Gen 6: 5 – 9: 17 (Inleiding) Gen 6: 5 – 9: 17 (Inleiding)

Zondvloed
Het verhaal van Noach en de ark op het water staat bekend als het zondvloed-verhaal. Maar al heeft de overstroming van de aarde en de ondergang van bijna alle leven te maken met het kwaad dat mensen bedrijven, het woord zond-vloed betekent niet vloed vanwege de zonde. Het komt van sont-vloed = altijd/overal vloed, aanhoudende overstroming. Bij Denemarken is een zeestraat met die naam.

Wereldwijd
Zondvloed-verhalen zijn in vele culturen wereldwijd aangetroffen, maar opvallend genoeg niet uit Kanaän (Ugarit). Er zijn zondvloedverhalen uit Griekenland, India, China, Centraal Azië, bij de Eskimo’s en de eerste bewoners van Amerika: de Indianen in het Noorden en zuidelijker de Azteken en Maya’ en ook bij de Masai in Oost Afrika. Voor een beter begrip van het Bijbelse zondvloed verhaal kunnen we het beste terecht bij het Babylonische Astrachasis-epos (17-de eeuw vC). Het nog oudere (2100 vC) Gilgamesh-epos werd later met dit zondvloedverhaal aangevuld en in grote delen van het Midden Oosten, ook in Israël (Megiddo), bekend. De bijbelschrijvers moeten deze verhalen ook gekend hebben en geven die door op een manier die op beslissende punten van de babylonische afwijkt.

In de vergelijking
Vergeleken met Babylonische Gilgamesh-epos valt op dat het Bijbelse zondvloedverhaal

  • niet met meerdere goden rekent, maar met één. Voor die ene heeft de schrijver twee namen
    • Jahweh (HERE) als het om Zijn toewending naar mensen, dieren en aarde gaat.
    • El (God) als het om Zijn verheven soevereiniteit gaat.
  • In andere scheppingsverhalen is de zonnegod belangrijk; in Gen 6 - 9 wordt die niet genoemd, zelfs niet bij de regenboog, die toch alleen te zien is als de zon schijnt.
  • De reden van de zondvloed is niet dat de goden last hebben van de herrie die mensen op aarde veroorzaken; Israëls God stoort zich aan het goddeloze, slechte gedrag van mensen, maw er ligt een zedelijk reden aan ten grondslag.
  • De ark in het Bijbelse verhaal heeft meer van een doodskist dan een schip: het is een rechthoekig geval zonder boeg. Roer, kiel en mast ontbreken ook al.
  • De Bijbelse zondvloed duurt veel langer dan de 7 dagen in de Babylonische versie, nl 10 weken of een maanjaar of een zonnejaar. Dat geeft wel aan hoe zwaar God geraakt was door het kwaad op aarde en hoe grondig Hij ermee wil afrekenen.
  • In de Babylonische versie is er niet sprake van een verbond van de hemel met de aarde. De regenboog is dan ook geen teken van dat verbond.
  • Het Babylonische verhaal wordt volledig op maat gemaakt voor Israëls godsdienst, zelfs de held van het verhaal krijgt een Hebreeuwse naam Noach.
  • In de Babylonische variant draait het om eeuwig leven, in het Bijbelse niet: De mensen zijn te slecht om onsterfelijk te kunnen zijn. Zelfs Noach is dat niet, en na het verhaal over zijn dronkenschap dat hier direct op volgt, komt dat heel begrijpelijk over.

Verklaring
Dat we deze verhalen overal op de wereld aantreffen is voor een deel te verklaren vanuit het steeds meer verspreid raken van mensen en volken over de aarde. Elk volk gaf dan zijn eigen invulling en betekenis aan deze traditie.
Maar wat is dan de oorspronkelijke ervaring die aan deze verhalen ten grondslag ligt?

  • Is het met een verhaal / nachtmerrie begonnen, wellicht uit het collectieve onbewuste (Jung, als er zoiets bestaat)
  • Of was er ooit een echte grote overstroming?

