Ex 3: 1 - 15
Ex 3: 1 - 15
God openbaart zijn Naam : Ongrijpbaar: Ik ben Ik Veelbelovend: Ik zal er zijn. A groet, Blaise Pascal is een hele geleerde man uitvinder van de eertse rekenmachine een wiskundige en natuurkundige. Als hij sterft in 1662 ontdekt zijn bediende in de voering van zijn kleding een stukje perkament: Daarop geschreven het verslag van een heel bijzondere ervaring van een ervaring met God: VUUR God van Abraham, God van Isaak, God van Jakob Niet der wijsgeren en geleerden Zekerheid. Zekerheid. Gevoel Vreugde. Vrede God van Jezus Christus Vreugde, vreugde, vreugde, tranen van vreugde Pascal was een zoeker een zoeker naar waarheid, vandaar dat hij zo ver kwam in de wetenschap Ten diepste een zoeker naar God heel zijn verstand schakelt hij in om zekerheid te vinden En die nacht – 23 nov 1654 – heeft hij gevonden Beter: werd hij gevonden: God maakt zich aan hem bekend: nu is er geen bewijs meer nodig. Pascal weet met zijn hart. Het lijkt wel of de geschiedenis met Mozes zich herhaalt: VUUR… Een stem die zegt: God van Abraham, Izaäk en Jakob EN: net als bij Mozes een grote verandering: Voor die tijd was Pascal gericht op een carriëre aan de universiteit Daarna verkoopt hij zijn bezit, helpt armen en zieken en leeft zelf heel eenvoudig B Wij denken misschien: wat de bijbel vertelt over Mozes in de woestijn en vuur in een doornstruik en een stem die klinkt dat is allemaal figuurlijk…die dingen gebeuren niet echt Maar iemand als Pascal overkwam hetzelfde en die liet zich echt niet zo maar wat wijsmaken Mensen die in de handen van God vallen…. dat gebeurt tot op vandaag. Voor Mozes gebeurde dat op zomaar een dag dat hij in de woestijn is met de schapen. Mozes alleen met zijn gedachten bij zijn volk in Egypte… God, waar bent u? God, wat moet ik? En dan een braambos, een doornstruik brand: maar geen rook… VUUR…teken van God, heilig en ongenaakbaar Op dat moment valt alles op zijn plek: Die dorre struik met zijn stekels dat is Egypte… waar het volk Israel wordt gepijnigd en afgebeuld Dat vuur dat is God die daar wil zijn met zijn volk…in de verdrukking Die doornstruik en dat vuur dat is ook een beeld van Mozes zelf: van zijn stekeligheid…zijn geweld…zijn ongeduld en van zijn vurige wens om zijn volk te helpen Alle stukjes van de puzzel vallen op hun plaats Mozes hoort hoe dit allemaal over hem gaat zijn naam wordt geroepen: Mozes! Mozes! C Met “God” bedoelen wij heel vaak er moet wel iets zijn..iets daarboven want het kan er toch niet zomaar zijn de zon en maan en sterren, de aarde, bomen en planten, vissen en vogels, mensen Die iets-God spreekt niet en hij zwijgt niet…hij is altijd even stil Hij verbergt zich niet en hij openbaart zich niet…hij is altijd even ver weg. De God die we in dit stukje tegen komen is heel anders dan de iets-God Hij spreekt na tijden van zwijgen Hij is verborgen tot hij zich openbaart Hij zet Mozes in vuur en vlam Hij geeft het leven van Pascal een heel nieuwe wending Hij bemoeit zich met mensen tot op vandaag. De bijbelse God is een levende God Niet een Iets-God Maar één die spreekt en handelt en inspireert. Mozes en Pascal en vele anderen waren niet mensen die eerst niet en later wel in Iets gingen geloven. Ze hebben altijd wel geloofd in iets daarboven… Maar daar hadden ze niks mee. Alles werd anders toen God zich liet kennen VUUR…een stem die spreekt… een boodschap die hun treft als een pijl in het hart. Voorbij de onzekerheid van Pascal Voorbij de besluiteloosheid van Mozes Hun leven neemt een wending. Daarom zijn we toch vandaag hier gekomen? Naar dit kerkgebouw op het oog een berg stenen, net als de Horeb. maar we hopen dat het een Opgang wordt dat God ons hier zal vinden en ons geloof versterkt, de