Jak 1: 19-27
Jak 1: 19-27
Een levend geloof werkt wat uit. Daarin zie je een aap in de dierentuin Bij hem op de grond een klein spiegeltje. De aap is nieuwsgierig, pakt hem op kijkt er naar, speelt er wat mee en opeens ziet hij zichzelf. Het beest schrikt zich rot En met een gil maakt hij zich uit de voeten.
Als je een klein kind een spiegel geeft en het ziet zichzelf is er verbazing en het gaat achter de spiegel kijken of daar een vriendje zit.
Zo doen wij niet meer: in de spiegel zien we gewoon onszelf geen schrik / geen verbazing; gewoon: “dat ben ik” Als we ervoor staan is het ter controle: zit mijn haar wel goed zit mijn stropdas recht? een pukkeltje onzichtbaar gemaakt. En met een gerust hart vertrek je naar school en kantoor. Tevreden met jezelf: tenminste: met je buitenkant. Zo kun je onder de mensen komen.
Maar soms sta je voor de spiegel en dan ben je niet zo tevreden: dan kijk je naar jezelf het verdriet in je ogen de zorgen op je gezicht
En als je eens flink woorden hebt gehad met je man, je vrouw met je kinderen dan kun je voor de spiegel staan en bij jezelf zeggen: wie ben ik toch wat is er toch met me aan de hand moest ik nou zo heftig reageren? waarom kon ik niet even tot 10 tellen? ik heb niet eens goed gehoord wat hij, wat zij zeggen wilde Naar het hoe en waarom heb ik niet eens gevraagd ik ging af op mijn eerste indruk had direct mijn oordeel al klaar Onnodig die heftigheid, die woede Flink beschadigd onze relatie, onze vriendschap Mijn schuld.
Zo sta je naar jezelf te kijken: wie ben ik toch? Wat is er met mij aan de hand? mijn agenda, mijn plannen, mijn geloof mij waarden en normen? Heb ik nauwelijks ruimte meer voor anderen? Is mijn naaste bedreigend? Maar de spiegel geeft geen antwoord.
Goede vragen Voor een antwoord moet je in een andere spiegel kijken: in de bijbel, Gods woord. Jakobus zegt het zo: “wie zich spiegelt in de volmaakte wet die vrijheid brengt, hem valt geluk ten deel” Dat wil zeggen: die zijn leven knapt er van op. die neemt toe in geduld, in verdraagzaamheid die kan gemakkelijker vergeven die kan meer voor een ander betekenen die gaat vrucht dragen 30, 60, 100 voudig....
En eigenlijk wil ik dat zo graag: toenemen in menselijkheid. Want ik ben nu eenmaal niet als die aap in de dierentuin die z'n spiegeltje kan weggooien als hij schrikt van zichzelf De boel ontkennen helpt niet. Ik moet veranderen. Ik moet werken aan mezelf.
Kijk daarvoor in die andere spiegel: die van de volmaakte wet dat zijn de geboden, de beloften, de verhalen van de bijbel Want als er één ding is dat God door bijbel duidelijk maakt dan is het wel dat hoe wij ook de weg kwijt zijn en hoe wij ook kunnen balen als we voor de spiegel staan dat hij toch meer in ons ziet dan wij. Wij zien de buitenkant < > Hij ziet de binnenkant Wij weten van vroeger en wat er mis ging <> Hij weet van morgen en hoe het ook kan
Onze God geeft het niet op Hij wil zo graag dat het eruit komt: liefde ipv ik-zucht zachtmoedigheid ipv woede. de vrucht van de Geest ipv werken van het vlees
En nergens komt dat zo sterk naar voren als in het leven van de Here Jezus: zijn liefde voor zieken en verlamden zijn vergeving voor mensen die de weg kwijt waren En wat deed het hun goed zijn liefde te ontvangen, zijn vergeving te geloven. En zo vastbesloten was hij daarin Hij hield het vol tot op het laatst, tot in zijn dood aan het kruis.
