Doelstelling Doelstelling

Doelstelling

Het christelijk geloof is me dierbaar. Ik denk dat het van grote waarde is voor het leven en samenleven van mensen. Helaas zijn er nogal wat misverstanden en vooroordelen over het geloof waardoor velen het als 'niet van belang' afdoen. Dat is te betreuren, want een beter verhaal om in te wonen is niet gemakkelijk te vinden.

Ondertussen hebben het vooruitgangsgeloof en andere grote verhalen hun geloofwaardigheid verloren. Alleen het materialisme lijkt over te blijven: de visie dat heel de werkelijkheid, inclusief bewustzijn (denken, willen, voelen) en het ware, schone, goede evenals het godsdienstige is te herleiden tot materie.1 Dat is echter een opvatting die ons leven doet verschralen omdat die geen recht kan doen aan onze intuïties, gevoelens en ervaringen.

Hoogste tijd dus om het christelijk geloof af te stoffen, bij te stellen en zo onder woorden te brengen dat het voor mensen anno nu uitdagend genoeg is om toch te overwegen ipv onbegrepen naast zich neer te leggen. Ik doe het ook voor mezelf want in verouderde voorstellingen en versleten woorden verkommert mijn geloof.

Het is een merkwaardige paradox: 'het onzegbare' kan niet zonder woorden. Niet dat 'het geheim van de werkelijkheid' in woorden valt te beschrijven, maar het kan wel aangeduid worden in verhalen, gedichten, gelijkenissen en andere vormen van beeldspraak. Zonder taal is dat 'waar geen woorden voor zijn' nergens meer. De christelijke traditie biedt woorden om je levenservaringen te benoemen en die te delen met 'God' en met elkaar. Het geloof zoals dat leeft in jezelf put uit het grote verhaal dat uit de Bijbel naar voren komt. Op deze site vind je het allebei: persoonlijke geloofsuitingen2 als gebeden en gedichten maar ook het grote verhaal en reflectie3 daarop. Van het grote verhaal geef ik beknopte en uitvoerige varianten, ook één in gebedsvorm. In z'n kern is het een sleutelverhaal

Het geloof is gelukkig een verhaal dat je wel aan elkaar vertellen kunt, dat te snappen is. Pas als je het een beetje kunt inzien (verstand) en meemaken (gevoel), kun je beslissen of het wat voor je is of niet. Zo is het van meet af aan geweest. Paulus en de andere apostelen vertelden de mensen een stevig doortimmerd verhaal over Jezus, logisch opgebouwd, voorzien van herinneringen aan historische gebeurtenissen en soms (bij een Joods publiek) met teksten uit de heilige boeken. Ze wilden er geen misverstanden over laten bestaan. De mensen moesten niet op bijzaken ja of nee zeggen, maar over de hoofdzaak een beslissing nemen: het evangelie van Jezus Christus. Dat legden ze zo goed mogelijk uit. En de mensen zeiden ja als ze er Gods liefde in hoorden, of nee als ze zich eraan ergerden. Wie de stap in het geloof zetten4 raken gaandeweg meer vertrouwd met God.

Ik beweer niet dat je het geloof met redelijke argumenten bewijzen kunt. Alsof je je verstand niet goed gebruikt wanneer je niet gelooft. De beslissing om wel of niet te geloven valt niet je hoofd, maar in je hart en geweten. Daar huizen misschien weerstanden hdie met argumenten niet zijn weg te nemen. Of behoeften en verlangens die zo niet vervuld worden. Nee zeggen op het evangelie is heel normaal (al kun je het betreuren). Maar misschien dat op een later moment in je leven het geloof je wel aanspreekt.

Kwalijk vind ik het andere uiterste: de opvatting dat het geloof niet valt uit te leggen. Dat het daarom geloof is omdat je het niet weten, onderzoeken, bewijzen kunt. Dat geloven eigenlijk een sprong in het absurde is. Een zaak van slikken of stikken. Waarom zou je geloven in wat je niets zegt? En wat voor onzin laat je je dan nog meer wijsmaken?
Het zijn hoogmoedige, betweterige, heerszuchtige types die het geloof zo, zonder redelijke aanwijzingen aan je proberen op te dringen. Drammers die te lui en gemakzuchtig zijn om je het geloof eenvoudig en onderbouwd uit te leggen. Ze maken het geloofsgesprek onmogelijk omdat ze geen argumenten geven voor hun visie. Ze willen je op hun gezag laten geloven ipv jou de ruimte te laten om naar eer en geweten te kiezen voor of tegen het evangelie.
Als het geloof zo gepresenteerd wordt, wat betekent het dan als je er ja op zegt? Geloof je dan? Of neem je alleen maar iets geforceerd aan, zonder dat het leeft in je hart en ziel? Dan doe je jezelf geweld aan met als risico dat je niet meer bij je gevoel kunt en je jezelf blokkeert om meer vertrouwd met God te worden. Hoe zal zijn Geest dan nog je leven vernieuwen en doen toenemen in geloof, hoop en liefde?
En als je er nee op zegt? Ben je dan een ongelovige? Nee je bent gewoon niet goedgelovig: je laat je niets opdringen. Gelukkig maar! Want zo houd je het open bij jezelf en hopelijk tref je nog eens iemand die je wel goed van het geloof kan vertellen



-----
1
materialisme bedoelen we dus niet moralistisch als liefde voor geld en bezit
2 ook wel fides qua : het geloof zoals dat leeft in je hart en geweten (subjectief)
3 ook wel fides quae : de geloofsleer, het geloof dat je voor waar aanneemt met je verstand (objectief)
4 ik vind 'een sprong in het geloof' een ongelukkige uitdrukking: alsof je er geen enkele goede reden voor hebt. Alsof je eerst schaakmat gezet moet worden, zodat je alles opgeeft voordat je geloven kunt. Het veronderstelt dat er in de mens alleen maar verzet tegen God is, en geen verlangen naar. Een verdorven natuur die geen enkel aansluitingspunt voor God en geloof heeft. Paulus gaat anders te werk, bv als hij in de Athene de bewoners aanspreekt (Hnd 17). En als hij in 1 Kor 1v  het menselijk verstand dwaasheid noemt dan is dat geen loze bewering, maar één die hij met argumenten onderbouwt: er komen bijbelteksten en voorbeelden (de gemeente, zichzelf) aan te pas. Paradoxaal weliswaar, maar dat kan alleen maar op basis van een gedeelde redelijkheid (1 Kor 1v). Een paradox is wat anders dan een absurde of zinloze uitspraak.
 
terug