Hnd 8: 39 Hnd 8: 39
Hnd 8: 26 - 40   de kamering uit het Morenland
en hij vervolgde zijn weg met vreugde


A     Het is zomer, vandaag of morgen gaan we op vakantie.
Weg in eigen land….of verder weg
dan heb je meer kans op mooi weer.
Sommigen zijn al weg, de auto vol
Anderen vertrekken over een week of nog wat later
Ze tellen de dagen af.
Zo gaat dat met dingen waar je naar uit kijkt.
En dan eindelijk is het zover dat je de deur achter je dicht trekt
daar ga je, de zon tegemoet…vol vreugde op weg.


En hoe gaat 2 of 3 weken later?
Tel je dan weer de dagen af?
Ben je dan blij dat het afgelopen is
en dat je naar huis gaat…
en weer naar het werk…en weer naar school….
sommigen misschien,
maar de meesten zeggen: vakantie - heerlijk, verveelt nog niets


De reiziger uit ons verhaal keert wel zo naar huis terug.
Vol vreugde maakt hij de lange reis, 1500 km
Vol vreugde gaat hij straks weer aan het werk


Hij maakt ons nieuwsgierig
Wat voor vreugde is dat, dat je vol blijdschap
naar huis gaat, en naar je werk…
En als er zorgen komen, of verdrietigheden
zou die blijdschap dan overeind blijven?
En is die vreugde ook voor ons aan te boren?
Kunnen wij misschien straks vol vreugde naar huis?
En wat mooi eigenlijk dat God ons zo gemaakt heeft
op vreugde aangelegd…en Hij helpt het vinden ook.




B      Op zich best vreemd dat de kamerling op reis is gegaan.
Want in Ethiopië is hij opperschatmeester van de koningin
Zeg maar minister van financiën
een invloedrijke, machtige functie,
Reken maar dat hij goed verdient.
Hij kan ook nog eens een paar weken op vakantie
om naar Jeruzalem te reizen
Hij heeft het goed voor mekaar.


Maar waarom die verre reis naar Jeruzalem?


Ach, je kunt het helemaal gemaakt hebben
een goede baan
een mooi huis, waardering van iedereen
en toch bij jezelf voelen: is dit alles?
we moet toch meer zijn!
Want een tijdje leven en dan sterven…
wie kan daar genoegen mee nemen?
wat is de zin van zo’n leven?



Dit zijn vragen die heel diep zitten
De Eeuwige stelt ze aan hem en aan ons
en Hij alleen kan ook het antwoord geven.
Je lost deze vragen niet op met meer geld
een nog mooier huis, een nieuwe carrieresprong,
of een duik in de Middellandse Zee


Zo is de kamerling op reis gegaan: om God te zoeken
En zo zijn wij hier gekomen:
zoeken naar het geheim van de werkelijkheid
verlangend naar zin en betekenis,


Want de goden van onze omgeving:
geld en bezit, vakantie en vrije tijd, genieten
het is prima allemaal
maar deze diepe onrust nemen zij niet weg
daarvoor is nog iets anders nodig: God zelf


Ons hart is onrustig, tot het rust vindt in God, zei een kerkvader (Augustinus)




C Thuis in Ethiopië zal de kamerling
van Joodse emigranten wel gehoord hebben van hún God
de God van Mozes en de tien geboden
de God van de profeten en hun kritiek op alles wat mis is


Deze God is zo anders…
niet één tussen vele andere goden…maar de enige
een God van mensen: van een heel volk: Israel
hun bron van hoop en moed,
hun inspiratie tot vrede en gerechtigheid
hun rechter en geweten.


Heel bijzonder deze God:
Ze mochten hem niet afbeelden
In de synagogen van Ethiopië staan geen beelden van hem
In de tempel van Jeruzalem ook al niet
Heel ongewoon…maar juist heel goed:
Want welk beeld is nou geschikt voor God?
een leeuw? de zon? een halve maan?

