Joh 20: 19 - 29
Joh 20: 19 - 29
Heb je de deur op slot gedaan? Ik geloof van wel. Je moet het zeker weten: geloven dat doe je maar in de kerk.
Is dat zo: is geloven iets voor in de kerk?... Geloven doet iedereen. Dat moet wel. Zonder geloof kun je niet leven. Want niets is honderd procent zeker.
Bijv als je ergens naar toe moet, of op vakantie gaat Je zet je bestemming in de TOMTOM en daar ga je... Maar weet jij hoe dat allemaal werkt met satellieten hoog in de lucht Weet u zeker dat ze het allemaal doen? Weet jij zeker dat alle plattegronden kloppen Of bent u net als ik wel eens in een weiland uitgekomen? Weet jij zeker dat de stem nooit links af zegt waar je rechts af moet? Het overkwam mij deze week nog.
Niets is 100% zeker. dan kom je nooit weg. Je moet ook een beetje vertrouwen hebben, geloof hebben
Dat geldt van alle dingen in het leven. als je naar de bakker gaat, verwacht je een vers brood als je gaat slapen, vertrouw je erop dat je s morgens gewoon weer wakker wordt als je naar de dokter gaat, geloof je de uitslag die hij geeft
En meestal komen we daar ook wel mee uit. Maar een enkele keer is de bakker door zijn brood heen. En de mensen tegenover de loodgieter in Vlaardingebn werden van een explosie wakker. En de dokter is ook maar een mens, die z'n best doet, maar zich ook vergissen kan.
Gelukkig dat zijn uitzonderingen. Daar kun je niets mee. als je met dat stukje onzekerheid kunt leven Zalig als je niet ziet, en toch gelooft.
B Geloven is vertrouwen hebben en je dan maar overgeven aan je TOMTOM aan je nachtrust, aan de dokter.
Zo is dat ook in de kerk als het over God gaat en het evangelie. Dat kun je allemaal niet 100% zeker weten. Niemand heeft ooit God gezien Niemand kan bewijzen dat het allemaal waar is. Als het erop aankomt is het een kwestie van geloof.
Alleen: er is wel een groot verschil met vertrouwen op je TomTom of je huisarts geloven Die kun je zien, aanraken, dat is allemaal concreet God, Christus, de Geest: onzichtbaar, vaag
de plattegrond van de TomTom daar is niets geheimzinnigs aan de straten zien we gewoon in het echt
En de bloedverdunners die een dokter voorschrijft die zijn getest en bewezen we snappen hoe dat werkt Dat past allemaal in ons wereldbeeld.
en dan: ten derde dage opgestaan van de doden Dat is niet te bevatten. Dat is in alle opzichten compleet strijdig met alles wat we weten over het leven Dat past op geen enkele manier in ons wereldbeeld. Dát maakt het christelijk geloof zo moeilijk.
Een schrale troost: Zo is het altijd geweest. Direct, op de eerste Paasmorgen al, is er die moeilijkheid: Maar dat gaat er bij Thomas niet in: En dat was het einde. Want dood is dood, einde verhaal. En zou Jezus opeens zijn opgestaan en als een soort geest verschijnen, dan hier, dan daar En met ons spreken? Dat kan toch niet? Moeten we dat geloven?
Gelukkig: Niets moet. Jezus blijft even vriendelijk voor Thomas en voor alle twijfelaars en zoekers en ongelovigen ik wens jullie vrede, zegt hij.
dat horen we Thomas niet zeggen. Hij twijfelt aan alles. Aan wat de discipelen zeggen over de Heer, dat hij leeft Maar even zo goed twijfelt hij ook aan zichzelf: aan zijn ongeloof: Zou het echt niet kunnen? opstanding uit de doden? een nieuw leven?
Weten wij wat er mogelijk is? Straks zingen we: in de bloembol is de krokus in de pit de appelboom in de pop huist een belofte vlinders fladderen straks rond Had u dat kunnen bedenken?
