Job 1 Job 1

Hoe Job op de proef gesteld wordt en worstelt met God.

tekst: Job 1: 9. 21

 

A      Er is niet een bijbelboek dat me zo dichtbij komt

als dit: over Job.

Het herinnert me aan de jaren 2009 en 2010

toen het zomaar opeens niet goed ging

met één van onze jongens

En een half jaar later

zomaar opeens een van onze dochters

doodziek

in het ziekenhuis terecht kwam

En een maand later ging ik zelf

zomaar onderuit met m’n fiets

bijna een dag wist ik niets meer

dat moest niet veel langer duren.

 

3 x zomaar – volkomen onverwacht

Gelukkig liep het allemaal nog net goed af.

We kwamen er weer boven op.

Maar ik vond het een moeilijke tijd.

Zo wiebelig het leven. Zo breekbaar je geluk.

En God: ver weg, een raadsel.

Niet de bron van kracht die ik zo nodig had.

Een tijd lang kon ik mijn werk niet doen: overspannen.

 

En ik besef dat wij geluk hebben gehad

Maar ik weet ook van mensen

die het wel net als Job verging:

die hun bezit en rijkdom verloren

die een nare ziekte kregen,

gehandicapt raakten

die een kind moesten begraven. Of 2


Wat komt het dan dichtbij: deze geschiedenis van Job

 

Het raakt aan wonden die eigenlijk nooit over gaan.

En hoe moeten we daarmee leven?

En wat deed het met je geloof.

Moest je het bijstellen?

Of leef je zo goed en zo kwaad mogelijk door

zonder grote woorden over God en geloof?

 

Als we vandaag en de komende weken naar Job luisteren

dan is het niet

om de klacht tot zwijgen te brengen

om lastige vragen en waaroms te verbieden

om u een mooi daarom aan te smeren.

Als we 1x ding van Job kunnen leren

dan dit: onze klacht, onze vragen doen er toe

Die hoeven we niet te verdringen.

Die moeten naar buiten komen,

die willen gehoord worden.

Dat is de manier om er verder mee te komen

Om weer iets van God terug te vinden.




B      De rampen en tegenslagen verbinden ons met Job.

Wat hem gebeurt, overkomt ons ook.

 

Ziet u ook verschillen tussen Job en ons?.........

1 verschil is zijn enorme rijkdom:

schapen en geiten, kamelen, runderen, ezelinnnen

slaven en slavinnen

10 kinderen: 7 jongens en 3 meisjes

We hebben het meestal goed, maar zo rijk zijn we niet.

Maar: heel belangrijk is dit verschil niet:

Job en wij, we zijn allemaal zo kwetsbaar in wat je hebt

huis, bedrijf, je levenswerk. In je kinderen wel het allermeest.

 

Nog een verschil?............Zijn rechtvaardigheid.

Job is rechtschapen en onberispelijk

hij had ontzag voor God en meed het kwaad.

Een keer zegt de schrijver het van Job (1:1)

En de Here God zegt het ook een keer. (1:8)

Kortom: het is echt zo..

Dan gaan wij dus niet zeggen dat dat overdreven is

en Job natuurlijk liet hij wel hier en daar een steekje vallen.

Nee, hij is echt, een man uit 1 stuk, een rechtvaardige.

 

Dat durf ik niet van mezelf te zeggen:

ik weet van ongeduld en gedram,

van mensen te kort doen,

van beloftes niet waargemaakt

van hebzucht en zorgen

van geldingsdrang en van nog veel meer

Dan moet ik niet gek op kijken, als er narigheid in mijn leven komt:

ruzies, conflicten, stress, slapeloze nachten

Dat heb ik ergens verdiend. Over mezelf afgeroepen

 

Maar Job? Hij is een rechtvaardige:

Je kunt op hem aan. Hij is betrouwbaar.

Hij is mens zoals God het bedoeld heeft.

De 10 geboden zijn voor hem geen probleem.

Die doet hij. En niet met tegenzin, maar van harte.

 

Als je zo leeft:

dan verwacht je ergens zegen, voorspoed, geluk.

Job is de aanzienlijkste man van het Oosten (1:3d)

 

Stel je voor dat goed leven niet goed zou uitpakken,

En dat crimineel gedrag beloond zou worden.

Dat voelen we op onze klompen aan: dat kan niet.

Misdaad loont niet. Elke detective op tv laat dat zien.

 

Maar dan toch een slim vraagje.

Van de satan: de verdacht-maker, de zwart-maker

Is Job zo vroom en goed met een reden:

om beloond te worden? (1:9)

Of doet hij het goede gewoon omdat het goed is

Ook als hij er niet beter van wordt?




C      God weet dat het diep zit, dat het echt is bij Job

Daar wil ik toch even bij stil staan:

Het kan dus wel: rechtvaardig zijn, een goed mens zijn.

De bijbel is een stuk positiever over mensen

dan de kerk wel eens geleerd heeft.

Job is een rechtvaardige.

En hij doet het goede, niet om beloond te worden

Hij doet het goede omdat het goed is.

 

En dat blijkt ook uit het vervolg.

Zomaar op een dag een overval door de Sabeeërs

En een hevig onweer

En nog een overval: de Chaldeeën.

In 1 klap is Job al zijn runderen en ezelinnen

zijn schapen en geiten en kamelen kwijt

zijn knechten en slaven.

En tot overmaat van ramp een verwoestende storm

waarbij al zijn kinderen in omkomen.

Job doet God niet aan de kant.

 

Wat zou dat met mij doen?
Ik kwam die moeilijke tijd maar net te boven

eigenlijk omdat het met onze kinderen

nog net goed afliep.

