Dan 7: 13 - 14
Dan 7: 13 - 14
Daniël 7: 13v (NBG51) Een klein steelpannetje zonder deksel, kun je makkelijk roeren Toen de kinderen nog klein waren maakten wij er lammetjespap in: niet te heet, en zonder klontjes
Vast hebt u ook grotere pannen voor de aardappels en de groenten de dagelijkse kost Er kan veel in, voor een heel gezin.
Wij hebben thuis ook nog een snelkookpan. We dachten dat het handig was: aardappels, groenten alles in 1 x er in en nog gauw klaar ook. Maar we vinden het maar een eng ding:
Er zit een deksel op dat je vast moet zetten Onder het koken kan de stoom er niet uit. De druk loopt op. De pan staat dan te sissen op het vuur. Wij vrezen ontploffingsgevaar.
Het eten is wel gauw klaar, zo. Maar als je hem te lang op het vuur laat staan is alles tot pap gekookt.
B Wat hebben die pannetjes met geloof te maken? Nou: denk bij het eten dat je klaar maakt maar aan : het geloof het geloof dat jou voedt en sterkt en op de been houdt. En het pannetje: dat ben je zelf En het vuur: dat is wat het leven je brengt, lief en leed, vreugde en verdriet.
Als je nog klein bent is alles fijn en mooi en zacht en zoet geloof als lammetjespap in steelpannetje Alles klopt: geen klontjes
Het leven lacht je toe. Je staat met vertrouwen in het leven. Het zit je mee, je hebt gelukt
Geloven is vanzelfsprekend... geloven is bijna geen geloven meer, het is haast: zien zie je wel dat God je helpt: je voelt je lekker het gaat je voor de wind. Wat wil je nog meer.
C Als je groter wordt, ontdek je wel: zo overzichtelijk, zo rechtlijnig zit het leven niet in elkaar. Hoe zou God je kunnen helpen als je met verkeerde dingen bezig bent: met roddel en leugens met afgunst en nijd met diefstal, met overspel, met moord en doodslag,
Dat is de grote ontdekking van Israel geweest: Je kunt van God alleen maar een zegen verwachten als je met de goede dingen bezig bent: de zorg voor elkaar, vrede, en recht.
Mozes bracht dat allemaal samen in de 10 geboden die horen bij het verbond tussen God en mensen.
En als het eens slecht ging in Israel een hongersnood een nederlaag van het leger dan vatte men dat op als een straf van God voor de overtredingen van het volk: om de vinger op de zere plek te leggen en riepen tot bekering op.
Geloof en moraal horen heel dicht bij elkaar. Als je goed doet, zal God je zegenen Als je kwaad doet, roep je zijn straf, zijn vloek over je af.
Eeuwen lang heeft Israel zo geloofd. Het is een volwassen geloof... met grote aandacht voor wat God van je verwacht: hoe je akkers bewerkt hoe je oogst binnenhaalt hoe je je knechten behandelt enz enz.... alles van het gewone leven moet gedaan worden op een manier die God wil. Bij dit geloof horen de gewone pannen waar je de dagelijkse kost in klaar maakt:
Niet te moeilijk dit geloof wel de aandacht erbij houden, zeiden de profeten niet knoeien met het recept (geboden) en ervoor zorgen dat het vuur niet uitwaait (geest) Maar dan lukt het wel: een smakelijke maaltijd / het leven gezegend.
D Dan op een dag dringt het tot je door: God die zegent wie goed doen? God die straft wie kwaad doen? Dat komt niet uit! Er gebeuren zulke erge dingen Ziekte en tegenslag...echt niet alleen bij slechte mensen maar ook bij lieve, goudeerlijke, keigoede mensen.
