Hnd 10: 1 - 17 en 34 - 38
Hnd 10: 1 - 17 en 34 - 38
Lezen Hnd 10: 1 - 17 de doop van Cornelius
Er is iets heel tegenstrijdigs aan de hand.
Aan de ene kant haken steeds meer mensen af als het om de kerk gaat. Ze zien de kerk niet meer staan. De diensten spreken niet meer aan. En verder heeft de kerk niet zo bar veel in de aanbieding: een gepreksgroep nog een keer, dan heb je het wel gehad.
Aan de andere kant is er een enorme belangstelling voor alles wat met geloof en zingeving heeft te maken. Je ziet het in de boekhandel: waar planken voor staan met boekjes over spiritualiteit, over christelijk geloof, gedichten en gebeden.
Er zijn talloze cursussen en workshops over mediteren over de betekenis van dromen.
Allerlei programma’s op radio en televisie over wonderen, engelen die verschijnen, bijzondere gebeurtenissen
Velen lopen het Pieterpad of gaan te bedevaart: Santiago de Compostella of bezoeken de bijbelse landen.
Uit de christelijke traditie, uit andere godsdiensten uit het paranormale uit dat alles sprokkelen mensen hun eigen geloof bij elkaar. Ze zoeken zelf wel uit waar ze wat mee kunnen.
Ze? dat zijn uw buren en collega’s dat zijn waarschijnlijk uw kinderen en kleinkinderen mogelijk zijn we het op een dag zelf nl wanneer de kerk ons vreemd wordt en we tegelijk ons geloof niet kwijt willen omdat we voelen dat er meer is tussen hemel en aarde
Hoe kan dat toch dat we daar als kerk niet op in weten te spelen: op dat zoeken van al die mensen hun honger naar God hun verlangen naar zin en betekenis.
Zullen die twee elkaar nog weten te bereiken? Zal het ons op een dag lukken hen aan te spreken bij Jezus en zijn God te brengen?
om zoekende mensen bij Jezus te brengen en te dopen. Dat is ook zo in ons verhaal over Petrus en Cornelius. Petrus moet heel wat overwinnen voor hij op Cornelius toe stapt en hem van Jezus en het evangelie vertelt. Wat zit Petrus eigenlijk in de weg?
Dat is niet zo moeilijk: hij hoort bij het Joodse volk, het uitverkoren volk Alle andere volken zijn dat niet: dat zijn de heidenen. Die mochten wel meedoen met het geloof van Israel maar dan moesten zij zich aansluiten bij de synagoge alle regels en voorschriften in acht nemen en als het een man was: zich laten besnijden. Dat was nogal een barrière.
En als Petrus een christen geworden is, is hij die hele indeling van Joden <> heidenen van rein<> onrein niet vergeten. Zo denkt hij er nog steeds over. Als een heiden er bij wil horen…dan moet hij zich aanpassen Als hij echt wil, dan heeft hij dat er wel voor over. Want die indeling in Joden – nietJoden dat is een goddelijke indeling: heilig, onaantastbaar, eeuwig.
Het klinkt ook zo voor de hand liggend: Wilders zegt hetzelfde: de immigranten, de gastarbeiders en vluchtelingen die mogen wel bij ons wonen maar dan moeten zij zich wel aan ons aanpassen. Hoofddoekjes kunnen niet, de vrouwen moeten modern en geëmancipeerd zijn en werken en de Nederlandse taal leren. Als ze zo graag hier willen wonen, hebben ze dat er heus wel voor over En anders moeten ze maar terug.
Vandaag zijn er ook diensten in de sporthal van Baalderveld in de school van de Marslanden. Ja, dat kost geld…en onze begroting vertoont een tekort En hier in de stad hebben we kerken…en die blijven leeg. Waarom komen ze niet hiernaartoe? Als ze naar de Beek kunnen en naar de Matrix dan kunnen ze toch ook hiernaartoe komen? Als ze echt graag willen?
Maar het eind van het liedje is dat Cornelius zich niet laat besnijden dat de allochtonen zich onveilig en tweederangsburgers voelen en op de zondagen dat er geen dienst is in de nieuwbouw blijven de gelovigen thuis, ze komen niet naar hier: de kerk Er blijft een afstand, er groeit een kloof.
om bij het Joodse volk te horen om volop mee te doen in het geloof aan Israels God.
Dat is toch wel een beetje vreemd. Is een romein van geboorte. En was opgegroeid met de Romeinse godsdienst: goden, tempels, offers en rituelen, feestdagen het was er allemaal. En toch had hij er niet genoeg aan. Hij kon het er niet vinden. Wat niet? Dat wist hij zelf niet goed. Maar als hij eerlijk voor zichzelf was dan wist hij wel: dit is te weinig… en kwam de onrust terug…
Hij was een zoeker gebleven, zoals al die mensen van vandaag die opgroeien met een zo groot aanbod van geloof en levensbeschouwing boeken, internet, workshops en op het laatst maar ophouden te zoeken want de een zegt dit, en de ander zegt dat het een nog mooier dan het ander… Ik geloof wel dat er iets is…. daar houden ze het maar op…
Cornelius heeft daar niet genoeg aan. Het verlangen drijft hem verder. Hij heeft geluk: Als hoofdman was hij in Caesarea terecht gekomen Een stad in Israel, aan de Middellandse Zee En daar is hij met het Joodse geloof in aanraking gekomen. En dat is heel bijzonder: maar één God En ook zo bijzonder: deze ene God verwacht wat van mensen: 10 geboden had hij ze gegeven en de meeste ervan gingen over het leven als mensen onderling. De Joodse godsdienst is een ethische godsdienst: wat goed voor je naaste is, en wat niet.
