Jak 1: 19-27 Jak 1: 19-27

Een levend geloof werkt wat uit.

A      Er is een filmpje op You Tube

Daarin zie je een aap in de dierentuin

Bij hem op de grond een klein spiegeltje.

De aap is nieuwsgierig, pakt hem op

kijkt er naar, speelt er wat mee

en opeens ziet hij zichzelf.

Het beest schrikt zich rot

En met een gil maakt hij zich uit de voeten.

 

Als je een klein kind een spiegel geeft

en het ziet zichzelf

is er verbazing en het gaat achter de spiegel kijken

of daar een vriendje zit.

 

Zo doen wij niet meer:

in de spiegel zien we gewoon onszelf

geen schrik / geen verbazing; gewoon: “dat ben ik”

Als we ervoor staan is het ter controle:

zit mijn haar wel goed

zit mijn stropdas recht?

een pukkeltje onzichtbaar gemaakt.

En met een gerust hart

vertrek je naar school en kantoor.

Tevreden met jezelf:

tenminste: met je buitenkant.

Zo kun je onder de mensen komen.

 

Maar soms sta je voor de spiegel

en dan ben je niet zo tevreden:

dan kijk je naar jezelf

het verdriet in je ogen

de zorgen op je gezicht

 

En als je eens flink woorden hebt gehad

met je man, je vrouw

met je kinderen

dan kun je voor de spiegel staan

en bij jezelf zeggen:

wie ben ik toch

wat is er toch met me aan de hand

moest ik nou zo heftig reageren?

waarom kon ik niet even tot 10 tellen?

ik heb niet eens goed gehoord

wat hij, wat zij zeggen wilde

Naar het hoe en waarom heb ik niet eens gevraagd

ik ging af op mijn eerste indruk

had direct mijn oordeel al klaar

Onnodig die heftigheid, die woede

Flink beschadigd onze relatie, onze vriendschap

Mijn schuld.

 

Zo sta je naar jezelf te kijken: wie ben ik toch?

Wat is er met mij aan de hand?
Zit ik alleen maar vol van mijzelf?

mijn agenda, mijn plannen, mijn geloof

mij waarden en normen?

Heb ik nauwelijks ruimte meer voor anderen?

Is mijn naaste bedreigend?

Maar de spiegel geeft geen antwoord.




B      Wat bezielt me? Wie ben ik toch?

Goede vragen

Voor een antwoord moet je in een andere spiegel kijken:

in de bijbel, Gods woord.

Jakobus zegt het zo:

wie zich spiegelt in de volmaakte wet die vrijheid brengt,

hem valt geluk ten deel”

Dat wil zeggen:

die zijn leven knapt er van op.

die neemt toe in geduld, in verdraagzaamheid

die kan gemakkelijker vergeven

die kan meer voor een ander betekenen

die gaat vrucht dragen

30, 60, 100 voudig....

 

En eigenlijk wil ik dat zo graag: toenemen in menselijkheid.

Want ik ben nu eenmaal niet als die aap

in de dierentuin

die z'n spiegeltje kan weggooien

als hij schrikt van zichzelf

De boel ontkennen helpt niet.

Ik moet veranderen. Ik moet werken aan mezelf.

 

Kijk daarvoor in die andere spiegel:

die van de volmaakte wet

dat zijn de geboden, de beloften, de verhalen van de bijbel

Want als er één ding is

dat God door bijbel duidelijk maakt

dan is het wel

dat hoe wij ook de weg kwijt zijn

en hoe wij ook kunnen balen als we voor de spiegel staan

dat hij toch meer in ons ziet dan wij.

Wij zien de buitenkant < > Hij ziet de binnenkant

Wij weten van vroeger en wat er mis ging <>

Hij weet van morgen en hoe het ook kan

 

Onze God geeft het niet op

Hij wil zo graag dat het eruit komt:

liefde ipv ik-zucht

zachtmoedigheid ipv woede.

de vrucht van de Geest ipv werken van het vlees

 

En nergens komt dat zo sterk naar voren

als in het leven van de Here Jezus:

zijn liefde voor zieken en verlamden

zijn vergeving voor mensen die de weg kwijt waren

En wat deed het hun goed

zijn liefde te ontvangen, zijn vergeving te geloven.

En zo vastbesloten was hij daarin

Hij hield het vol tot op het laatst, tot in zijn dood aan het kruis.

 

Zo houdt God ons een spiegel voor

In die verhalen gaat het over mij.

Die verloren zoon dat ben ik

ik die in de spiegel kijk: geschrokken, verbijsterd, beschaamd.

