Jezus' onbekende jaren Jezus' onbekende jaren

Inleiding
Over de levensjaren van Jezus vanaf zijn geboorte tot zijn doop in de Jordaan, die zijn openbare optreden inluidt, is maar weinig met zekerheid te zeggen. Er doen wel allerlei verhalen over Jezus in zijn jeudjaren de ronde, maar die komen vooral uit latere bronnen, (tweede eeuw) die om meerdere redenen op de historicus weinig indruk maken. Betrouwbaarder zijn enkele buitenbijbelse teksten (mn bij Josephus) en natuurlijk de nieuwtestamentische evangeliën.

J.P. Meier
In het volgende geef ik de visie van J.P. Meier weer. Deze katholieke priester en professor Nieuwe Testament schreef vijf kloeke delen over Jezus. Deel I is voor een belangrijk deel gewijd aan een beoordeling van de bronnen en vervolgens aan de jaren die ons nu interesseren. Meier concludeert dat de geboorte- en jeugdverhalen van Mat 1 - 2 en Luc 1 - 3 meer fictie dan historische waarheid bevatten. Wat we wel min of meer zeker kunnen weten is volgens hem het volgende.

Geboorte
Jezus werd geboren tijdens het bestuur van Herodes de Grote, rond het jaar 4vC, waarschijnlijk niet in Bethlehem, maar in Nazareth, een dorpje in Galilea. Daar groeide hij op in het gezin van zijn ouders Jozef en Maria. Hun eerste kind noemden ze Jezus, of in hun taal: Jozua (Aramees, = Jahweh redt). Deze naam en die van zijn broers (Jakobus, Joses, Judas en Simon - Mc 6: 3) herinneren aan de verhalen van de aartsvaders, Exodus en de intocht olv Jozua in het land van belofte. Daar valt uit op te maken dat zijn ouders zich zeer bewust waren van de onvrije situatie onder de Romeinse overheersing en naar meer vrijheid voor volk en godsdienst verlangden. Jezus had ook enkele zussen (Mc 6: 3).

Gezin
Jezus kreeg een opvoeding waarin de godsdienst een grote rol speelde: hij werd besneden, ging mee naar de tempel en de sabbath gold als een rustdag. Over zijn vader Jozef, is maar weinig meer bekend dan dat hij timmerman was. Mogelijk was hij al overleden als Jezus 'openbare optreden begint. Dat is waarschijnlijk de reden dat hij Mc 6: 1 - 6 niet wordt genoemd. Zijn moeder, broers en zussen zijn er dan nog wel. Aanvankelijk staan ze soms tegenover hem (Mc 3: 21, Joh 7: 5), maar later zijn zij belangrijke figuren in de jonge kerk, vooral zijn broer Jakobus. Omdat we nergens horen over een vrouw of kinderen, is het aannemelijk dat Jezus celibatair leefde, ook al was dat in zijn tijd hoogst ongewoon.

Taal
De dagelijkse taal was Aramees en die zal Jezus ook gebruikt hebben voor zijn wetsuitleg en gelijkenissen. De taal van de TeNaCh (de Joodse bijbel) is grotendeels Hebreeuws. Die taal moet Jezus ook in zijn jonge jaren geleerd hebben. Anders zou hij later niet zo met de Schriftgeleerden en Farizeeën over hun bijbel in discussie kunnen gaan. Hij bezocht geregeld op sabbat de synaoge (Luc 4: 16 ) en bij gelegenheid las hij wel eens voor uit de TeNaCh. Een beetje Grieks zal hij ook gekend hebben. Het was 'het Engels' van die dagen en werd vooral gesproken door de vele buitenlanders in Jeruzalem.

Status
Als timmerman was Jozef niet rijk, en Jezus die hetzelfde beroep uitoefende (Mc 6: 3) evenmin, maar ze behoorden niet tot de onderkant van de samenleving. Dat waren de dagloners, bedelaars en slaven, die hadden het veel moeilijker.
De eerste decennia van de eerste eeuw waren, ondanks de Romeinse bezetting relatief rustig in Israël. Jezus kon zich ongestoord ontwikkelen tot de indrukwekkende man zoals de evangelisten hem schilderen. De religieuze elite in Jeruzalem zou hem vanwege zijn gewone afkomst uit het Galilea der heidenen eerst onderschatten. Later, als hij niet meer te negeren is, slaat de stemming om en is hij in hun ogen een vijand. Maar dat hoort niet bij 'de onbekende jaren' van Jezus.

Conclusie
Er is over Jezus' leven tot zijn doop niet bijzonder veel te vertellen. Het belangrijkste is dat er redelijkerwijs geen twijfel kan bestaan over het feit dat hij heeft geleefd. Dat is belangrijk omdat zonder een historische Jezus het geloof verdampt tot een verzinsel over God en het leven. Terwijl het er in het geloof juist om gaat dat de werkelijkheid door Jezus' optreden beslissend is veranderd: de doodsmachten zijn verslagen, de verzoening is tot stand gebracht, Gods Rijk is op komst. Zo worden alle dingen van ons leven nieuw. (> onderweg)

Dat optreden begint als Jezus als volwassen man van ruim 30 jaar wordt gedoopt door Johannes de Doper. Het eindigt bij zijn dood aan het kruis en zijn verschijningen als de Levende aan zijn leerlingen. Deze geschiedenis is voor het geloof van belang. De gebeurtenissen daarvoor zijn dat eigenlijk niet. Paulus, Marcus en Johannes hebben het er nooit over. Mat en Luc maken in hun eerste hoofdstukken alleen een uitzondering voor Jezus' geboorte en een bezoek aan de tempel als 12 jarige. Daarin worden zij geleid door theologische motieven:

  • Mat laat zien dat allerlei oudtestamentische profetieën in vervulling zijn gegaan.
  • Lucas vindt het belangrijk te vertellen dat Jezus als een echt Joods jongetje volgens de wet is besneden en aan de Heer is aangeboden (Luc 2: 21 - 40).
  • Mat en Luc beiden laten in hun geslachtsregisters van Jezus zien dat hij van David afstamt, een (verre) zoon van David is. Zij onderstrepen dat door de geboorte te laten plaatsvinden in  Bethlehem, de stad van David.
  • Over de maagdelijke geboorte en de theologische motieven van Mat en Luc, klik hier.
terug