Dat laatste menen oa de uitleggers die vinden dat de bijbel in alles correct informeert, dus ook over aardlagen, fossielen enz. Zij verklaren een wereldwijde overstroming als volgt:

  • water boven de aarde breekt door de overkapping (Morris, canopy-theorie)
  • water onder de aarde breekt door scheuren omhoog (Brown, hydroplaat-theorie)
  • door verschuivingen van de aardplaten ontstaan overstromingen (Baumgardner).

Dit zou gebeurd zijn in 2.348 vC, volgens James Ussher (1650) die de Schepping dateerde in 4.004 vC.
Het bezwaar, tegen vooral de eerste twee van deze theorieën is, dat zij strijdig zijn met alle wetenschappelijke kennis die de geologie ons heeft opgeleverd.

Andere onderzoekers houden het op een beperkte ramp. Er zijn twee geschikte kandidaten:

  • Bij het stijgen van de zeespiegel na de laatste ijstijd zou de scheiding tussen Middellandse Zee en Zwarte Zee gedeeltelijk zijn bezweken. Daardoor stroomde water van de Middellandse Zee de veel dieper gelegen Zwarte Zee in. De oevers kwamen dus onder water te staan. De bewoners vluchtten weg en verspreidden zich over Europa en Azië.
  • De inslag van een grote komeet +/- 3.000 vC ten Zuid Oosten van Madagascar veroorzaakte niet alleen de Burckle-krater (met een diameter van 30 km) op de bodem (3.800 meter onder de zeespiegel) maar ook wereldwijde tsunami’s. Gaan alle zondvloedverhalen op deze gebeurtenis terug?

Bronnen?
Het zondvloedverhaal geeft aanleiding om te denken dat er meerdere bronnen in zijn verwerkt.

  • Hier en daar treffen we verdubbelingen aan, bv het ‘nooit weer’ in Gen 8: 21 en 9 : 11.
  • Er zijn merkwaardige verschillen:
    • afwisselend gebruik van de Godsnamen Jahweh (HERE) en El (God)
    • wanneer is de aarde droog? Op 1-1-601 (Gen 8: 13) of 27-2-601? (Gen 8: 14)?
    • De ene keer telt de schrijver de dagen, een andere keer noemt hij de datum.
    • Hoe lang duurt de hele geschiedenis: een zonnejaar, een maanjaar of 10 x 7 dagen? (>uitleg)
    • Welke dieren gaan aan boord: de ene keer krioelende dieren, vee en vogels, de andere keer reine en onreine dieren.
    • En hoeveel: Eén paar of zeven paar?
    • Waarom een raaf en een duif?
Dit alles zou erop kunnen wijzen dat de auteur meerdere bronnen tot zijn beschikking had die op deze punten van elkaar verschilden.
De bekendste opvatting (oa von Rad) is, dat het om twee zondvloedverhalen – een Jahwistische (J) en een Priesterlijke (P) - gaat (net als bij de schepping) die door een Redakteur (R) zijn samengevoegd.
  • Kenmerkend voor J de godsnaam HERE, 7 paar reine dieren en vogels, de duif.
  • Kenmerkend voor P de godsnaam God, 1 paar dieren, de raaf.
  • R zou een aantal verzen verplaatst hebben, bv Gen 7: 16b zou oorspronkelijk gestaan hebben na Gen 7: 7.

Een andere mogelijkheid is dat R een eerdere versie (J) redigeerde tot de versie die we nu in de bijbel aantreffen. (dus zonder gebruik te maken van een bron E)

Hierover is veel te doen en unanimiteit is ver te zoeken. Dat is voorwerp van wetenschappelijk debat. Als lezers echter zijn we niet geïnteresseerd in de voorgeschiedenis van dit verhaal. Ons gaat het om de eindvorm zoals we die nu in de bijbel aantreffen. De schrijver (of R?) heeft die uit mondelinge en/of schriftelijke tradities (J, P?) tot een zorgvuldig geheel gecomponeerd. In zijn ogen was het af en geschikt om bij degenen aan wie dit verhaal verteld zou worden de boodschap over te brengen. Elke tijd zoekt en vindt er zijn eigen boodschap in. In'Gen 6 - 9 Uitleg Zondvloedverhaal'  geef ik door wat ik er als boodschap in hoor.
 

terug