Bij sommigen kookt het geloof stuk: ze doen hun geloof aan de kant... kunnen er niet bij dat God al die ellende maar laat gebeuren Wie zal er wat van zeggen als je vanwege zulke vragen niet kunt geloven? Maar bij anderen kookt het niet stuk Wel gaan alle bijzaken overboord
Ze houden maar één ding over: de kern, En toch: al zien we er niets van al begrijpen we er niet van toch, toch zijn we ook nu in Gods hand. Dat zegt Daniël.... dat zeggen de jongste gedeeltes van het oude Testament dat zegt heel het Nieuwe Testament. Dat is geloof zonder bijzaken
E In de hoge druk pan van het leven – toch zijn we in Gods hand. Dat lees je niet af aan de omstandigheden. Juist niet. De omstandigheden, de gebeurtenissen alle leed en pijn zeggen alleen maar: zie je wel, er is geen God. doe je geloof maar aan de kant De vrouw van Job zei dat
Maar dat doet Daniël niet. Hij heeft een droom En in die droom laat God hem iets zien. Iets dat verborgen is: het raadsel van het leven, van de wereld, van de geschiedenis het diep verborgen geheim van de werkelijkheid waar je alleen maar van weet als het je onthuld wordt.
Daarom heet dit een apokalyptisch geloof. apokalyptisch – betekent: iets onthullen wat verborgen is. Bv een bruid die haar sluier weg doet om haar gezicht te laten zien Of ander vb: als in het theater het doek opzij gaat en het toneel laat zien. Dat is ont-hullen, laten zien, open-baren. Aan Daniël zijn verborgen dingen geopenbaard. Dingen die je zo niet ziet die je niet zomaar afleest aan de omstandigheden of uit de loop van je leven kunt opmaken.
Als Daniël droomt dan doet God een tipje van de sluier omhoog en onthult het raadsel van de geschiedenis de wereldmachten die elkaar afwisselen en de goede afloop, uiteindelijk.
En met die onthulling steekt Daniël zijn mensen een hart onder de riem: En met die onthulling bemoedigt hij ons: het komt goed, niet opgeven!
F Wat ziet hij dan? een leeuw, een beer, een panter – roofdieren, maar geen gewone: ze hebben ook vleugels, en meerdere koppen angstaanjagend...machtig, bloeddorstig En een vierde dier, dat helemaal nergens meer op lijkt: een duivels monster, tanden, poten, horens: alles op verwoesting ingericht.
Die 4 beesten staan voor de wereldrijken De Babyloniërs, de Perzen, de Meden, de Syriërs Het zijn de grootmachten uit de tijd van Daniël die Israel telkens onder de voet liepen het land plunderden de steden verwoesten de bevolking tot slaven maakte. Huiveringwekkend.
G Maar Daniël ziet dat de wereldrijken ook allemaal weer voorbij gaan. De een maakt plaats voor de ander. Op onrecht, geweld en onderdrukking kun je geen samenleving bouwen! Ze storten in, telkens weer. Ze gingen voorbij: de Spanjaarden, de Fransen, de Duitsers Ze gaan voorbij: de Moebaraks en de Kadaffi's Het gaat voorbij: het neo-kapitalisme dat zoveel mensen verarmt, hele volken uitbuit, de natuur verwoest.
Die beestachtige wereldrijken hebben geen van alle het eeuwige leven. Het laatste woord is aan God. Vraag Daniël niet waarom God ze zo lang toelaat Vraag hem niet waarom hij nog langer wacht of er nog niet genoeg geleden en gestreden is of de maat nog niet vol is.
Daar is geen antwoord op, geen verklaring, geen daarom voor te vinden.
Het is nu eenmaal zo, helaas dat er die wereldrijken er zijn grootmachten die het leven van miljoenen verknoeien en onmogelijk maken. En we voelen aan alles dat het zo niet hoort dat het zo niet bedoeld is dit spoort op geen enkele manier met God En toch is het er.
H Onbegrijpelijk voor ons. Je zou je geloof er door verliezen.
