Het Vaderhuis met de vele woningen Het Vaderhuis met de vele woningen

A      Het Vaderhuis met de vele woningen (Joh 14: 2).

Ik heb altijd gedacht: dat gaat over de hemel.

En dat wij op het eind van ons leven daar naar toe mogen

Maar bij nader inzien gaat het daar niet over.
Het hoort er wel bij...

En we komen er straks wel op terug.

Maar dat Vaderhuis waar Jezus van spreekt,

dat kan hij daar in Jeruzalem zo aanwijzen.

Hij is er vlakbij: het is de tempel

Een enorm complex van 500 bij 250 meter

Het hoofdgebouw, de tempel midden op een groot plein

Het geheel omringd door muren

met ingebouwde kamers en zalen en woningen

Soms drie etages op elkaar.

Al die woningen maken eigenlijk al duidelijk:
God wil mensen om zich heen.

Hij wil bij mensen wonen



B      Bij iemand wonen...

Dat is nog niet zo eenvoudig.

Dan moet je wel elkaar liggen

Beter nog: van elkaar houden.

Ik denk maar een echtpaar Jaap en Jannie

dat zijn niet zomaar twee neutrale mensen

toevallig samen onder hetzelfde dak terecht gekomen.

Het zijn twee partners, door liefde verbonden, man en vrouw

En als Jaap van huis is, is Jannie in zijn hart.

Zijn licht, zijn vreugde, zijn alles.

En omgekeerd als Jannie op stap is, al net zo:
Dan heeft ze Jaap in haar hart bij zich.

Daarom willen Jaap en Jannie zo graag als ze oud worden
Tot het laatst toe bij elkaar blijven

En het het liefst ook nog: in dat huis

op de plek vol herinneringen aan al die jaren samen



C     Dat is wat God wil: zo bij ons mensen wonen

Bij ieder van ons.

Maar we kunnen toch niet allemaal naar de tempel verhuizen?
Nee, maar dat hoeft ook niet:
Kijk maar naar Jezus:

In hem woont God...

Vader noemt hij hem....en hij voelt zichzelf Gods Zoon.

Tussen die twee is ook dat intieme

die band van liefde en vertrouwen

net als tussen Jaap en Jannie



D      En nu zegt Jezus tegen zijn leerlingen

- en over de eeuwen heen tegen ons: -

Dat mooie, dat ik met mijn Vader heb

dat innige, dat vertrouwelijke

dat is er voor iedereen.

Ik ga dat mogelijk maken.


Dat lijkt dan eerst te mislukken.

Want juist omdat hij dit wil

en zo royaal over God spreekt,

daarom moeten de mensen hem niet meer.

Ze verraden, bespotten en kruisigen hem.


Maar ondertussen blijft hij zichzelf:

vol met Gods liefde voor mensen

En al dat geweld van onze kant....hij nam het voor lief.

Hij wilde het hebben...

Hij kon het hebben ook, blijkt op de morgen van Pasen


Wie kan er nu nog inzitten

over Gods liefde, en zijn trouw aan mensen?

over zijn macht over leven en dood?

Als dat tot je doordringt

worden vreugde en vertrouwen gewekt

Dan komen geloof, hoop en liefde op gang.
Dat is: God die in je woont, met zijn Geest
en van binnen het licht maakt.



E      Daarom gaan christenen niet naar de tempel

Wij geloven dat God bij ons is

Hier van binnen woont Hij:

in ons hart, in ons geweten

Wij dragen Hem met ons mee

of we nu thuis zijn bij ons gezin

of in de stal als we de koeien melken

of in het ziekenhuis op een operatie wachten

Als we aan Jezus en Pasen denken

weten we weer: God is liefde

Hij mijn licht, mijn vreugde, mijn alles.

En dan wordt het weer een beetje licht en warm van binnen.

Dat is : God in jou...en jij in God
Zo kan dat gaan: een leven lang.
 

En dan? als je tijd gekomen is en je sterven moet?
Zou het dan ophouden?

Zou God je dan opeens vergeten zijn?
De God van Jezus, van Pasen en Opstanding?

(natuurlijk niet)
Wie sterven blijven bewaard in Gods ruime hart.

Het Vaderhuis heeft vele woningen

Bij Hem zijn we veilig en geborgen, voorgoed.

AMEN

terug