Hnd 12: 1 - 19
Hnd 12: 1 - 19
14 A Voor vandaag heb ik een borduurwerkje meegenomen: een kussenovertrek Weken heeft mijn schoonmoeder eraan gewerkt: Blauwe draden, lichte en donkere; gele en groene, heel veel witte Met veel geduld heeft ze die één voor één door het gaaswerkje heen gedaan Soms zie je kruisjes Dan weer lopen de draden over elkaar Sommige zitten heel strak, andere juist wat losser Er zijn ook nog wat rafels en losse eindjes te zien Wat stelt het voor?..... Het blauw doet je denken aan de zee Het wit: wolken in de lucht? Geel en groen: iets met bloemen? Eerlijk gezegd: je moet er naar raden. Er valt geen lijn in te ontdekken. Het is zo maar een lelijk ding: Als je niet beter wist zou je het weg doen. Maar: u hebt het wel door: dit is de achterkant De voorkant is wel even anders…….. Wat een verschil met de achterkant: een ordelijk geheel, geen warboel van draadjes een en al harmonie; geen kleuren die vloeken nu zien we wat het is: een bloemstuk Onze wereld heeft wel iets van die achterkant: het is een door elkaar we beleven fijne momenten van geluk en blijdschap Maar er is ook het negatieve en akelige: Ziekte en pijn, tegenslag en armoede En dat alles kris kras door elkaar. En wat stelt het voor? Ach, het is enkel de achterkant. In het goede vermoeden wij iets van God…van de hemel Maar het kwade vloekt daarmee, verstoort de harmonie. Hoe de voorkant eruit ziet? Hoe de werkelijkheid ten diepste is? Zou het zijn dat God uit ons leven en uit deze wereld een nieuwe hemel en een nieuwe aarde weeft? B Die eerste gemeente geloofde dat. Zij hebben Pasen meegemaakt… Wij hebben de Heer gezien, zeiden ze…God heeft hem opgewekt. En ze zagen iets van de voorkant: Van een wereld waar geen ziekte en dood meer is maar alles heel en gaaf en goed het koninkrijk der Hemelen Het zal nu wel gauw komen. Vol vreugde gingen ze met die boodschap de straat op. En de mensen stromen toe, de kerk groeit. Maar dan worden ze weer met beide benen op de grond gezet: Er komt een nieuwe koning: Agrippa heet hij… Een kleinzoon van Herodes En omdat hij wel net zo bloeddorstig en wreed is als zijn opa noemt iedereen hem ook maar: Herodes. Om de Joden een plezier te doen laat hij 2 leiders van de gemeente oppakken Jakobus en Petrus…een aanklacht is er niet. Jakobus laat hij zonder pardon onthoofden En Petrus zal binnenkort wel datzelfde lot ondergaan. Als zulke dingen gebeuren houd je wel op te dromen van een mooie voorkant van een koninkrijk dat komt Dan snap je er niets meer van Je ziet enkel nog de achterkant: losse eindjes en rafelige randen / kleuren die vloeken met elkaar er valt niets moois in te zien / de toekomst is donker en dreigend. Wij kennen dat van de rampen en ziekten die ons leven treffen. En God? Hier en daar ontdekken we misschien een streepje licht: Een vriendelijk woord…een helpende hand Is dat voldoende om het geloof erin te houden? om te hopen op een rijk dat komt? om te verdragen de moeilijkheden Soms verliezen wij helemaal het zicht op de voorkant De grillen van het lot…de willekeur van de machthebbers slaan het geloof uit handen C De jonge gemeente van Jeruzalem is geschokt van de moord op Jakobus Van de dreigende executie van Petrus En wat zal hun zelf te wachten staan? Ze staan er slecht voor. Wat kunnen ze anders doen dan samen komen om te bidden? Soms vragen mensen: Ik kom nooit in de kerk…geloof wel dat er iets is…maar ik doe er verder niet zo veel aan Kan ik dan nu wel bij God terecht? Nu de zorgen om mijn werk, mijn huwelijk, mijn gezondheid zo groot zijn? Is dat niet zwak? Is dat wel eerlijk? Ach, hoeveel mensen in de bijbel leven niet voor het vaderland weg en gaan pas tot God als ze in de problemen komen? Koning David, de zieke Naäman, de verloren zoon… Wat moet je anders als je met de rug tegen de muur staat en geen mens je helpen kan? God is niet te groot voor kleine mensen. De gemeente gaat bidden. Bidden om redding van Petrus? Vast, maar ze geloven er nauwelijks in: Jakobus was zonder pardon gedood Zal God Petrus wel redden? Kan God dat eigenlijk wel? Vast ook bidden ze om kracht voor Petrus. Om geloofskracht… Om morgen in vrede te kunnen sterven, zonder vloek op zijn lippen Maar als God de gevangenis niet openen kan Kan hij dan wel bij Petrus binnen komen en hem kracht geven? Vast ook bidden ze voor zichzelf: Bidden is de manier om de verwarrende achterkant even te vergeten Bidden is proberen om de voorkant weer in beeld te krijgen: Onze Vader in de hemelen….Uw koninkrijk kome Bidden is: proberen weer zicht op God krijgen En bedenken dat jouw leven, dat deze aarde voorwerp zijn van een God die daarmee bezig blijft net zolang tot zijn schepping eindelijk geworden is wat Hij erin ziet…wat Hij er mee