Job 1
Job 1
Hoe Job op de proef gesteld wordt en worstelt met God.
A Er is niet een bijbelboek dat me zo dichtbij komt als dit: over Job. Het herinnert me aan de jaren 2009 en 2010 toen het zomaar opeens niet goed ging met één van onze jongens En een half jaar later zomaar opeens een van onze dochters doodziek in het ziekenhuis terecht kwam En een maand later ging ik zelf zomaar onderuit met m’n fiets bijna een dag wist ik niets meer dat moest niet veel langer duren.
3 x zomaar – volkomen onverwacht Gelukkig liep het allemaal nog net goed af. We kwamen er weer boven op. Maar ik vond het een moeilijke tijd. Zo wiebelig het leven. Zo breekbaar je geluk. En God: ver weg, een raadsel. Niet de bron van kracht die ik zo nodig had. Een tijd lang kon ik mijn werk niet doen: overspannen.
En ik besef dat wij geluk hebben gehad Maar ik weet ook van mensen die het wel net als Job verging: die hun bezit en rijkdom verloren die een nare ziekte kregen, gehandicapt raakten die een kind moesten begraven. Of 2
Het raakt aan wonden die eigenlijk nooit over gaan. En hoe moeten we daarmee leven? En wat deed het met je geloof. Moest je het bijstellen? Of leef je zo goed en zo kwaad mogelijk door zonder grote woorden over God en geloof?
Als we vandaag en de komende weken naar Job luisteren dan is het niet om de klacht tot zwijgen te brengen om lastige vragen en waaroms te verbieden om u een mooi daarom aan te smeren. Als we 1x ding van Job kunnen leren dan dit: onze klacht, onze vragen doen er toe Die hoeven we niet te verdringen. Die moeten naar buiten komen, die willen gehoord worden. Dat is de manier om er verder mee te komen Om weer iets van God terug te vinden.
Wat hem gebeurt, overkomt ons ook.
Ziet u ook verschillen tussen Job en ons?......... 1 verschil is zijn enorme rijkdom: schapen en geiten, kamelen, runderen, ezelinnnen slaven en slavinnen 10 kinderen: 7 jongens en 3 meisjes We hebben het meestal goed, maar zo rijk zijn we niet. Maar: heel belangrijk is dit verschil niet: Job en wij, we zijn allemaal zo kwetsbaar in wat je hebt huis, bedrijf, je levenswerk. In je kinderen wel het allermeest.
Nog een verschil?............Zijn rechtvaardigheid. Job is rechtschapen en onberispelijk hij had ontzag voor God en meed het kwaad. Een keer zegt de schrijver het van Job (1:1) En de Here God zegt het ook een keer. (1:8) Kortom: het is echt zo.. Dan gaan wij dus niet zeggen dat dat overdreven is en Job natuurlijk liet hij wel hier en daar een steekje vallen. Nee, hij is echt, een man uit 1 stuk, een rechtvaardige.
Dat durf ik niet van mezelf te zeggen: ik weet van ongeduld en gedram, van mensen te kort doen, van beloftes niet waargemaakt van hebzucht en zorgen van geldingsdrang en van nog veel meer Dan moet ik niet gek op kijken, als er narigheid in mijn leven komt: ruzies, conflicten, stress, slapeloze nachten Dat heb ik ergens verdiend. Over mezelf afgeroepen
Maar Job? Hij is een rechtvaardige: Je kunt op hem aan. Hij is betrouwbaar. Hij is mens zoals God het bedoeld heeft. De 10 geboden zijn voor hem geen probleem. Die doet hij. En niet met tegenzin, maar van harte.
Als je zo leeft: dan verwacht je ergens zegen, voorspoed, geluk. Job is de aanzienlijkste man van het Oosten (1:3d)
Stel je voor dat goed leven niet goed zou uitpakken, En dat crimineel gedrag beloond zou worden. Dat voelen we op onze klompen aan: dat kan niet. Misdaad loont niet. Elke detective op tv laat dat zien.
Maar dan toch een slim vraagje. Van de satan: de verdacht-maker, de zwart-maker Is Job zo vroom en goed met een reden: om beloond te worden? (1:9) Of doet hij het goede gewoon omdat het goed is Ook als hij er niet beter van wordt?
Daar wil ik toch even bij stil staan: Het kan dus wel: rechtvaardig zijn, een goed mens zijn. De bijbel is een stuk positiever over mensen dan de kerk wel eens geleerd heeft. Job is een rechtvaardige. En hij doet het goede, niet om beloond te worden Hij doet het goede omdat het goed is.
En dat blijkt ook uit het vervolg. Zomaar op een dag een overval door de Sabeeërs En een hevig onweer En nog een overval: de Chaldeeën. In 1 klap is Job al zijn runderen en ezelinnen zijn schapen en geiten en kamelen kwijt zijn knechten en slaven. En tot overmaat van ramp een verwoestende storm waarbij al zijn kinderen in omkomen. Job doet God niet aan de kant.