Ik durf er niet aan te denken, als het anders was gelopen

Als ik zo op de proef op gesteld zou worden als Job,

Zou ik dan m’n geloof behouden?
Geloof ik werkelijk om niet?

Of toch met bijbedoelingen?

Met een scheef oog naar zegen, voorspoed, geluk?

En zou ik dan van m’n geloof afvallen?

Hoef ik God niet meer als hij me toch geen geluk brengt?

Mij niet in bescherming neemt?

Het geloof mij geen voordeel oplevert?

 

Ik weet het niet.

En u? En jij? Weet u het van u zelf?

Zeg maar niet teveel.

Wees maar niet overmoedig.

 

En ik snap opeens een heel stuk beter

waarom er in het ‘onze vader’ ook die bede staat:

Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze

O God, Ontzie ons liever, want ons geloof is niet zo groot.

We vrezen het uur van beproeving

Dat we het niet aan kunnen

We zijn bang dat we onszelf tegen vallen.

 

Ga liever voorzichtig met ons om

Dat we U steeds beter leren kennen en vertrouwen

En ons geloof groeit

Als dan de moeilijkheden komen

is het misschien sterk genoeg

om overeind te blijven.




D      Voor Job is nu ook alles onzeker geworden.

Het is veel meer dan verlies van welvaart, van kinderen

De bodem onder zijn bestaan is weggeslagen.

Zoals hij het zijn leven lang had ondervonden:

rechtvaardig zijn, het goede doen

puur omdat het goed is

gewoon omdat God het wil

zonder bijbedoelingen

dat ging altijd gepaard met zegen ontvangen.

En vandaag zomaar opeens niet meer.

En morgen wordt hij zelf nog doodziek ook.

Er klopt helemaal niets meer van.

Opeens is het leven oneerlijk!

Job is rechtvaardig maar op God kun je niet aan.

 

Maar dat kan toch niet! God onrechtvaardig.

Straks komen zijn vrienden

En die gaan aan het redeneren.

Want dat kan niet, God onrechtvaardig, ze nemen het voor God op.

Maar Job blijft er bij: ik mocht van God anders verwachten

 

Wat zeggen wij tegen mensen als er iets ergs gebeurde:

God is de almachtige: voor- en tegenspoed, ziekte en gezondheid

het komt allemaal uit zijn hand.

Is dat troostend?
 

Of zegt u: God kan er ook niks aan doen.

Zijn macht is beperkt.

God is liefde, hij is erbij... of: later komt het goed.

Helpt dat?

 

Met verklaringen, met daaroms, met gepreek

proberen wij als de vrienden

onder die conclusie van Job uit te komen

dat het niet klopt.

 

Maar met dat we zo redeneren, staan we niet naast Job

Nu laten wij hem ook nog eens in de steek

Anders gezegd:

zo zijn we niet de mensen die we voor elkaar moeten zijn

nu zijn wij opeens on-rechtvaardig

 

Want echt troosten is naast iemand staan,

delen in zijn verdriet, in haar wanhoop
Samen zoeken naar God.

Hij is er wel. Hij zal zich heus wel weer melden.

Dat gebeurt tenslotte ook bij Job

Hij vindt opnieuw zin en betekenis in zijn leven.

 

Wij hoeven niet recht te praten, wat krom is.

Niet wat akelig is en naar op te poetsen tot iets moois

God kan heus voor zichzelf zorgen.

Wij lopen hem maar voor de voeten.

 

E      Job twijfelt er niet aan dat God bestaat

en alle dingen stuurt en leidt.

De Heer heeft gegeven en genomen.

Zo is het in Jobs beleving.

 

Dat er meer aan de hand is

Dat God aan satan de ruimte geeft

en toelaat zulke rampen over Job te brengen

dat is voor Job verborgen.

Hij weet niet wat er zich in de hemel afspeelt.

 

Wij ook niet! De rampen die ons overkomen, de verdrietigheden

wat zal het zijn:

Is het een test? Een straf?

Moeten we iets afleren, aanleren

Is er een hoger plan waar het allemaal in past?

 

We weten het niet

Wij kunnen God niet in de kaarten kijken.

Wij zijn op aarde, en God is in de hemel. Dat betekent:

Er zijn vele dingen voor ons verborgen

maar wat we moeten weten dat is ons geopenbaard: (Deut 29: 29)

de 10 geboden, de liefde voor God en voor elkaar.

In voor- en tegenspoed blijft dat onze roeping.

Bij alle vragen en waaroms die we hebben

is het geen moment onduidelijk wat we hebben te doen.

 

Geloven is: volhouden in het goede

Hier op aarde heb ik rechtvaardig te zijn

Geloven is ook: vertrouwen dat God goed is.

In het verborgene leeft en regeert een rechtvaardige God

 

Of dat zo is, kan ik niet bekijken.

Eerlijk gezegd: het lijkt er helemaal niet op.

 

Maar God verwacht van mij rechtvaardigheid

En ik verwacht het van God

En op een dag, op het eind van alles zullen we zien:

dat we ons niet in elkaar vergist hebben.

 

Een gebed uit het Joodse ghetto in Warschau: (Noort, duister duel 6)

Ik volgde God, zelfs toen Hij mij afwees.

Ik hield van God,

zelfs toen Hij mij ter aarde wierp

mij tot de dood toe kwelde

en mij tot een voorwerp van schaamte en bespotting maakte.

En dit zijn mijn laatste woorden tot U,

mijn vertoornde God,

U hebt alles gedaan

om mijn vertrouwen in U te vernietigen

maar ik sterf precies zoals ik geleefd heb:
Hoor, Israel, de Eeuwige onze God,

de Eeuwige is Een.

In uw handen, o God, geef ik mijn ziel AMEN

terug