Laten we niet te gauw zeggen: dat kan toch niet Het is goed om ruimte over te laten om nog eens verrast te kunnen worden.
Thomas heeft de deur niet dicht gegooid Diep in zijn hart wil hij maar wat graag dat het allemaal waar is wat de discipelen zeggen. En u en ik toch ook? Dat hij het helemaal met hem eens is.
Om te beginnen is God het eens met het offer van zijn leven. Dat zegt ons dat we elke dag opnieuw mogen beginnen. God schrijft ons nooit af. Er bestaan voor hem geen hopeloze gevallen.
En dan is God het eens met zijn manier van leven Alles wat Jezus heeft gezegd en gedaan dat is door God bevestigd. Dan weet u ook in grote lijnen hoe u leven moet:
En als de Heer dan verschijnt levend, in een nieuwe gedaante dan weten wij: Het houdt met de dood niet op. Ook voor ons niet, die bij Jezus horen en in zijn geest proberen te leven. God zal ons bewaren onze namen nieuw uitspreken en dan zijn we er weer: nieuw naar lichaam en ziel. teruggeroepen uit de dood, als Christus zelf. D Eigenlijk wil Thomas van die mooie dingen wel geloven dat het allemaal waar is en zich daaraan overgeven en gaan leven, echt leven in het spoor van Jezus.
Alleen hij is niet lichtgelovig. Hij laat zichzelf niet wat wijsmaken door de discipelen al zijn ze met hun tienen al beweren ze bij hoog en bij laag dat overtuigt hem niet. Nee: hij wil de Levende Heer zien en voelen waar de spijkers hebben gezeten en de wond in zijn zij.
En dan verschijnt de Heer aan Thomas en toont hem de wonden in zijn handen en zij.
Hij wist ook precies wat Maria van Magdala in al haar verdriet nodig had Meer nog dan de aanblik van het lege graf dat zij haar naam hoorde roepen: De goede herder kent zijn schapen En de schapen kennen zijn stem.
En hij wist ook precies wat die Emmaüsgangers met hun vragen nodig hadden: hij legt hun de schriften uit en dan bij de maaltijd, bij het breken van het brood gaan hun ogen open: het is de Heer.
En hij wist precies wat Saulus nodig had die zo fanatiek het geloof bestreed een visioen en een stem: Saul, Saul waarom vervolg je mij... maakt van hem een enthousiaste zendeling.
? Zou Hij niet weten wat u en jij en ik nodig hebben om de twijfels te boven te komen om te geloven aan Jezus en de opstanding om betrokken te raken bij zijn schitterende manier van leven: dichtbij God vol van liefde voor de mensen Het leven dat in de dood niet eindigt het eeuwige leven E Thomas, Maria, de Emmausgangers, Paulus ieder mens heeft iets nodig om in Christus te gaan geloven.
Als u meer twijfelt dan gelooft: bedenk dan eens: waar zit mijn twijfel op vast? is het onwil? ben ik ergens boos om? of is het om mijn vrienden dat ik me er niet aan overgeef? of vind ik het wel prettig dat vrijblijvende van de twijfel?
en vraag God daarom, en praat met anderen hoe zij het geloof beleven.
En Als u meer gelooft dan twijfelt bedenk dan eens: wat gaf mij het zetje? wat gebeurde er dat ik het evangelie aannam? was het dag dat ik mijzelf zwaar tegenviel? was het een lied dat mij raakte? het gebed van een ouderling? het delen van brood en wijn?
En dank God daar voor En spreek ervan met anderen Niet opschepperig van "ik heb de Heer gezien" zoals de discipelen doen Dan voelt Thomas en iedere zoeker zich alleen maar buitengesloten Doe het bescheiden: dat helpt een ander bij het vinden
De Heer leeft. Zijn Geest is om ons heen. Vandaag of morgen, God weet wanneer geeft hij ons dat zetje. Of was het deze dienst dat hij op de deur van uw hart aanklopte?
Zalig die niet zien en toch geloven.
AMEN
| ||
terug | ||