Oosterhuis, Vogels Oosterhuis, Vogels

Jaap Oosterhuis is een vogelliefhebber die graag met verrekijker en foto-toestel erop uitgaat om vogels te observeren. In zijn boek vertelt hij over hop, grutto, trekvogels, zwermen vogels, hun nesten, hoe ze in V-formatie vliegen enz.

De schrijver is ook predikant. Aan de vogels verbindt hij verhalen uit de bijbel, overwegingen en zelfs preken.

Op p. 47 schrijft hij bv over kwartels. Die kennen we uit de bijbel Numeri 11: Israel is uit Egypte bevrijdt, op reis naar het beloofde land, en onderweg in de woestijn is het ontevreden dat het alle dagen manna eet en nooit eens een stuk vlees. Dan vallen er op een dag duizenden kwakkels uit de lucht. De mensen eten ervan, worden ziek en gaan dood. De schrijver legt uit, dat het om een zgn 'fall' gaat: een massale landing van vogels. In dit geval van de gewone kwartel. Na een dag vliegen strijken ze massaal neer op de grond. Tijdens de trek eten ze nogal eens de giftige zaden van de monnikskap en andere planten. Als mensen van zulke vogels eten, kunnen ze ziek worden en er zelfs aan bezwijken. Oosterhuis verbindt het met Jezus die anders dan het manna en de kwakkels het brood des levens is.

De mus en zwaluw (Ps 84) die in de tempel wonen bespreekt hij p. 91 en verbindt dat met de introverte en extraverte karakters van mensen, die hoe verschillend ook toch beide in de kerk thuis horen.

Een ander hoofdstuk is gewijd aan vissen vangen. De ijsvogel doet dat. En discipelen zijn ook vissers, eerst van vissen, later van mensen. De schrijver past het toe op evangelisatie en zegt dan dat het erom gaat mensen die nog niet van Jezus weten, bij de Heer te brengen. Het is niet de bedoeling dat je mensen bij de ene kerk wegkaapt om ze bij je eigen gemeente onder te brengen. (Rom 15: 20).

En van trekvogels dacht ik altijd dat de jongen de routes leerden van hun ouders. Maar Oosterhuis weet te vertellen dat er ook een soort is - de koekoek - waarvan de ouders een maand eerder vertrekken dan hun jongen. Maar ook hun jongen weten de weg. 'Wie vertelt ze wanneer ze moeten gaan en waarheen?' (202) Hun instinct en een ingebouwd kompas wijst hun waar ze naar toe moeten (206). Het verhaal dat hij aan trekvogels kompelt gaat over het vinden van God, van je bestemming: door de opvoeding die je krijgt, door een innerlijke stem, of door een combinatie van die twee.

Op een verrassende manier belicht collega Oosterhuis allerlei dingen uit bijbel, kerk en geloof vanuit de wereld van de vogels.

ds. de Lange

Jaap Oosterhuis,
Vogels met een verhaal
(in eigen beheer)
vierde druk

terug