Met zulke beelden stuur je de gedachten veel te veel in een richting
Beelden zijn dwingend.


Wil je het geheim van de werkelijkheid ontdekken
moet je je kunnen laten verrassen
Dat lukt niet als je een beeld van God in gedachten hebt.
Zelfs de naam van Israels God is open,
Jahweh: ik ben die ik ben…ik zal er zijn…je zult het wel merken
wacht maar af…laat je verrassen…


Kunnen wij ons nog laten verrassen?
Of zitten wij vast aan beelden over God die ons blokkeren?
De Schepper…het Opperwezen…de Albestuurder
Dat zijn namen, titels, beelden
waar zoveel in mee klinkt
dat op God niet past...
dat ons in de weg zit en hindert
om het geheim van de werkelijkheid te leren kennen.




D      Eenmaal in Jeruzalem is het op een teleurstelling uitgelopen
De kamerling mag de eigenlijke tempel niet in
Hij komt niet verder dan de voorhof der heidenen. Waarom?
Hij is nu eenmaal niet van het Joodse volk
Dat is duidelijk te zien: een Afrikaan

En bovendien: een eunuch…
Over gecastreerde mannen had Mozes in de Tora (Deut 23) geschreven
dat die niet in de gemeente des Heren mochten komen,


Dat was niet de hele Bijbelse boodschap
De profeet Jesaja spreekt van een tijd
dat je afkomst er niet meer toe doet
en of je vruchtbaar bent of niet maakt ook niet meer uit
dan gaat het er alleen nog maar om
wie je bent, of je de wil van God zoekt om die te doen:
goed voor je naaste…oprecht voor God


Maar, zei men: dat is toekomstmuziek…voor later:
Nu geldt die tekst van Mozes.
Heel pijnlijk deze barrière…
Een wonder dat zijn aarzelende geloof dat overleeft.


Wat voor barrières werpen wij eigenlijk op voor wie zoeken naar God?
Er was een tijd dat je vooral links moest zijn in de kerk
Was je rechts dan voelde je je er niet thuis
Het was ook wel eens andersom.


Er was een tijd dat je heel orthodox moest zijn
als je vragen had, was het antwoord:
dat staat in de bijbel
of dat moet je nou eenmaal geloven.


Nu lijkt het wel eens andersom:
als je nu zegt: het staat in de Bijbel
en dat is nou eenmaal geloven
dan roept dat juist heel veel vragen op.


Dat is niet fijn.
Dan druipen mensen af, zoals de kamerling
teleurgesteld naar huis gaat.
Waarom niet ruimte voor iedereen?
voor links en rechts
voor orthodox en vrijzinnig
gewoon iedereen in zijn waarde laten?




E       De kamerling reist naar huis terug.
In zijn hand de boekrol van Jesaja
met die mooie belofte dat ook mensen als de kamerling
bij God en zijn volk zullen horen.

Langs de weg staat een man: Filippus.
De kamerling vraagt hem in te stappen
en ze raken aan de praat
over diepe dingen…over zoeken naar zin en betekenis
verlangen naar God…en de pijnlijke teleurstelling in Jeruzalem
en toch het niet op kunnen geven…
want Jesaja…dat stond er toch maar: die belofte


En dan vertelt Filippus
hoe God mens is geworden in Jezus
om te delen in onze misere
in ons zoeken naar zin en betekenis
in ons verlangen naar vreugde, naar geluk, naar God


En hoe de mensen dat bij hem / Jezus gevonden hadden:
vergeving van zonde en schuld…vrijheid, vreugde, toekomst en leven
Jezus wist hen met God te bereiken…
Niemand uitgesloten…sterker nog:
juist die altijd werden buitengesloten vinden op een nieuwe manier God:
mensen met lek en gebrek, met zonde en schuld.
En hoe de Heer Jezus daar alles voor heeft over gehad
zijn leven gegeven om mensen bij God terug te brengen
met God te verzoenen.


