Euthanasie Euthanasie
Inleiding
Euthanasie – opgevat als opzettelijk levensbeëindigend handelen, op verzoek van de zieke bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden- is een fenomeen van de moderne tijd. Een ondraaglijk en uitzichtloos lijden duurde vroeger nooit heel lang. Door de medische wetenschap kan het leven echter enorm gerekt worden. De bijbel geschreven vele eeuwen geleden heeft het nergens over euthanasie. En schrijft dus ook niet voor hoe gelovigen over euthanasie moeten denken. Overigens geldt dat van eigenlijk alle ethische kwesties: abortus, homofilie, genetische manipulatie, economie en milieu enz. We vinden in de bijbel geen kant en klare recepten, geen tijdloze waarheden. Zo komen we er niet. Toch willen ook christenen een mening vormen over euthanasie. En dat doen ze door de bijbel in de geest van het geloof uit te leggen. Het is ooit Pinksteren (Hand 2) geworden. Dwz de Geest is gekomen. De Geest van Jezus. Die Geest zal de gelovigen de eeuwen door heen helpen een weg te vinden (Joh 16:12-15). Ook met het vinden van een houding tov euthanasie.

Christenen heten naar Christus. Zij vinden in Jezus het sleutelverhaal voor hun eigen leven. In het verhaal van Jezus, zijn lijden, sterven en opstaan ontdekken ze twee dingen: aan de ene kant de liefde van God voor mensen in Jezus, aan de andere kant het bederf, het geweld in mensen dat die liefde afslaat. Uitgerekend Jezus, de meest liefdevolle doen wij het kruis aan!
Dat is onthutsend. Christenen zijn voortaan niet meer zo zeker van zichzelf. Ze weten iets van het onredelijke, het beestachtige, het egocentrische en al die andere vormen van angst die in ons schuil gaan. Aan de andere kant hebben ze nu juist oog gekregen voor de vertrouwenwekkende liefde van God die aan kruis en in graf maar niet te doven is (Pasen). Christenen geloven dat die liefde naar hen en naar ieder mens uitgaat. Dat die liefde in ons wil wonen en verlichten en verwarmen en bemoedigen. Voor die liefde stellen christenen zich open. Die liefde willen ze nooit meer kwijt. Zo vernieuwt Christus/de Geest hun leven. Christelijk leven is in de praktijk de worsteling om bij deze liefde te blijven. Er is zoveel dat ons afleidt (werk, hobbies, verplichtingen), zoveel dat ons hindert (aanleg en opvoeding), zoveel dat ons verlamt (zorgen, verdriet). Maar dit is het ene allernodigste zegt Jezus tegen Martha (Luc 10: 38-42). Zonder deze aansluiting op de bron van vertrouwen, hoop en liefde kunnen christenen niets doen (Joh 15: 5). Dan gaan ze niet open naar de ander en het leven. Dan blijven ze in zichzelf gekeerd, bezorgd en angstig.

Alternatieven
Christenen die opzien tegen het lijden (m.n. pijn) dat aan het sterven voorafgaat en euthanasie overwegen, zullen zich eerst moeten afvragen of hun zorg niet vooral paniek is, die voortkomt uit angst. Angst is een slechte raadgever, ook in deze zaken. Dan is goede, zakelijke voorlichting van groot belang: de behandelend arts kan informeren over pijnbestrijding, over het stoppen van een zware behandeling, over sedatie en ook over euthanasie.
Maar belangrijker nog is dat de angst voor het sterven en de dood wordt weggenomen. Voor christenen gebeurt dat in het geloof dat God bij hen is. Dat zijn liefde hen ook in het lijden zal weten te bereiken (Rom 8: 31-39). Christenen verstaan hun lijden niet als een vloek of een straf maar als een weg die ze met God mogen gaan. Hij weet wat het is om mens te zijn (Hebr. 4: 15). Met zijn kracht komt hij onze zwakheid tegemoet (2 Kor 12:9).
In dat vertrouwen wordt de vraag naar euthanasie minder urgent. Des te belangrijker wordt de vraag wie of wat de liefde van God reëel en dichtbij kan brengen. Als dat niet gebeurt, is het praten over Gods liefde maar een slag in de lucht waar de zieke alleen maar nog zieker en eenzamer van wordt.