Zo houdt God ons een spiegel voor In die verhalen gaat het over mij. Die verloren zoon dat ben ik ik die in de spiegel kijk: geschrokken, verbijsterd, beschaamd. En toch is er een die zijn gezicht niet afwendt die mij wil zien die zelfs voor mij op de uitkijk staat. Onze Vader in de hemelen. Maar voor wie er mee opgegroeid zijn is het ook: het bekende liedje Niet meer zo overrompelend Niet meer zo verblijdend. We horen het alle weken in de kerk. Misschien wel alle dagen thuis: als we een stukje uit de bijbel lezen. We kijken er niet meer van op. We weten zo ongeveer wat er komt En straks gaan we gewoon weer verder met de zondag en met de week Het is gewoon geworden.
Maar dan werkt het geloof niet zo veel uit. Als we de boodschap horen en er niets mee doen dan zijn we net als iemand die even voor de spiegel staat: alles netjes? en dan door naar zijn werk gaat.
Maar de spiegel die God ons voorhoudt mogen we wel wat beter bekijken. Daarin zien we ons falen, onze schuld Daarin zien we onze redding, onze verlossing En dat moet wat uitwerken.
Het is niet genoeg om met elkaar over Jezus te praten Het is wel goed, maar niet voldoende
Het is niet genoeg nog eens een boekje over de bijbel te lezen. Het is wel prima, maar het brengt je niet waar God je hebben wil.
Het is niet genoeg als je warme en mooie gevoelens bij het geloof hebt Dat is wel fijn voor je, maar er moet ook wat gebeuren!
Jakobus is daarin heel duidelijk: Alleen horen is niet genoeg...u moet wat u gehoord hebt ook doen.(22)
De verloren zoon kon van alles over zijn vader vertellen waar hij woonde en hou oud hij was En hij wist ook nog wel dat zijn Vader hem vast heel erg miste En hij had ook warme gevoelens voor zijn Vader Maar dat betekende allemaal niets. Dat ging pas was betekenen toen hij het echt tot zich liet doordringen. Toen deed hij er wat op. Toen draaide hij zich om en ging naar huis.
Zo moeten we naar de bijbel luisteren: dat we er wat op doen. En zolang het evangelie niets verandert in ons leven zolang hebben we het niet echt gehoord. Maken we er onszelf te gemakkelijk vanaf met onze gesprekken over de bijbel met onze boekjes en kerkdiensten Heel die godsdienstigheid is dan vergeefse moeite, zegt Jakobus.
maar zo mondjesmaat doorwerkt in ons doen en laten? Waarom groeien er niet meer vruchten van de geest in ons leven? als twee druppels water op mensen die niet geloven? Of is het omdat de kerk steeds wereldser wordt?
Het evangelie dringt niet echt tot ons door. Daarom werkt het zo weinig uit.
Het is net als met mensen onder elkaar: kan ik niet wachten om het over mijn vakantie te hebben Als mijn kind over samenwonen begint zet ik er direct met mijn mening tegenover. Als mijn buurman tussen de regels door iets laat merken van zijn verdriet of zorgen begin ik maar liever over iets anders.
Wie durft echt de ander te horen hem helemaal uit te laten spreken zonder hem in de rede te vallen? We zitten zo vol van onszelf. Daar komen de misverstanden, de ruzies en erger van. Daarom: haast je om te luisteren wees traag in het spreken en langzaam in kwaad worden.
En zo vol van onszelf zijn we ook als we de bijbel open doen. We horen nauwelijks wat de ANDER ons zeggen wil. We trekken ons echt niet zoveel aan van die verboden over ontucht, over losbandigheid en zuippartijen, Dat zal wel een beetje meevallen zeggen we dan net als de verloren zoon.
We laten ons ook niet zomaar de weg wijzen door die geboden je naaste, zelfs je vijanden liefhebben? Elkaar vergeven, zovaak dat je de tel kwijt raakt? Elkaar wel de voeten, maar niet de oren wassen? Dat gaat me veel te ver.
En de beloften in Gods woord over de vrucht van de Geest over opstanding en het eeuwige leven die durf ik niet op mezelf te betrekken mijn twijfels zitten me in de weg Zo sluit ik mij af voor de troost en bemoediging van het geloof.