De kamerling is overrompeld.
Het geheim van de werkelijkheid gaat voor hem open
Het is of de Heer nu hem uitnodigt om zich te geven
en te vertrouwen dat hij er nu ook bij mag horen
dat alle barrières weg zijn…dat er maar 1 ding telt:
niet je huidskleur, of je gezondheid, of je rijkdom en positie
niet links of rechts
niet orthodox of vrijzinnig
enkel dit ene: of de Geest van Christus in jou de toon aangeeft
en van jou een nieuwe mens maakt:
toegewijd aan God…dienstbaar aan de ander

Daarin ligt uw en mijn geluk, je bestemming, je vreugde
Zo eenvoudig is het en toch zo diepzinnig




F      Maar als m’n huidskleur er niet toe doet
en mijn positie niet…en mijn gebrek ook niet
wat is er dan nog op tegen dat ik gedoopt word?
Niets toch?

De zoeker is een vinder geworden
Die afgewezen was in de tempel…is aangenomen in de woestijn
In wie teleurgesteld was…is de vreugde geboren
Het oude is voorbij…het nieuwe is gekomen

Als teken van dit nieuwe begin gaat de kamerling kopje onder
het oude wordt weggespoeld, afgewassen
als een nieuwe schepping staat hij op uit het water


Vol vreugde gaat de kamerling naar huis terug.


Het is vreugde van een eigen soort.
Want meestal is de reden voor onze blijdschap:
ons werk, gezondheid, vriendschap en liefde.
Dat is ook goed om je daarin te verheugen als het kan.
En toch was het voor de kamerling te weinig.
hij vroeg: Is dit alles?
hij ging op zoek

hij heeft gevonden: een andere vreugde
een blijdschap die zijn reden niet vindt in de dingen om hem heen
maar in God zelf…
In zijn liefde en trouw zoals die naar hem en ons uitgaat.
Geloofsvreugde.
En met die vreugde in zijn hart reist hij terug.
Hij weet zich geliefd, aanvaard door de Eeuwige:
nu kan hij zichzelf aanvaarden als de man die hij is
En nu pas kan hij gewoon blij zijn
met zijn verantwoordelijke werk, zijn hoge positie.


Die vreugde hebben wij ook nodig
Zonder die blijdschap raken we of verslaafd

aan werk en carriere
aan geld en bezit en spulletjes
die moeten dan de leegte in ons hart opvullen
De hele amusements-industrie draait daarop: afleiding


Of we voelen net als de kamerling voortdurend dat het te weinig is
en hoe nietig het leven, zo zinloos
en kunnen we nergens echt van genieten.


Met de vreugde van het geloof
is het mogelijk blij te zijn
op een ontspannen manier
te genieten
van het goede dat jouw toe valt.




G        Is een christen dan altijd blij?

Natuurlijk niet:
Je zult maar zorgen hebben om je werk en inkomen
Je zult maar slechte berichten krijgen van de dokter
Je zult maar hebben moeten afscheid nemen van een geliefde.
Dan gaat je stemming onderuit. Dat is niet meer dan normaal.
Daar zijn we mensen voor.
Het is onzin om dat zwak of slecht te noemen.


Maar wacht even:
de blijdschap die dan onderuit gaat vond z’n reden
in de dingen om je heen: je werk, je gezonheid, je man/je vrouw
En dat is erg genoeg en zwaar en moeilijk
Maar…
De geloofsvreugde vond z’n reden in God:
in zijn liefde en trouw aan mensen.
En die staat vast, rotsvast.
Daar staat Jezus met zijn leven voor in.


Ook als wij bezorgd zijn en treuren of rouwen
blijft God een God van mensen
Zijn liefde blijft naar ons uitgaan
elke dag en elke nacht van ons leven.
In het verborgene klopt een hart voor ons
Niets of niemand kan dat ongedaan maken.


Wij zullen opstaan en zoeken
aangevochten, volhardend
en op een dag zijn liefde weer ondervinden.
AMEN
 
terug