Hnd 17: 15 - 34 Hnd 17: 15 - 34
A     Vindt u het gemakkelijk om te geloven?
Gaat het als vanzelf, of moet je er flink je best voor doen?
En wat maakt het dan moeilijk?


Is het omdat er zoveel treurigheid is in de wereld
in je eigen leven...
dat je haast niet kunt geloven.


Is het omdat het bijna onmogelijk lijkt:
Pasen, de opstanding van Jezus, leven na dit leven?


Of is het omdat er zoveel godsdiensten zijn?
En de mijne, zou dat nou net de ware zijn?


Ik heb van alle 3 wel eens last
En op bezoek bij mensen, in de gemeente
hoor ik hetzelfde:
ds, het geloof...is dat wel waar? klopt het wel?
ik ben er onzeker over...ik wil wel geloven...
maar soms denk ik, dat ik mezelf maar wat wij maak.


Als je dan van Paulus leest in Athene
dan is het of je in een andere wereld komt:
Toen was het heel gewoon om te geloven
Overal in de stad: altaren, tempeltjes, beelden
voor Apollo, Zeus, Artemis en nog vele meer.
Door en door religieus de bevolking toen.


En toch is er een overeenkomst tussen toen en nu:
Want tussen al die tempeltjes en beelden
is er ook een altaar gewijd aande onbekende god


Ook toen al konden de mensen
niet goed uit de voeten met het geloof.
Ook toen al mensen
die wel voelden dat er iets moest zijn
maar die het bij Apollo, Zeus, Artemis
niet vinden konden.
Zij geloofden dat God nog anders was
dan de beelden die zij zagen.
Veel verhevener, verborgen, een geheim
Ik geloof wel dat er iets is.




B     Opvallend: De mensen toen en wij nu:
wij blijven met god en geloof bezig


Je zou natuurlijk ook kunnen zeggen:
ik doe het allemaal aan de kant
Dan ben ik tenminste af
van al die lastige vragen en twijfels
Dan heb ik geen last meer van
hoop die niet uitkomt
Niet de teleurstelling meer van gebeden
die niet verhoord worden


Ik stop er mee,
ik probeer gewoon een goed mens te zijn
en eerlijk door het leven te gaan
wat te betekenen voor een ander
en een beetje te genieten als het kan
Leven voor enkel hier en nu: Atheïsme


Maar zover gingen ze in Athene niet
en zover gaan de meesten nu ook niet
Want geen God?
Waarom zou ik dan een goed mens willen zijn?
Waarom
eerlijk en hulpvaardig

Als er nergens in de hele werkelijkheid
een God is die dat wat uitmaakt
waarom zou ik dan niet als een grote egoist
door het leven gaan
om het zo leuk en lekker mogelijk voor mezelf te maken?


Want daarna is het over en uit. Dood is dood.
Deze aarde is iets toevalligs,
een klein planeetje verloren in een eindeloos grote ruimte


Uw en mijn bestaan: een zinloze onderneming
in een zwijgend en onverschillig heelal.
Dat gaat ons te ver.
Die consequentie durven we niet te trekken


Daarom zijn we zo blij
met dromen die misschien wel een boodschap hebben
met toevallige gebeurtenissen die misschien wel op leiding wijzen
met de sterren aan de hemel die ons aan een schepper doen denken
Die geven ons het het gevoel:
er moet iets zijn, een God, iets dat mij laat merken:
het is goed dat ik er ben
mijn leven telt mee, ik ben gezien
Hoe of wat, dat weet ik niet.
Maar op een of andere manier bespeur ik iets van:
een hart dat in het verborgene voor mij klopt.


Als dat toch eens waar mocht zijn.
Daar klamp ik mij aan vast als een schipbreukeling
een stuk hout in zee.



C      Paulus heeft in Athene rondgekeken
Hij proeft de sfeer
hoort de gesprekken op de markt, de straat
Hij laat het op zich in werken: de tempels en beelden.
Ziet ook dat altaar gewijd aan de onbekende God.


