanwege (4) en zijn hoge roeping niet weet waar te maken, spreken profeten van een Nieuw Verbond. Want dat God het zou opgeven, dat is ondenkbaar. 4 Door honger, dorst, armoede, koude, ziekte, pijn, schaamte, schuld, eenzaamheid, verdriet, noodlot, gevaar, ongelukken en dood gaat het bij Israël en de volken mis. Als mensen voelen we ons nu eenmaal bedreigd door die vele vormen van niet-zijn. We durven niet argeloos te leven en vertrouwend er te zijn. Bezorgd zoeken we een houvast in dingen om te hebben: geld, goederen, diploma's, ideologie, cultus, werk, afleiding, wetenschap, techniek, prestaties enz. Die zgn zekerheden vinden we zo belangrijk, dat we die ophemelen tot goden en machten. Door die gerichtheid op zelfbehoud zijn we van God, van de mensen om ons heen en van de natuur vervreemd geraakt en roepen we onheil en dood over ons af. 5 In de geschiedenis van Israël is er één die God oprecht liefheeft met al wat in hem is, en de mensen om hem heen al net zo: Jezus. Goden en machten krijgen op hem geen vat. Hij heeft dan ook niets: geen gezin, geen huis, geen bedrijf, geen status. Zelfs zijn leven beschouwt hij niet als zijn bezit. Door hem zal God zijn plan realiseren. Helemaal leeg van zelfzucht is Jezus de Ware Mens die volmaakt aan God is toegewijd, beschikbaar voor zijn plan. Helemaal vol van Gods liefde is hij de Zoon van God die omziet naar zieken, verlamden, hoeren en tollenaars om hun levens terecht te brengen. 6 Zo leeg van ik-zucht en zo vol van goedheid, dat verdragen de mensen niet. Ze (wij) hebben teveel te verliezen. Daarom ondervindt hij steeds meer tegenwerking en vijandschap. Hij gaat dat niet uit de weg en blijft provoceren. Zo komt niet alleen Gods liefde in Jezus naar voren, maar ook het geweld dat in mensen schuilt. Tenslotte laten zelfs zijn vrienden hem in de steek. In naam van het geloof wordt hij veroordeeld, gekruisigd en begraven. 7 We begrijpen maar al te goed waarom de mensen toen deden zoals ze deden. Als ik toen erbij was geweest, was het niet anders gelopen. Zo opent deze geschiedenis de ogen voor het geweld dat in mij en alle mensen schuilt. Ik zak door de grond van schaamte dat ik zozeer door wantrouwen, wanhoop en wanliefde word gedreven. De angst voor het niet-zijn verknoeit ons mensen. Dat is zonde. 8 Goddank eindigt het hier niet. Ten derde dage staat Jezus op uit het rijk van de dood. Gods liefde in Jezus laat zich door ons geweld niet doven. Hij wilde het hebben en hij kon het hebben. De dood is dood! De beslissende slag is geleverd (D-Day). 9 Als ik dat tot me door laat dringen, is er voor wantrouwen, wanhoop en wanliefde geen voedingsboden meer. De angst voor het niet-zijn maakt plaats voor vreugde om er te mogen zijn. Geloof (vertrouwen), hoop en liefde komen op gang. Ik laat het oude achter mij en sta op als een nieuwe mens. Ik leef in een Nieuw Verbond. Eigenlijk is het God die dat bewerkt: Hij neemt me voor Zich in door deze geschiedenis van Jezus. Dat is het evangelie, het goede nieuws van de verzoening die de vervreemding (4) opheft. 10 Als christen-gelovige hoor ik samen bij al die anderen die zich ook dood schamen en blij verrast werden opgewekt tot een leven van geloof, hoop en liefde. Dat nieuwe volk uit Israël en de andere volken heet de ekklesia: de kerk of de gemeente. Die staat open voor alle mensen en doet zijn best om iedereen met het evangelie bekend te maken. In de hoop dat het gehoor vindt en mensen zich gewonnen geven aan Gods Geest die het nieuwe leven wekt. 11 Het evangelie leidt tot een nieuw verstaan van de tijd: heden, verleden en toekomst zijn voorwerp van Gods reddende handelen. Hij is niet alleen de Schepper die passief toekijkt hoe alles bestaat en gebeurt. Hij is de Heer van de geschiedenis die een plan heeft en zo de dingen leidt, dat alles moet meewerken ten goede. Dat valt niet na te rekenen of aan te tonen. Op de waarom-vragen is geen daarom te vinden dat bevredigend is. Het is wel een vertrouwen in wie of wat op het eind van alles de touwtjes in handen heeft. Wie op de V-Day de winnaar zal blijken te zijn. 12 Het evangelie brengt nieuwe inzichten met zich mee over oorsprong en bestemming van de schepping: op een grandioze manier realiseert God zijn plan met mens en wereld. Het komt goed, ook al gaat het door de diepte heen, omdat Hij zo vasthoudend is. Uiteindelijk zal het zijn 'God alles in allen'. Dan is de vervreemding voorgoed voorbij, de verzoening compleet. De schepping is op de redding in Christus aangelegd. 13 Alles overziend moeten we onze eerste indrukken en gedachten over 'Iets' dat wij God noemen bijstellen. Wij komen met één woord niet meer uit. Er is een drievoudig onderscheid in God:
Waarom mijn geloof in punten samengevat? Zie samenvatting geloof | ||
terug | ||