Jodendom Jodendom


Afb 20    Davidsster (Wikimedia Commons)

Hoe verschillend ook, alle godsdiensten

  • benoemen een bepaald probleem,
  • stellen een oplossing voor,
  • en een techniek of methode om je die oplossing eigen te maken,
  • met voorbeeldfiguren.
Het is interessant om de godsdiensten op deze punten met elkaar te vergelijken.

Probleem
Het centrale probleem voor het Joodse volk is 'ballingschap': hoe blijven we bij elkaar als volk, hoe bewaren we onze identiteit?

Deze probleemstelling maakt al duidelijk, dat het Jodendom zichzelf niet verstaat als een religie die de wereld moet redden of verbeteren door zoveel mogelijk mensen aan zich te binden. Het Jodendom heeft geen zendingsdrang of bekeringsijver. Het verstaat zichzelf als de religie van een bepaald volk al kunnen buitenstaanders daarin opgenomen worden. Maar primair wil het zichzelf zijn en in die hoedanigheid een bijdrage leveren aan het herstel van de wereld (tikkun olam).


Probleem en Oplossing - eerste ronde
Ballingschap en niet-thuis-zijn is in de heilige boeken van het Joodse volk (de Torah) van meet af aan een belangrijk thema. Abraham moet zijn geboortestad en land verlaten (Gen 12). Zijn nakomelingen komen in Egypte terecht en moeten als slaven werken (Ex 1 - 12).

De vragen naar identiteit komen sterk naar voren als de Assyrische en later Babylonische koningen het verdeelde Israël inlijven bij hun koninkrijk, het land plunderen, de tempel verwoesten en de bevolking deporteren.

  • De tien stammen van het Noordrijk Israël is het niet gelukt hun identiteit te bewaren. Ze zijn in hun omgeving opgegaan en spoorloos verdwenen. (succesvol geïntegreerd?)
  • De twee stammen van het Zuidrijk Juda vonden wel een oplossing. In de ballingschap leggen zij zich toe op de Torah. Ipv de tempel wordt de synagoge het centrum in elke stad of dorp. Uiterlijke kenmerken als besnijdenis, spijswetten, feestdagen onderstrepen hun identiteit.

Als Cyrus hun later (538) de vrijheid geeft om naar hun land van herkomst terug te gaan, hebben velen daar geen behoefte aan en blijven in den vreemde wonen: het begin van de zgn diaspora, de verstrooiing van het Joodse volk over landen buiten Israel.

Probleem en Oplossing - tweede ronde
In 70 nC wordt de herbouwde tempel opnieuw verwoest, en in 135 wordt Jeruzalem in de as gelegd. Dan zoeken de meeste Joden een veilig heenkomen in het buitenland. Maw het Jodendom is volledig verstrooid geraakt en moet zien te overleven zonder eigen land, hoofdstad of religieus centrum. De betekenis van de synagoge met daarnaast het leerhuis wordt nu nog groter. Zonder tempel is de rol van priesters uitgespeeld, rabbijnen nemen nu hun leidende en samenbindende functie over.
 

De geschiedenis herhaalt zich als eind 19-de eeuw steeds meer Joden uit de diaspora naar Palestina trekken, het land van hun verre voorvaderen en in 1948 de staat Israel uitroepen. Net als ttv Cyrus maken lang niet alle Joden van die gelegenheid gebruik. Op dit moment wonen er meer Joden buiten Israel dan er in.
 

De oplossing voor het probleem 'ballingschap' is dus niet per se 'terugkeer' naar een eigen land Israel. Want eenmaal in Israël blijft  ook daar die vraag: wie zijn we? Hoe bewaren we onze identiteit temidden van Palestijnen, Moslims, Christenen? In hoeverre kunnen we met de tijd mee gaan, nu er zulke grote culturele en technische veranderingen plaatsvinden? De oplossing die in de diaspora gevonden werd - toeleggen op de Torah - is ook het antwoord voor de Joden in Israël.

Techniek
Het toeleggen op de Torah werd eerst praktisch mogelijk door er samen over te discussiëren. Zo ontstond er in de eeuwen voor Chr. een zgn mondelinge Torah, een eerbiedwaardige uitlegtraditie van de Torah. Bekend zijn de scholen van de rabbijnen Hillel en Sjammai, de eerste wat milder dan de tweede. Rond 200 nC wordt deze uitlegtraditie opgeschreven in de zgn Misjna.. Als de discussies doorgaan wordt de Misjna uitgebreid met commentaren en standpunten (Gemara = voltooiing)) van latere Rabbijnen. Dat geheel van Misjna en Gemara heet de Talmoed, er is een Palestijnse of Jeruzalemse (400 nC) en een Babylonische (500 nC) versie. Het verdiepen in de Torah gaat door tot op vandaag. Dit is wel eens muggezifterij genoemd, maat dat is beslist onjuist: uit deze ijver blijkt de hoge waardering van het Joodse volk voor de Torah.

  • Vele discussies betreffen de toepassing van de wet en de levenswandel die daar bij past. (halacha).
    Het gaat dan om de sabbath, spijswetten, rituelen (besnijdenis, huwelijk, begrafenis) en het vieren van Pascha en andere feesten.
  • Een tweede lijn van bezig zijn met de Torah is het vertellen van allerlei geijkenissen en anecdotes (haggada).
     

Tov het Christendom valt op dat

  • het meer om het leren en verdiepen in en discussiëren over de wet gaat, dan dat men het samen eens zou moeten worden. Men kwam niet in concilies bijeen om de eenheid van het geloof in formules vast te leggen. Er zijn Liberale, Conservatieve en Orthodoxe en andere stromingen in het Jodendom zonder dat men dat als een probleem ervaart. -
  • het vooral om het leven in het hier en nu gaat, en veel minder over God, het leven na de dood, de eeuwigheid. Wat in het Jodendom het dichtste bij een credo komt is Deut 6: 4 - hoor Israël, de Here is onze God, de Here is één. En typerend zijn dan de verzen die daar direct op volgen met allemaal opdrachten: Heb de Here lief met al wat in je is, Houd de geboden steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in...Draag ze als een teken om uw arm... Schrijf ze op de deurposten van uw huis...
    De Here liefhebben doe je door deze opdrachten te gaan doen: rituelen en ethiek.

Voorbeeldfiguren
Men kan voor deze dingen een voorbeeld nemen aan bijbelse personen als Mozes en Elia, maar ook Hillel, Sjammai en andere rabbijnen, of de Baäl Sjem Tov en andere chassidische meesters.
 

terug