Zonder te zien...Zonder te begrijpen
Gelovigen zeggen niet: God zit achter al die ellende. Hij doet het ons aan. Het is zijn wil. Gelovigen zeggen niet: Het laat hem koud, wat ons overkomt. Gelovigen zeggen niet: Hij laat het op zijn beloop, we kunnen elkaar aandoen wat we willen Wij zeggen heel eenvoudig: God heeft deze wereld in de hand en heel mijn leven speelt zich af voor zijn aangezicht ook als het onder druk komt te staan als het leven zeer doet en zwaar valt.
Hoe zei ooit Jezus het tegen Pilatus? U zou geen macht hebben, als het u niet van Godswege gegeven was. (Joh 19:10)
I Dan ziet Daniël hoe een wijze, oude van dagen, (NBG) dat is God plaats neemt op de troon. voor hem 1000 x 1000 dienaren om hem heen 10.000 x 10.000 knechten de boeken gaan open... iedereen wordt ter verantwoording geroepen ook die laatste monsterachtig wrede koning en beoordeeld en gewogen en te licht bevonden. Weg ermee!
En dan – als met dat vierde beest is afgerekend: iemand die eruit zag als een mens een mensenkind, zoon des mensen
Wat een prachtig visioen: na die angstaanjagende, monsterlijke beesten: een mens... met een vriendelijk gezicht met ogen die de geringen zien met oren die de klagenden horen met handen om te verbinden met voeten die de weg van de vrede gaan met een hart dat overloopt van liefde
De ware mens In niets lijkt hij op die beestachtige koningen Een verademing. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij blijft voor eeuwig en altijd.
Daar loopt het op uit. Een tipje van de sluier werd opgelicht Even zien we met Daniël waar het naar toe gaat waar het tenslotte op uitloopt.
J Die mensenzoon, wie is dat? Jezus had het steeds over de zoon des mensen En dan bedoelde hij zichzelf:
De zoon des mensen is gekomen, zei hij om zichzelf te geven als een losprijs voor velen En dat heeft hij gedaan.
De zoon des mensen is gekomen, zei hij niet om te heersen, maar om te dienen En zo was hij.
De zoon des mensen, zei hij moet lijden en sterven en begraven worden en opstaan ten derde dage En zo is het gegaan
Jezus heeft zichzelf herkend in de mensenzoon die Daniël ooit zag.
En de mensen...de zieken en verlamden de hoeren en de tollenaren die hebben hem zo ervaren: hij is de ware mens... bij hem komen ze op adem hij : de koning van dromen
K En wij...wij worden nog steeds geraakt door zijn mensenlijke gestalte Hij brengt ons de liefde van God over Hij verwarmt ons hart Hij neemt ons voor zich in Hij wekt vertrouwen Hij doet verlangen naar vrede en recht En bovenal de wens om God te dienen en naar elkaar om te zien.
Dat is het toch, dat hij ons zo aanspreekt? Daarom komen we toch hier? onszelf terug vinden als een gemeenschap van broers en zussen de gemeente levend van zijn liefde de kerk gevoed door brood en wijn.
L Ik weet niet hoe uw geloof is. Misschien dacht u bij dat steelpannetje en de lammetjespap Ja, dat ben ik: ik zit lekker in m'n vel en sta vol vertrouwen in het leven
Ja, dat ben ik ik doe m'n best voor God en het geloof en ik merk dat daar zegen op rust
Hoe dan ook: vroeg of laat komt je leven onder druk te staan. Je geloof in de snelkookpan. Dan raak je veel kwijt Ik hoop dat dit ene, aller belangrijkste vast houdt net als Daniël: En toch is het goed om te leven En toch is het goed om te geloven En toch is het goed om voor de vrede te gaan voor wat eerlijk, en mooi en waar is.
Ondanks alles wat dat tegen spreekt Ondanks alles wat akelig aan het leven is Ondanks alle vragen die je erbij kunt hebben
En toch in Gods hand En toch: het zal goed komen... de monsterlijke beesten maken plaats voor een menselijke gestalte voor de Zoon des Mensen de wereldrijken maken plaats voor het koninkrijk der hemelen. Wij geven niet op. AMEN. | ||
terug | ||