Jesaja Jesaja

De profeet Jesaja leefde in de tweede helft van de 8-ste eeuw vC. Het volk Israel is dan verdeeld:

  • Tien stammen in het Noorden hebben een eigen koning en hoofdstad (Samaria).
  • Twee stammen in het Zuiden (Juda en Benjamin) hebben Jeruzalem als hoofdstad. Daar treedt Jesaja op. In zijn tijd regeren achtereenvolgens de koningen Uzzia, Jotam, Achaz en Hizkia.

De roeping van Jesaja staat in Jes 6 beschreven.
De naam Jesaja betekent 'de Here is heil'.

Het boek Jesaja blijkt een verzameling te zijn van teksten uit verschillende eeuwen. De auteur is dus niet alleen Jesaja, ook andere, latere profeten, niet met name bekend, hebben eraan bijgedragen. Het boek als geheel staat echter op naam van de eerste Jesaja, die kennelijk school heeft gemaakt.

Vrij gangbaar is het om drie hoofddelen te onderscheiden:

  • Jes 1 - 39 Proto Jesaja
    Stamt uit de tijd vòòr de babylonische ballingschap. Inhoud: de dreiging van het Assyrische rijk (ong. 750 - 700 vC) en de verleiding om met Egypte samen te werken tegen Assyrië. Waarschuwingen
  • Jes 40 - 55 Deutero Jesaja
    Geschreven in de tijd van de ballingschap (587 - 539 v C)
    Inhoud: bemoediging voor mensen die het niet meer zien zitten.
  • Jes 56 - 66 Trito Jesaja
    Geschreven na de ballingschap. Inhoud: de vele moeilijkheden die er zijn te overwinnen voor de teruggekeerde ballingen

Maar dat is niet alles. Vanwege zijn inhoud is Jes 24 - 27 als een vierde hoofddeel op te vatten. Men noemt deze hoofdstukken wel de wel de Apokalyps van Jesaja. Waarschijnlijk is dit het jongste deel van Jesaja. Het vertoont allerlei kenmerken van de apokalyptiek: het is geheimzinnig, vol symboliek, het gaat over de eindtijd, er is sprake van mythologie, het is dualistisch: heel zwart - wit staan goed en kwaad tegenover elkaar.

De uiteindelijke redactie die van al deze hoofdstukken één boek maakte, vond plaats laat Perzische-tijd, evt vroeg-Hellenistische tijd (4-e eeuw vC).
 

terug