En toch is er een die zijn gezicht niet afwendt

die mij wil zien

die zelfs voor mij op de uitkijk staat.

Onze Vader in de hemelen.



C     Dat is goed nieuws, een blijde boodschap: evangelie

Maar voor wie er mee opgegroeid zijn is het ook:

het bekende liedje

Niet meer zo overrompelend

Niet meer zo verblijdend.

We horen het alle weken in de kerk.

Misschien wel alle dagen thuis: als we een stukje uit de bijbel lezen.

We kijken er niet meer van op.

We weten zo ongeveer wat er komt

En straks gaan we gewoon weer verder

met de zondag en met de week

Het is gewoon geworden.

 

Maar dan werkt het geloof niet zo veel uit.

Als we de boodschap horen

en er niets mee doen

dan zijn we net als iemand

die even voor de spiegel staat:

alles netjes? en dan door naar zijn werk gaat.

 

Maar de spiegel die God ons voorhoudt

mogen we wel wat beter bekijken.

Daarin zien we ons falen, onze schuld

Daarin zien we onze redding, onze verlossing

En dat moet wat uitwerken.

 

Het is niet genoeg om met elkaar over Jezus te praten

Het is wel goed, maar niet voldoende

 

Het is niet genoeg nog eens een boekje over de bijbel te lezen.

Het is wel prima, maar het brengt je niet

waar God je hebben wil.

 

Het is niet genoeg als je warme en mooie gevoelens bij het geloof hebt

Dat is wel fijn voor je, maar er moet ook wat gebeuren!

 

Jakobus is daarin heel duidelijk:

Alleen horen is niet genoeg...u moet wat u gehoord hebt ook doen.(22)

 

De verloren zoon

kon van alles over zijn vader vertellen

waar hij woonde en hou oud hij was

En hij wist ook nog wel

dat zijn Vader hem vast heel erg miste

En hij had ook warme gevoelens voor zijn Vader

Maar dat betekende allemaal niets.

Dat ging pas was betekenen

toen hij het echt tot zich liet doordringen.

Toen deed hij er wat op.

Toen draaide hij zich om en ging naar huis.

 

Zo moeten we naar de bijbel luisteren:

dat we er wat op doen.

En zolang het evangelie niets verandert in ons leven

zolang hebben we het niet echt gehoord.

Maken we er onszelf te gemakkelijk vanaf

met onze gesprekken over de bijbel

met onze boekjes en kerkdiensten

Heel die godsdienstigheid is dan vergeefse moeite, zegt Jakobus.


D      Hoe komt het toch dat horen

maar zo mondjesmaat doorwerkt in ons doen en laten?

Waarom groeien er niet meer vruchten van de geest in ons leven?
Waarom lijken kerkmensen

als twee druppels water op mensen die niet geloven?
Is dat omdat de wereld steeds christelijker wordt?

Of is het omdat de kerk steeds wereldser wordt?


Jakobus: Wij horen niet goed genoeg

Het evangelie dringt niet echt tot ons door.

Daarom werkt het zo weinig uit.

 

Het is net als met mensen onder elkaar:
Als mijn collega van zijn vakantie vertelt

kan ik niet wachten om het over mijn vakantie te hebben

Als mijn kind over samenwonen begint

zet ik er direct met mijn mening tegenover.

Als mijn buurman tussen de regels door

iets laat merken van zijn verdriet of zorgen

begin ik maar liever over iets anders.

 

Wie durft echt de ander te horen

hem helemaal uit te laten spreken

zonder hem in de rede te vallen?

We zitten zo vol van onszelf.

Daar komen de misverstanden, de ruzies en erger van.

Daarom: haast je om te luisteren

wees traag in het spreken

en langzaam in kwaad worden.

 

En zo vol van onszelf

zijn we ook als we de bijbel open doen.

We horen nauwelijks wat de ANDER ons zeggen wil.

We trekken ons echt niet zoveel aan

van die verboden over ontucht, over losbandigheid en zuippartijen,

Dat zal wel een beetje meevallen zeggen we dan

net als de verloren zoon.

 

We laten ons ook niet zomaar de weg wijzen door die geboden

je naaste, zelfs je vijanden liefhebben?

Elkaar vergeven, zovaak dat je de tel kwijt raakt?

Elkaar wel de voeten, maar niet de oren wassen?

Dat gaat me veel te ver.
Ik laat me niet uitdagen
Ik zoek uitvluchten en verontschuldig mij.

 

En de beloften in Gods woord over de vrucht van de Geest

over opstanding en het eeuwige leven

die durf ik niet op mezelf te betrekken

mijn twijfels zitten me in de weg

Zo sluit ik mij af voor de troost en bemoediging van het geloof.