Gods liefde wordt geloofwaardig in de deskundigheid van artsen, in de zorg van de verpleging, in het bezoek van familie en vrienden, in de kaartjes van de buurt, in de voorbeden van de gemeente. Mensen zijn daarom allemaal heel belangrijk: zij kunnen de liefde van God zichtbaar maken of verbergen.
Een christen ziet Gods liefde ook in allerlei andere voertuigen van genade: de stilte van de nacht, een droom, een wolkenlucht, een tekst uit de bijbel, een sterk gevoel dat je niet alleen bent, een gebed, muziek en zang. Indrukwekkend vond ik het sterven van een christen die vlak voor zijn einde samen met zijn vrouw en kinderen nog één keer het avondmaal wilde gebruiken. Net als Jezus ooit op witte donderdag: met de dood voor ogen. Met de hemel/het paradijs/het eeuwige leven als uitzicht.

Een christen ziet Gods liefde ook hierin dat hijzelf als zieke en patiënt nog een taak heeft: hij kan bezoek ontvangen, liefde en waardering geven, troosten, bidden. Niet verbitteren of onverschillig worden. Uiteindelijk afscheid nemen.
Het laatste stukje van de levensweg is niet zomaar waardeloos of zinloos. Soms leert een kind vader of moeder nu pas van hart tot hart kennen. Het is een tijd dat er hoge waarden worden gerealiseerd. Jezus aan het kruis weigert de verdovende wijn om helder van geest te blijven om “…te bidden voor zijn vijanden, om Maria een nieuwe zoon te geven, om de moordenaar niet vergeefs “denk aan mij” te laten roepen…”(Okke Jager)

Veel christenen doen in hun lijden de ervaring op, dat ze meer aan kunnen dan ze van te voren (in hun angst en paniek) dachten. Ze kunnen een stapje terug doen, pijn en moeite verdragen en zelfstandigheid verliezen. Waardoor? Omdat de liefde van God hen omringt en de draagkracht vergroot. Niet constant als was het geloof een bezit. Maar op de manier van “zien, soms even” (Huub Oosterhuis). Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort (Ps 84). Ze leven in het moment en proberen zich niet te veel zorgen te maken voor wat er morgen of daarna zou kunnen gebeuren (Mat 6: 34). Vaak gaat de wens naar euthanasie helemaal voorbij. Bijna altijd blijkt na verloop van tijd de bestrijding van pijn en benauwdheid mbv morfine en zuurstof effectief genoeg te zijn (palliatieve sedatie). Mijn collega’s en ik hebben maar een enkele keer met euthanasie te maken gehad. Veel vaker werd gekozen voor sedatie. Soms besloot men niet langer voeding door een infuus toe te dienen. Het gegeven dat euthanasie in elk geval bespreekbaar was, droeg daar zeker aan bij.

Conclusies
Voor een christen-patiënt is euthanasie iets wat als laatste mogelijkheid een optie zou kunnen zijn: als terminaal lijden zwaar en pijnlijk is en bestrijding van pijn en benauwdheid niet of nauwelijks helpen. Dan is aan te nemen dat de liefde van God niet meer beleefd kan worden. Eén van Jezus laatste woorden was: “mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?” (Mat 27:46). Daarna geeft hij de geest (Joh 19: 30). Voor een christen hoeft dat allerlaatste niet langer te duren.
Wat betekent dit voor een christelijke arts, christelijke verpleging en christelijke verzorgers? Mogen zij meewerken aan euthanasie? Volgens de Nederlandse wet mag dat onder strenge voorwaarden. Maar zij willen natuurlijk ook weten: geeft het christelijk geloof mij die ruimte? Ik denk het wel. Zie hierboven en bovendien: de patiënt is mondig. Alleen hij of zij kan uitmaken of het leven nog de moeite waard is of dat het lijden ondraaglijk is geworden. Die keus is zijn of haar verantwoordelijkheid. Meewerken aan zo’n verzoek hoef je niet te zien als medeplichtigheid aan (zelf)moord. Het is veel meer een laatste daad van barmhartigheid aan iemand in een uitzichtloze situatie (Kuitert).
Tegelijk kan ik me heel goed voorstellen dat dit tegen iemands heiligste overtuiging in gaat. Dan moet hij/zij het niet doen. De overheid verplicht niemand om mee te werken aan euthanasie. Het christelijk geloof verbiedt (Rom 14) zelfs om dingen te doen die tegen uw geweten ingaan.
terug