Dit is het! deze eenheid van godsdienst en ethiek van het verticale en het horizontale Zo wilde hij graag leven. We horen hoe hij dagelijks bidt hoe hij vele aalmoezen geeft aan het volk
Maar meedoen in de synagoge, dat was er niet bij. Hij bleef toch een heiden, onbesneden, tweederangs.
Petrus houdt vast aan het grote onderscheid tussen Jood en heiden Cornelius kan niet over de drempel van de besnijdenis heen komen En al staan ze nog zo sympathiek tegenover elkaar: er blijft een kloof, een afstand. En als God niet had ingegrepen, was dat zo gebleven.
Maar: Petrus krijgt een droom alle dieren, rein en onrein, kris kras door elkaar En een stem zegt: slacht en eet. En nog een keer: wat God rein heeft verklaard, zul jij niet voor onheilig houden Tot drie keer aan toe.
En: Cornelius krijg een engel op bezoek met de boodschap: je moet Petrus laten komen en luisteren naar wat hij je te zeggen heeft.
Aan beide kanten doet de heilige Geest zijn werk, bij Petrus en Cornelius en van beide kanten wordt de kloof overbrugd.
In de bijbel staat boven dit gedeelte: (de bekering van) Cornelius Maar eigenlijk moest er boven staan: de bekering van Petrus! Want Cornelius verlangt en zoekt en gelooft al in God en hij leeft ernaar ook. Maar Petrus: die moet heel wat overwinnen in zichzelf. Maar hij doet het…beter: God doet het aan hem.
En als wij de zoekende mensen willen bereiken de jonge gezinnen in de nieuwbouw dan lukt dat alleen maar als we vergeten hoe het vroeger was op zondag en hoe het hoort in de kerk. Als we daar in sporthal en scholen kerk mogelijk maken, want belangstelling – die is er wel maar zij naar ons toe? die drempel is om allerlei reden te hoog.
dan lukt dat alleen maar als we vergeten hoe het vroeger was met club en catechisatie maar ze opzoeken waar ze zijn: op de hangplekken
En als wij willen voorkomen dat allochtonen zich tweederangsburgers voelen is daar dezelfde beweging nodig: naar hen toe en ze helpen met onze taal, betrekken bij onze cultuur en praten over hun geloof en ons geloof. Niet dat moslims en christenen hetzelfde geloven Maar er is wel veel dat we delen. Laten we het daar over hebben…
Zij mag niet een inzichzelf gekeerd groepje blijven Ze moet erop uit.
En net als een luchtballon die niet van de grond komt moet ze alle overbodige ballast overboord gooien
Petrus ontdekt dat alle voorschriften over rein en onrein Jood en heiden heilig en onheilig er niet meer toe doen.
Het was een tijd nodig om zo God te dienen en je identiteit te bewaren Maar nu is er een nieuwe tijd aangebroken Nu komt het enkel nog op dit ene aan: wie je bent: of je hart bij God is…en je naaste op je rekenen kan. Al het andere is bijzaak geworden.
Dat heeft de kerk van haar Heer: Jezus zei – als je met iemand ruzie hebt, leg het dan eerst bij, voordat je naar de tempel gaat om om te bidden.
En precies daarop vinden Petrus en Cornelius elkaar Dit is hun gemeenschappelijke bodem: Allebei willen ze God dienen door om te zien naar hun naaste Daar komt het op aan.
Ze hebben niet 12 artikelen van het geloof geen 3 formulieren van enigheid Dat is allemaal uitwerking van dat ene geloof aan God en de dienst aan elkaar. Uitwerking die veel te precies het geloof wilde formuleren Uitwerking met een averechts effect Uitwerking die zoekende gelovigen buiten sluit.
Het is de hoogste tijd om op een nieuwe manier te zeggen dat we in God geloven en een verantwoordelijkheid voor elkaar en deze wereld hebben. En dat we over alle andere dingen verschillend mogen denken en spreken en kunnen leren van elkaar.
Op die eenvoudige basis, deze hoeksteen, zegt Petrus: Door Jezus mag je met ons meedoen in ons geloof aan God en in onze zorg voor de naaste. Jezus is onze Heer. Hij zal ons beoordelen naar wat we van ons geloof in God en van ons leven met elkaar gemaakt hebben.
dat de jonge kerk water in de wijn deed toen ze de besnijdenis lieten vallen. En we horen nog de verbazing doorklinken als blijkt dat God deze stap zegent.
Lukas heeft deze niet alleen verteld omdat ze ooit gebeurd zijn. Hij wil er vooral de kerk voor de eeuwen die volgen iets mee geven: Dit:
Het is God die zijn kerk bouwt Hij is het die de kloof overbrugt, van twee kanten Daar: bij al die zoekende mensen Al die mensen die wel geloven dat er iets is, dat is niet slecht; daar zit Gods Geest achter. De Geest die waait waarheen hij wil De Geest die ons hart onrustig laat zijn tot het rust vindt in God.
En hier bij ons, de kerk: ook hier waait de Geest. Krijgt ze de ruimte en zullen wij de lat wat minder hoog leggen en bij de mensen aansluiten bij wat ze al zoekende geloven? aansluiten bij hun wens om in hun buurt samen te komen?
Het lijkt op water in de wijn doen | ||
terug | ||