En dan moet hij er wat van zeggen.
Hij gaat niet te werk als de beeldenstormers
uit de tijd van de Reformatie
die de beelden van de heiligen kapot sloegen.
Hij gaat niet te werk als de cabaretiers
die het geloof belachelijk maken
Hij toont respect.
Respect niet zozeer voor de beelden en tempels
Maar wel voor wat er achter zit:
de mensen: hun zoeken naar zin en betekenis
hun vragen naar het goede
en wat tot een goed mens maakt
Hun verlangen naar God...dat neemt hij serieus.
Hoe anders zul je gehoor bij de mensen vinden?


Hoe doen wij dat?
Tonen
wij respect voor wat mensen beweegt

onze kinderen, vrienden, collega's
Betweterig, of met afkeuring vind je nooit een ingang.


Paulus spreekt ze aan op een gemeenschappelijke basis:
jullie en ik, wij allemaal zijn zoekers naar zin en betekenis
wij allemaal verlangen naar iets, naar God.
En het is God zelf die dat in ons oproept
Hij heeft ons zo gemaakt
dat dromen, toevallige gebeurtenissen ons aan het denken zetten
dat de sterrenhemel ons doet vermoeden, dat er wel iets moet zijn.


Hij heeft ons zo gemaakt in de hoop
dat wij al tastende hem zouden vinden.


En vast is er bij God ook teleurstelling:
dat wij hem niet echt vinden...
dat wij zo vaak niet verder komen dan
ik geloof wel dat er iets is


Want zulk geloof is niet sterk genoeg.
Een vaag vermoeden: zal dat ons staande houden
als de tegenslagen komen, als je je gezondheid verliest?
zal dat mijn hart behoeden voor wanhoop en verbittering?

Een vaag gevoel: zal dat ons de weg wijzen
in een wereld van drank en drugs en luxe en weelde
Zal dat mijn ziel bewaren voor een leven van enkel hier en nu?


Als de moelijkheden komen, zal ik dan niet denken
dat ik mezelf maar wat wijs maak?



D      Daarom gaat Paulus vertellen:
een verhaal, beter: een geschiedenis.
Over een mens: over Jezus
En wat er met hem is gebeurd in Jeruzalem.


Dat moeten ze beslist weten.
Want zonder Jezus is het verhaal over God niet compleet
Zonder Jezus blijft geloven een zoeken en vragen
Zonder Jezus blijft God een onbekende God,


Dat maakt heel duidelijk
dat het geloof, op zijn christelijk, niet iets is
dat je ook wel zou kunnen bedenken
als Jezus niet had geleefd.


Het gaat in het geloof over iets dat nieuw is.
Iets dat in geen mensenhart is opgekomen.
Iets
dat pas aan en door Jezus is bekend geworden.



Of lag het soms voor de hand dat Jezus gekomen is
en gekruisigd werd en opgewekt?
Dat
is toch één grote verrassing?



Daarom ook kunnen we Jezus niet inpassen
in wat wij van het leven vinden.
Een gekruisigde?
Voor de Joden die van God kracht verwachten:
is dat pure dwaasheid!
Een dode die leeft?
Voor
de Grieken, die bij God aan wijsheid denken

is dat dikke onzin.  (1 kor 1: 18 - 25)


Een onmogelijk verhaal dat is het evangelie.
Het laat zich niet combineren met ons idee
over hoe de wereld in elkaar zit
en wat er kan en wat er onmogelijk is.
Het gaat in tegen de tijdgeest
dat er geen God is die voor je zorg.
Dat je leven ren gevalletje is van domme pech gemengd met stom geluk.
En dat je er maar het beste van moeten zien te maken.
En dood is dood.


Het evangelie is ook vandaag een dwaasheid en een ergernis
En dat is maar goed ook.
Hopelijk kan het ons nog eens bevrijden
van die armzalige tunnelvisie die we op het leven hebben.


Want een mens gaat dood aan enkel hier en nu
Wij verlangen naar meer.


Naar wat eigenlijk?
Ach wist ik het maar. Wat ik zoek?

Dat weet ik pas als ik het gevonden heb.




E     Paulus gaat vertellen.
Over Jezus: hoe hij het ons probeert te geven:
het ware leven, in vrede met God en met elkaar.