Zo worden de verboden, de geboden, de beloften nooit een keer woord van God. Ik val hem in de rede. En van het doen komt niets terecht. Nog een keer: haast je om te luisteren wees traag in het spreken en langzaam in kwaad worden.
in de verboden, de geboden en de beloften van God in de verhalen van de bijbel in het evangelie van Jezus.
Hij bedoelt: verdiep je in de bijbel Buig je er over, lees aandachtig, laat het goed tot je doordringen betrek het op jezelf. En je zult ontdekken: en dan keer je je daarvan af net als de verloren zoon. Zo gaan horen en doen vanzelf in elkaar over.
En je zult ontdekken: die geboden wijzen de goede weg en dan probeer je voortaan de Here Jezus te volgen Horen loopt uit op doen.
En je zult zien hoe de beloften van God ook in jou leven licht en vreugde brengen. Horen en doen zijn één
Wie zo ingespannen luistert naar God en dat blijft doen vandaag en morgen en altijd... Wie zo intens aan de lippen van Jezus hangt die zal het zien, die zal het merken hoe het plantje van het geloof opkomt en groeit. en hoe er geleidelijk aan de vruchten van de Geest gaan groeien: vreugde, vrede, geduld vriendelijkheid en goedheid geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Wat een verschil met die driftkikker van het begin die kokend van woede voor de spiegel stond.
Zo word je eindelijk meer je zelf. De mens zoals je bedoeld bent. De man of vrouw die God in je ziet Hij is met je bezig Hij laat niet los het werk dat zijn hand aan jou begon. En hij blijft met je bezig. Als jij maar in de spiegel blijft kijken: goed kijken nauwkeurig luisteren naar de verboden, de geboden en bovenal de beloften van God. Dan kan het niet bij het oude blijven Dan moet het nieuwe wel tevoorschijn komen: de liefde van God in onze ogen in onze woorden, in onze handen. (2 Kor 3:18)
wie wij ten diepste zijn wat Hij in ons ziet mensen van geloof, hoop en liefde zachtmoedige mensen Als je dat ziet krijg je de neiging om achter de spiegel te kijken Net als dat kind dat denkt dat daar een vriendje zit Maar je bent het zelf! Jij gaat dat worden als God de kans krijgt Als jij blijft horen zo horen dat het doorwerkt in je leven.
Bij dat doen hoort allereerst de zorg voor wees en weduwe. In de dagen van Jakobus waren dat de mensen die er het slechtst voor stonden. Sociale voorzieningen waren er niet. Sta ze bij, zegt Jakobus met raad en daad. Het is blijvend een opdracht aan de kerk: wij zullen omzien naar wie het moeilijk hebben: allen die met moeite de eindjes aan elkaar moeten knopen Dat is heel actueel. De verzorgingsstaat in ons land is onbetaalbaar geworden. Mantelzorgers zijn onmisbaar. Als wij de tijd en de energie en de middelen hebben dan kunnen wij ons daar niet aan onttrekken. Dan zullen we beschikbaar zijn. En vast ook ontdekken dat het veel voldoening geeft om wat voor een ander te betekenen.
Bij dat doen hoort ook dat je je in acht neemt voor de wereld en onberispelijk leeft. Dat mag ook wel eens gezegd worden. Wij laten het liever maar wat in het midden Ieder moet het zelf maar weten. We praten er niet zo over En vanaf de preekstoel is het al helemaal moeilijk om er wat van te zeggen zonder dat u reageren kunt. Maar toch: er zijn dingen die niet kunnen Die schadelijk voor ons zijn omdat ze verhinderen dat uit ons groeit die mooie mens die God in ons ziet. Paulus noemt een heel rijtje op En dat rijtje is nog heel wat groter te maken. Dat ga ik niet doen. Maar ik weet wel, wat op mij van toepassing is. En u weet het ook wel van u zelf. En jij. We spreken heel simpel af: dat laten we voortaan.
Zalig hij die zo hoort dat hij gaat doen: hem valt geluk ten deel, juist om wat hij doet AMEN | ||
terug | ||