hoop vastmaakt, de liefde vurig. D Wie bent u? vraagt Mozes De God van Abraham, de God van Izaak, de God van Jakob Want God maakte met elk van deze drie een eigen geschiedenis door. Voor Abraham – die Ur moest verlaten - is God anders dan voor Izaak en voor Jakob – de bedrieger - nog weer anders. Ieder leert God op een eigen manier kennen U anders dan jij, anders dan ik. Op een manier die past bij ons. Hebt U ook een naam? vraagt Mozes Ik ben ik is het antwoord Wat een rare naam is dat: Ik ben ik Als God nu had gezegd: Mijn naam is “Vrijheid” dan kon Mozes daar wat mee In naam van de vrijheid zou hij naar Egypte gaan Ja maar ook: In naam van de gerechtigheid een bloedige opstand beginnen In Rusland : In naam van de vrede Oekraine verwoest En tenslotte: In naam van de veiligheid onschuldige mensen opgepakt Wat gebeurt er niet “in naam van de vrijheid”? Hoogst on-goddelijke dingen. God heet niet vrijheid, of vrede of gerechtigheid of liefde Onze meest verheven ideeën zijn niet God Ik ben die Ik nu eenmaal ben…God blijft zichzelf. En dat is maar goed ook! Want als wij van vrij vrede en gerechtigheid van vrijheid en liefde een rommeltje maken staat de Levende God daar nog boven Om ons tot de echte vrijheid te brengen Om ons te leren wat echt vrede en gerechtigheid is. Om geloof, hoop en liefde te wekken Zo, zoals Hij is, ongrijpbaar, geen beeld, geen naam, geen leus in al zijn raadselachtigheid hebben wij het meeste aan Hem. Hij is de beste waarborg dat het eens goed komt met de mensen en de wereld. E Ik ben die ik ben… Daar moet Mozes, en daar moeten wij het mee doen. Maar: Wie ben ik dan? vraagt Mozes dat de Israelieten uit Egypte zou leiden? Wie ben ik nou eigenlijk dat ik enkel God zou liefhebben en dienen terwijl ik de verleiding van geld en bezit elke dag ondervind. Wie ben ik nou eigenlijk dat ik niet zou gaan leven voor enkel hier en nu? Wie ben ik nou eigenlijk dat ik me niet laat mee zuigen in het doemdenken, de complotttheorieën? Ben ik daarvoor sterk genoeg? En wat zullen m'n vrienden zeggen? Wie ben ik, vragen wij onszelf dat ik mijn naaste zal vergeven en helpen en troosten zo als ik zelf vergeven en geholpen en getroost zou willen worden? Waar begin ik aan? Wie ben ik, vragen wij onszelf dat ik in geloof en hoop en liefde mijn weg zal gaan terwijl voor mij zorgen en moeilijkheden liggen waar ik als een berg tegen op zie. Heb ik zo’n groot geloof? Kan ik dat trekken? Het antwoord van God is heel eenvoudig: Ik ben Ik, en Ik zal er zijn Niet: Mozes, kom op. Je bent sterk, gezond, Je weet alles van Egypte en de Farao, Je spreekt de taal, je kent die wereld van binnenuit. Dat helpt niet. Die dingen wist Mozes allang van zichzelf Maar het was niet genoeg. Het gaf hem niet de moed om naar de Farao te gaan. Daarvoor is iets anders nodig: dat je hoort, weet, gelooft: God is bij me Ga nu maar…niet in vertrouwen op je eigen geschiktheid maar in het vertrouwen dat ik je niet zal ontbreken. Ik ben ik. En ik ben bij je. F Zo zijn ze gegaan Mozes, Pascal, al die grote heiligen en kleine gelovigen, ons voorgeslacht Hij zal er zijn, ook voor ons. Ja zo vaak al was hij er voor ons: Door een woord uit de bijbel in een vriendelijk gebaar een toevallige ontmoeting een bijzondere gebeurtenis een voorspellende droom Zoveel waarin Hij zelf meekomt en aanwezig is Eigenlijk allemaal brandende doornstruiken Hoeveel zouden we er on-opgemerkt al voorbij zijn gelopen ? Als u nog steeds wacht op zo'n inspirerende ontmoeting zoek dan net als Mozes geregeld deze kerk, deze berg stenen op: Het zou op zo maar een dag meer dan een berg stenen kunnen zijn een Horeb, een Opgang uit de hoge een heilige plek waar u God vindt waar God u vindt. AMEN AMEN | ||
terug | ||