De ongeboren tweeling De ongeboren tweeling
Er was eens een tweeling en ze zaten in de baarmoeder.
Toen ze langzaam groeiden en hun hersenen begonnen te functioneren, werden ze zich ook van hun omgeving en hun eigen bestaan vaag bewust. Na enige tijd ontdekten ze ook elkaars bestaan.

"We zijn aan het veranderen," zei de een, "Wat kan dat betekenen?"
"Dat betekent," antwoordde de ander, "dat we geboren gaan worden."
De twee huiverden en werden bang. Want ze wisten dat met de geboorte het leven hier ten einde was. Dat ze de wereld waarin ze nu leefden zouden moeten verlaten.
"Geloof jij eigenlijk in een leven ná de geboorte?”, vroeg de een. “Jazeker, dat is er.”
“Nee, dat bestaat toch niet. Hoe moet dat er eigenlijk uitzien, zo'n leven na de geboorte?”
"Dat weet ik ook niet precies. Maar zeker zal het veel lichter en helderder zijn dan hier. En misschien zullen we dan rond kunnen lopen en met de mond eten”.
“Wat een onzin! Rondlopen, dat gaat toch helemaal niet. En met je mond eten, wat een raar idee. We hebben toch de navelstreng die ons voedt.”

“Toch, ik weet het zeker dat het kan. Het is allemaal een beetje anders dan hier”.
“Er is er nog nooit iemand teruggekomen 'na de geboorte'. Met de geboorte is dit leven ten einde. En het leven hier is het enige. Je kunt er maar het best zo goed mogelijk van genieten”
“Ook al weet ik niet precies hoe het leven na de geboorte eruit ziet, we zullen dan in ieder geval onze moeder zien en ze zal voor ons zorgen.”
“Moeder? Jij gelooft in een Moeder? Waar is ze dan?”
“Nou hier, overal om ons heen. In haar leven we en zijn we en bewegen we. Zonder haar konden we überhaupt niet bestaan.”
“Wat een onzin! Van een moeder heb ik nog nooit iets gemerkt of gezien, dus bestaat ze ook niet.”
„Toch, toch, soms, als we stil zijn, kun je haar voor ons horen zingen. Of voelen hoe ze onze wereld streelt”




herkomst onbekend,
Henri Nouwen, Ignatius van Loyola en anderen worden genoemd.
 
terug