voorheeft. Dan pas, op Gods tijd, is het borduurwerk klaar. Wie zo bidt, komt tot rust en vindt weer moed en kracht. D Dan vertelt de bijbel hoe een engel komt, in de nacht, Iedereen slaapt, de wachtposten Zelfs Petrus! aan de vooravond van zijn executie! Hoe is hij zijn zorgen, zijn angst te boven gekomen? Waar heeft hij de kracht vandaan om rustig te gaan slapen? Soms zie je, bij mensen voor een operatie – diezelfde rust, haast vastberaden zien ze hun toestand onder ogen, maken zich geen illusie geven zich over aan wat er komt. Meestal is er een pilletje voor nodig. Soms hebben mensen die kracht uit zichzelf, uit hun geloof. Net als Petrus. Dan wordt hij wakker. Daar is iemand. En de ketting is los…de wachten slapen…de deur gaan vanzelf open Het is of hij droomt…maar zomaar is hij buiten op straat. Hij wrijft zijn ogen uit. Dan komt hij tot zichzelf: Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden… Een wonder van God. Of zouden het de wachtposten zijn geweest? hebben die voor engel gespeeld? Zo denkt Herodes erover het is de schuld van de wachtposten: die hadden de boeien niet goed omgedaan die deden net of ze sliepen die hadden de deur op een kiertje laten staan. Die voelden zeker sympathie voor Petrus. Nou, hij zou die verraders wel wat anders laten voelen: Hij laat hen ombrengen. Herodes laat zich niet in de maling laat nemen. De schrik zit er weer goed in. En de streep van licht van bevrijding en leven en vreugde die even zichtbaar werd op de achterkant van het borduurwerk die streep van licht is al haast niet meer zichtbaar door het bloed dat Herodes laat vloeien. E Petrus gaat naar het huis waar de gemeente bij elkaar komt. Gek genoeg is het alleen maar Roosje, het dienstmeisje dat spontaan reageert als ze Petrus stemt hoort. Ze is zo enthousiast dat ze helemaal vergeet hem binnen te laten. Eerst gaat ze het de biddende broeders en zusters vertellen. Maar die geloven er niets van! Petrus vrij? Je bent niet goed wijs, zeggen ze! Petrus voor de deur? je zult wel een geest, een spook gezien hebben Wat mankeert die gemeente? Ze bidden wel de hele nacht om redding, om kracht, om hulp Maar eigenlijk geloven ze niet dat God nu nog wat kan doen voor Petrus. In gedachten zien ze zoveel moeilijkheden: de gevangenis met z’n dikke muren, deuren op slot 4 ploegen van elk 4 wachtposten, die de klok rond de wachthouden. kettingen en boeien. Onmogelijk om te ontsnappen. En met dat ongeloof hebben ze gebeden. Maar ook zo’n ongelovig gebed wordt wel eens verhoord! Wij denken wel eens dat iets niet kan: weer beter worden, / een familieruzie bijleggen / toch je diploma halen een baan vinden als je 50+ bent / en nog veel meer… En vaak is het zo, er gebeurde niets op je gebed. En dan bidden we nog wel bidden voor die dingen, omdat het ook zo raar is om het niet te doen, maar eigenlijk geloven we niet dat het nog wat wordt. Maar toch: wij zijn maar mensen…wij missen het overzicht wij kennen niet alle mogelijkheden die er in de werkelijkheid liggen God wel… Hij beschikt over alle mogelijkheden. Meestal maakt Hij gebruik van de mogelijkheden die wij gewoon vinden: medicijnen voor je gezondheid / huiswerk voor je diploma / het arbeidsbureau voor je baan. Maar soms gebeuren er dingen waar je eigenlijk niet meer op rekende: tegen alle verwachting in toch beter toch geslaagd, toch een baan. Toeval? Geluk? Wie gelooft, spreekt liever van een wonder, een engel en dankt God. F Verwarrend is het wel allemaal: Waarom Petrus wel gered, en Jakobus niet? Waarom Frits de Zwerver wel uit de koepelgevangenis van Arnhem bevrijd en niet Dietrich Bonhoeffer uit de gevangenis van Flossenbürg? Waarom de een wel genezen, en de ander niet? Wij komen daar niet uit. Het is er allebei: Het goede: van bevrijding, gezondheid, van liefde en geluk en blijdschap Het andere ook: ziekte en dood, oorlog en geweld, onrecht en honger Het loopt kris kras door elkaar, als de draden aan de achterkant van een borduurwerk: we kunnen er geen mooi plaatje van maken het is als een moeilijke deel-som die maar niet op 0 uitkomt we houden vragen over, waarom? en hoe lang nog? Het is er allebei: Voor het goede danken wij God Voor het kwade klagen wij Hem Wij kunnen daar geen mooi verhaal van maken Wij hebben het overzicht niet. Dat heeft God. Hij weet waar het naar toe moet. Wij? wij zien nog in raadselen, zegt Paulus ergens. Goed en kwaad, naast elkaar we laten het aan God over hoe hij uit alle leed en pijn uit alle vreugde en blijdschap zijn rijk tevoorschijn weeft. Geen goede daad is tevergeefs gedaan Geen traan voor niks gevallen Alles neemt Hij op in het Koninkrijk der Hemelen Dat komt, door alle tegenstand en dood heen. Het is Pasen geweest. AMEN | ||
terug | ||