Maar juist als Jezus zich zo voor ons inzet
blijkt hoezeer wij de weg kwijt zijn.
Want we vinden het wel mooi wat hij zegt
over dienen en delen en vergeven en vertrouwen
Maar hij moet niet denken
dat wij nu ook die weg gaan.
Want het is niet praktisch, niet haalbaar.
Dat zegt ons nuchtere verstand.
Jezus zelf is een dwaasheid en ergernis


Daarom: als Jezus op die weg blijft doorgaan
keert iedereen zich geërgerd van hem af
Judas, Petrus, Pilatus, de volksmassa
Weg met hem...Kruisig hem...


Zo ontlokt Jezus woede en geweld.
Onze ware aard komt naar boven
Zijn wij tot zulke dingen in staat?
Een kruis voor hem die dat het allerminst verdiende?
Zit die ergernis, zit dat geweld ook in mij?
Vast: het kost me totaal geen moeite
me in Judas en Petrus en al die anderen te verplaatsen.


Dan gaan mij de ogen open:
Wat slaan we de plank mis
onze wijsheid: dwaasheid is het // onze kracht: zwakte!
Het staat allemaal in dienst van de zonde: van de ik-zucht
van de angst en het zelfbehoud. Daar ga ik door de grond.


En ik zie nog iets:
het lijkt wel of hij de straf krijgtdie ik verdien
het lijkt wel of hij de dood ingaatdie mijn voorland is
het lijkt wel of hij door God verlaten wordt – onder mijn vloek gebukt gaat
Wil hij voor mij dit alles ondergaan?
Waarom toch? Om ons zijn liefde te bewijzen?


Ja, zo is het, zegt het evangelie.
Sta jij nu maar op als een nieuwe mens
genezen van van je ik-zucht.
Weet jezelf bevrijd en gezegend.
Je
vergist je niet: het is Pasen geweest

God is achter Jezus gaan staan
Heeft hem bevestigd op zijn weg van liefde, dienst en offer.


Het is inderdaad zoals Paulus schrijft:
Het zwakke van God is sterker dan mensen
Het dwaze van God wijzer dan mensen:
Die stakker Jezus aan het kruis
krijgt het onmogelijke voor elkaar
hij neemt ons voor God in.




F      Jezus, een naam, een leven, een kruis en een graf.
Uitgelegd als evangelie
als een
dringende uitnodiging

om je aan deze geschiedenis vast te klampen.


Lang niet iedereen doet dat.
Nu niet, en toen in Athene evenmin.
Een dode die leeft?
God die liefde is?
Liefde die het nooit voor gezien houdt?


Ze vertrouwen altijd nog meer op hun eigen wijsheid
dan op het dwaze van God.
Jammer, zo kom je niet echt verder.
Zo blijf je tasten naar God en hem vermoeden
achter de sterren
achter een toevallige gebeurtenis
alles wat je een beetje bijzonder vindt
Maar niet in die mens Jezus
in wie God zich wil laten vinden.
Durf je niet? Is hij te radicaal?
Heb je liever dat vrijblijvende van het iets-isme?


Maar een paar zeggen: ik geloof het.
Ik waag het erop...
dat van het geweld in mijn leven
en van de weg kwijt zijn,
dat herken ik
En dat ik de liefde van God mag ontvangen
dat wil ik maar al te graag geloven.
En ik merk dat er zo inderdaad
iets van vertrouwen komt, waar eerst angst en zorg was
En hoop, waar eerst wanhoop was
En zin en betekenis, waar eerst alles zo zinloos was
Het is of de stukjes van de puzzel
op hun plek beginnen te vallen.


Nee, niet allemaal.
Geloof is nu eenmaal niet een fraaie levensbeschouwing
Geen afgerond verhaal
Er blijven genoeg vragen en waaroms over.


Vast zal ik groeien in geloof en inzicht
Vast zullen ze sommige vragen wat van hun gewicht verliezen,
Maar verder? Ik ben maar een mens.
Wie ben ik om God na te rekenen?


Maar aan die geschiedenis van Jezus klamp ik mij vast.
Voor zijn Geest wil ik me open stellen.
Het nieuwe leven een kans geven, elke dag opnieuw.
Hij is mijn kompas. Mijn innerlijke stem.
En zo mijn weg vinden en gaan.
AMEN
 
terug