Inclusief Taalgebruik

afb 36 met dank aan neelam279 (Pixabay)
Inclusief Taalgebruik
Als we God voornamelijk als man, vader of koning voorstellen, zullen vele vrouwen en LHBT-IQAP+ ers zich afgewezen voelen. Maar ook woorden als 'blinden' of 'slaven' liggen gevoelig, het gaat immers om  mensen. Mensen die niet kunnen zien of mensen die tot slaaf gemaakt zijn.

Bezwaren
Hoe sympathiek ook het pleidooi om zulke woorden niet meer te gebruiken, daar kleven ook een paar kleine en grote bezwaren aan:
  • Het wordt minder concreet: de NS bv heet reizigers niet meer welkom met 'beste dames en heren' maar met het algemene 'beste reiziger'.
  • Het probleem verschuift. Om bij het voorbeeld van de NS te blijven: niet iedereen is reiziger. Er zijn ook mensen die hun vrienden van de trein afhalen, of hun kinderen op het station afzetten. Die voelen zich niet aangesproken met 'beste reiziger'.
  • Moet je behalve op gender ook niet op andere aanduidingen corrigeren?  Woorden als blinde, rijke en arme, Jood, Griek, werkloze, werknemer en werkgever, fietser en automobilist enz. moeten we dan eigenlijk ook vervangen door omschrijvingen als als mens met..., of persoon die...
  • Zwaarder dan deze praktische bezwaren weegt het volgende. De voornaamste bron voor het geloof, de bijbel, stamt uit een tijd dat het mannelijk perspectief overheerste. In de NBV is dat weliswaar ten dele ongedaan gemaakt, bv door waar in de oorspronkelijke taal 'man' staat te vertalen met 'mens' (bv Ps 1: 1), of 'broeders' voortaan te vertalen met 'broeder en zusters'. Maar het 'onze Vader' begint nog steeds met 'onze Vader' (Mat 6: 9). En God wordt nog steeds met 'Hij' aangeduid. Het is in de brontalen Hebreeuws en Grieks en in de doeltaal Nederlands nu eenmaal een mannelijk woord. Dat zijn dingen die je niet met terugwerkende kracht ongedaan kunt maken.
Voorbeeld
De moeilijkheid doet denken aan het omstreden beeld van J.P. Coen in Hoorn. Je kunt het wel weg willen hebben omdat je het teveel eer vindt voor 'de slager van Banda'. Maar met het verplaatsen van het beeld is het koloniale verleden nog steeds niet ongedaan gemaakt. Alleen maar verdrongen. Je kunt het standbeeld ook gebruiken door het van een begeleidende tekst of film te voorzien over de tijd van Coen, of over de tijd dat men het nodig vond om voor hem een beeld op te richten en over onze tijd waarin men zich schaamt en schuldig voelt over het koloniale verleden. Zodat je meer begrip kunt opbrengen voor de nazaten van de onderworpen bevolking.

Dat lijkt me ook de manier om met de geloofstraditie om te gaan. Daar is vanuit onze beleving van alles op aan te merken. Maar we kunnen niet alles waaruit een mannelijk, westers, blank perspectief spreekt doorstrepen. Of vervangen door wat anders. Dat zou betekenen dat we een bijbel op onze maat maken, aangepast aan onze huidige cultuur (die over tien jaar weer anders is). Een zgn correcte bijbel heeft ons niets meer te zeggen.  Het is beter om de gevoelige passages te laten staan. Dan kunnen die tegenspraak oproepen en het gesprek daarover op gang brengen. Daar leren we van. En zo zetten we onze traditie, die niet heilig of onaantastbaar is, creatief voort.

Toepassing
In m'n eigen teksten ga ik niet doven, werknemers enz omschrijven als 'mensen die niet horen kunnen' of 'mensen die moeten werken voor de kost'. Het is immers duidelijk dat het om mensen gaat. En mensen zijn altijd meer dan hun doofheid, hun baan hun huidskleur, hun gender enz. Waar ik schrijf over de gelovige, christen, discipel, leerling enz is aan het hele spectrum van mannen, vrouwen en LHBT-IQAP+ers gedacht. Het 'hij' is eveneens in algemene zin bedoeld. De tekst wordt onleesbaar door op al die plaatsen 'hij en zij' te schrijven. Het alternatief - 'hij' en 'zij' afwisselend gebruiken - vind ik verwarrend.
 
terug