Wat zou dat met mij doen? eigenlijk omdat het met onze kinderen nog net goed afliep. Ik durf er niet aan te denken, als het anders was gelopen Als ik zo op de proef op gesteld zou worden als Job, Zou ik dan m’n geloof behouden? Of toch met bijbedoelingen? Met een scheef oog naar zegen, voorspoed, geluk? En zou ik dan van m’n geloof afvallen? Hoef ik God niet meer als hij me toch geen geluk brengt? Mij niet in bescherming neemt? Het geloof mij geen voordeel oplevert?
Ik weet het niet. En u? En jij? Weet u het van u zelf? Zeg maar niet teveel. Wees maar niet overmoedig.
En ik snap opeens een heel stuk beter waarom er in het ‘onze vader’ ook die bede staat: Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze O God, Ontzie ons liever, want ons geloof is niet zo groot. We vrezen het uur van beproeving Dat we het niet aan kunnen We zijn bang dat we onszelf tegen vallen.
Ga liever voorzichtig met ons om Dat we U steeds beter leren kennen en vertrouwen En ons geloof groeit Als dan de moeilijkheden komen is het misschien sterk genoeg om overeind te blijven.
Het is veel meer dan verlies van welvaart, van kinderen De bodem onder zijn bestaan is weggeslagen. Zoals hij het zijn leven lang had ondervonden: rechtvaardig zijn, het goede doen puur omdat het goed is gewoon omdat God het wil zonder bijbedoelingen dat ging altijd gepaard met zegen ontvangen. En vandaag zomaar opeens niet meer. En morgen wordt hij zelf nog doodziek ook. Er klopt helemaal niets meer van. Opeens is het leven oneerlijk! Job is rechtvaardig maar op God kun je niet aan.
Maar dat kan toch niet! God onrechtvaardig. Straks komen zijn vrienden En die gaan aan het redeneren. Want dat kan niet, God onrechtvaardig, ze nemen het voor God op. Maar Job blijft er bij: ik mocht van God anders verwachten
Wat zeggen wij tegen mensen als er iets ergs gebeurde: God is de almachtige: voor- en tegenspoed, ziekte en gezondheid het komt allemaal uit zijn hand. Is dat troostend? Of zegt u: God kan er ook niks aan doen. Zijn macht is beperkt. God is liefde, hij is erbij... of: later komt het goed. Helpt dat?
Met verklaringen, met daaroms, met gepreek proberen wij als de vrienden onder die conclusie van Job uit te komen dat het niet klopt.
Maar met dat we zo redeneren, staan we niet naast Job Nu laten wij hem ook nog eens in de steek Anders gezegd: zo zijn we niet de mensen die we voor elkaar moeten zijn nu zijn wij opeens on-rechtvaardig
Want echt troosten is naast iemand staan, delen in zijn verdriet, in haar wanhoop Hij is er wel. Hij zal zich heus wel weer melden. Dat gebeurt tenslotte ook bij Job Hij vindt opnieuw zin en betekenis in zijn leven.
Wij hoeven niet recht te praten, wat krom is. Niet wat akelig is en naar op te poetsen tot iets moois God kan heus voor zichzelf zorgen. Wij lopen hem maar voor de voeten.
E Job twijfelt er niet aan dat God bestaat en alle dingen stuurt en leidt. De Heer heeft gegeven en genomen. Zo is het in Jobs beleving.
Dat er meer aan de hand is Dat God aan satan de ruimte geeft en toelaat zulke rampen over Job te brengen dat is voor Job verborgen. Hij weet niet wat er zich in de hemel afspeelt.
Wij ook niet! De rampen die ons overkomen, de verdrietigheden wat zal het zijn: Is het een test? Een straf? Moeten we iets afleren, aanleren Is er een hoger plan waar het allemaal in past?
We weten het niet Wij kunnen God niet in de kaarten kijken. Wij zijn op aarde, en God is in de hemel. Dat betekent: Er zijn vele dingen voor ons verborgen maar wat we moeten weten dat is ons geopenbaard: (Deut 29: 29) de 10 geboden, de liefde voor God en voor elkaar. In voor- en tegenspoed blijft dat onze roeping. Bij alle vragen en waaroms die we hebben is het geen moment onduidelijk wat we hebben te doen.
Geloven is: volhouden in het goede Hier op aarde heb ik rechtvaardig te zijn Geloven is ook: vertrouwen dat God goed is. In het verborgene leeft en regeert een rechtvaardige God
Of dat zo is, kan ik niet bekijken. Eerlijk gezegd: het lijkt er helemaal niet op.
Maar God verwacht van mij rechtvaardigheid En ik verwacht het van God En op een dag, op het eind van alles zullen we zien: dat we ons niet in elkaar vergist hebben.
Een gebed uit het Joodse ghetto in Warschau: (Noort, duister duel 6) Ik volgde God, zelfs toen Hij mij afwees. Ik hield van God, zelfs toen Hij mij ter aarde wierp mij tot de dood toe kwelde en mij tot een voorwerp van schaamte en bespotting maakte. En dit zijn mijn laatste woorden tot U, mijn vertoornde God, U hebt alles gedaan om mijn vertrouwen in U te vernietigen maar ik sterf precies zoals ik geleefd heb: de Eeuwige is Een. In uw handen, o God, geef ik mijn ziel AMEN | ||
terug | ||