 

Zo worden de verboden, de geboden, de beloften

nooit een keer woord van God.

Ik val hem in de rede.

En van het doen komt niets terecht.

Nog een keer: haast je om te luisteren

wees traag in het spreken

en langzaam in kwaad worden.



E      Daarom zegt Jakobus:
spiegel je in de volmaakte wet

in de verboden, de geboden en de beloften van God

in de verhalen van de bijbel

in het evangelie van Jezus.

 

Hij bedoelt: verdiep je in de bijbel

Buig je er over, lees aandachtig,

laat het goed tot je doordringen

betrek het op jezelf.

En je zult ontdekken:
die verboden waarschuwen niet voor niets

en dan keer je je daarvan af

net als de verloren zoon.

Zo gaan horen en doen vanzelf in elkaar over.

 

En je zult ontdekken:

die geboden wijzen de goede weg

en dan probeer je voortaan de Here Jezus te volgen

Horen loopt uit op doen.

 

En je zult zien

hoe de beloften van God

ook in jou leven licht en vreugde brengen.

Horen en doen zijn één

 

Wie zo ingespannen luistert naar God

en dat blijft doen

vandaag en morgen en altijd...

Wie zo intens

aan de lippen van Jezus hangt

die zal het zien, die zal het merken

hoe het plantje van het geloof

opkomt en groeit.

en hoe er geleidelijk aan

de vruchten van de Geest gaan groeien:

vreugde, vrede, geduld

vriendelijkheid en goedheid

geloof, zachtmoedigheid,

zelfbeheersing.

Wat een verschil met die driftkikker van het begin

die kokend van woede voor de spiegel stond.

 

Zo word je eindelijk meer je zelf.

De mens zoals je bedoeld bent.

De man of vrouw die God in je ziet

Hij is met je bezig

Hij laat niet los het werk

dat zijn hand aan jou begon.

En hij blijft met je bezig.

Als jij maar in de spiegel blijft kijken:

goed kijken

nauwkeurig luisteren

naar de verboden, de geboden

en bovenal de beloften van God.

Dan kan het niet bij het oude blijven

Dan moet het nieuwe wel tevoorschijn komen:

de liefde van God in onze ogen

in onze woorden, in onze handen. (2 Kor 3:18)




F      In de bijbel toont God ons

wie wij ten diepste zijn

wat Hij in ons ziet

mensen van geloof, hoop en liefde

zachtmoedige mensen

Als je dat ziet

krijg je de neiging

om achter de spiegel te kijken

Net als dat kind

dat denkt dat daar een vriendje zit

Maar je bent het zelf!

Jij gaat dat worden als God de kans krijgt

Als jij blijft horen

zo horen dat het doorwerkt in je leven.

 

Bij dat doen hoort allereerst

de zorg voor wees en weduwe.

In de dagen van Jakobus waren dat de mensen

die er het slechtst voor stonden.

Sociale voorzieningen waren er niet.

Sta ze bij, zegt Jakobus met raad en daad.

Het is blijvend een opdracht aan de kerk:

wij zullen omzien

naar wie het moeilijk hebben:

allen die met moeite de eindjes aan elkaar moeten knopen

Dat is heel actueel.

De verzorgingsstaat in ons land is onbetaalbaar geworden.

Mantelzorgers zijn onmisbaar.

Als wij de tijd en de energie en de middelen hebben

dan kunnen wij ons daar niet aan onttrekken.

Dan zullen we beschikbaar zijn.

En vast ook ontdekken dat het veel voldoening geeft

om wat voor een ander te betekenen.

 

Bij dat doen hoort ook

dat je je in acht neemt voor de wereld

en onberispelijk leeft.

Dat mag ook wel eens gezegd worden.

Wij laten het liever maar wat in het midden

Ieder moet het zelf maar weten.

We praten er niet zo over

En vanaf de preekstoel is het al helemaal moeilijk

om er wat van te zeggen

zonder dat u reageren kunt.

Maar toch: er zijn dingen die niet kunnen

Die schadelijk voor ons zijn

omdat ze verhinderen

dat uit ons groeit

die mooie mens die God in ons ziet.

Paulus noemt een heel rijtje op

En dat rijtje is nog heel wat groter te maken.

Dat ga ik niet doen.

Maar ik weet wel, wat op mij van toepassing is.

En u weet het ook wel van u zelf. En jij.

We spreken heel simpel af: dat laten we voortaan.

 

Zalig hij die zo hoort dat hij gaat doen:

hem valt geluk ten deel, juist om wat hij doet

AMEN

terug