Joh 21: 15 -17
Joh 21: 15 -17
Hoed mijn schapen Hoed mijn schapen, zegt de Verrezen Christus tegen Petrus En daarmee is Petrus aangesteld tot zoiets als een herder over? nee voor de kudde van de Heer. Petrus herder of pastor of ouderling: in elk geval de taak om vooral naar die mensen om te zien die als schaapjes van de kudde afdwalen afgeleid door de waan van de dag: School en uitgaan, werken en carriere Levend voor enkel hier en nu: Ze zouden de weg nog kwijtraken Omzien in de hoop iets te kunnen laten zien van Leven met een hoofdletter.
En omzien naar mensen die als schaapjes van de kudde niet zo goed mee kunnen komen, dat ook. Er gebeurt ook zoveel verdrietigs Ziekte, ongelukken, vragen, waaroms Ze zouden het nog opgeven de weg te zoeken die de Heer met hen wil gaan. Omzien in de hoop eens weer iets van de grazige weiden en de stille waatren te vinden.
Denk niet dat het alleen over ouderlingen en diakenen gaat. Ieder van ons is van tijd tot tijd “herder” U voedt misschien uw kinderen op: Dan doe je toch je best om ze iets van het ware leven te leren ze tot God te leiden? Dan ben je herder.
Of als je bij iemand op bezoek gaat: een vriend, een klasgenoot, een collega.. ziek, of in grote zorgen... dan doe je dat toch in de hoop dat jouw liefde en belangstelling hun een stukje verder helpt? Dan ben je herder.
Soms krijgen mensen een bijzondere taak: ouderling/ diaken maar allemaal bekleden we het ambt van gelovige. Weid mijn schapen...het is tot u en jouw en mij gezegd.
B Die opdracht is intussen niet het eerste. Er klinkt eerst een vraag: Zelfs 3 x: Heb je mij waarlijk lief: Daar komt het op aan. Al het andere is maar bijzaak Dit is het enige waar Christus naar vraagt: Heb je mij lief?
Jezus vraagt niet of wij uit een gelovige, kerkelijke familie komen, hoe waardevol die ook kan zijn Maar Petrus komt uit het Galilea der heidenen.
Jezus vraagt niet of wij een pastorale cursus gevolgd hebben of een abonnement op “ouders van nu” al kun je er best veel aan hebben Petrus is maar een eenvoudige visser, zonder geleerdheid.
Jezus vraagt zelfs niet of wij een sterk en moedig geloof hebben. hoe goed je dat ook van pas kan komen. Petrus heeft de Heer Jezus verraden in de nacht dat hij werd opgepakt.
Niets van zulke voorwaarden. Alleen deze ene: Heb je mij, Christus waarlijk lief? Dat is: ben je blij en verwonderd om mij. Heb je in Mij iets gezien van God die het leven geneest, heel maakt. Die de angst verdrijft...en schulden vergeeft.
Verlang je ernaar dat Ik in je leven kom Richt je je op de waarden en normen die ik heb geleerd: van “de andere wang”en “vergeven 70 maal 7 keer” van “het gevaar van de mammon” , het geld en de hebzucht van “wie groot wil zijn, moet klein worden?” Heb je Mij werkelijk lief?
Of moet je niets van Mij hebben. Is je hart koud en kil, Wil het van dienen en delen niet weten Weet het niet van vertrouwen, van geduld en hoop Woont er in je hart: egoisme, geldingsdrang, eigenwijsheid, hebzucht
Heb je mij lief? Dat is het enige waar Jezus naar vraagt. De rest doet er niet toe. Alleen de liefde tot de goede herder bij uitstek maakt geschikt voor elkaar een herder zijn.
C Drie keer vraagt Jezus zo. In de nacht dat Jezus werd opgepakt en gekruisigd was Petrus ook 3 x gevraagd: En drie keer had Petrus het ontkend: ik niet, ik heb niets met die man te maken, ik ken hem niet.
En nu vraagt Jezus hem even zo vaak: Dat is menselijk gesproken wel het laatste wat je zou verwachten. Als wij ons in de steek gelaten voelen als het erop aan komt dan hoeft het voor ons niet meer: “ik dacht dat ik vrienden had, maar ik heb me vergist ze kunnen de boom in". We passen er wel voor op ze nog een keer tegen te komen. Jezus zoekt Petrus op!
En wat een vreemde woorden: geen verwijten, geen ruzie, geen harde woorden enkel deze ene vraag Petrus, heb je mij waarlijk lief?
Het gaat allemaal van Jezus uit. Hij heeft zijn discipelen daar aan het meer opgezocht Hij neemt het woord Hij trekt Petrus er weer bij Hij is de goede Herder bij uitstek die er geen vrede mee heeft dat Hij Petrus kwijt is die hem gaat zoeken en hem weer opneemt in zijn gemeenschap.
DAT is nu typisch Jezus. juist om wat hier gebeurt hebben wij hem lief: Met de mantel der liefde bedekt God het verraad van Petrus. Hij doet het weg. Het telt niet meer, het is vergeven.
Het vertelt ons dat de barmhartigheid van God groter is dan onze ontrouw. Dat wij nooit zo erg de mist in kunnen gaan of Hij zoekt ons, wacht op ons, en vraagt ons zonder verwijten: Petrus, heb je mij lief?
D Wonderlijk dat uitgerekend die Petrus deze opdracht krijgt “hoed mijn schapen” Hij zelf was toch een afgedwaald schaap? Het is als met meneer de Vries in een ziekenhuis En er komt bezoek: familie, vrienden maar het meest knapt hij op van tante Marie Die een half jaar geleden zelf opgenomen was. Die begrijpt hem...er is herkenning. Een half woord is al genoeg.
Petrus weet uit ervaring hoe diep een mens kan vallen: klein geloof en angst, verraad, schuld en wroeging het is hem allemaal eigen. Het is die ervaring waardoor hij dichtbij anderen kan staan die ook verdwalen, fouten maken niet weten hoe ze verder moeten of waarvoor ze leven zullen. Petrus heeft aan een half woord genoeg. En niet veroordelend-streng eerder mild-bescheiden zal hij de mensen aanhoren: Hoe diep was hij zelf gevallen ! Een opgeheven vingertje past hem niet.
En bovenal kan hij vertellen van de liefde van God van Jezus die hem ondanks alles toch heeft opgezocht en liefdevol weer heeft aangenomen.
Zo vaak zijn mensen de gevangene van hun eigen gedachten en zorgen en angst, van hun verdriet en pijn... Petrus weer er alles van Dan is het zo fijn, zo goed als er een stem komt van de andere kant De stem van Christus die ons zoekt, wakker schudt Die bevrijdt uit de maalstroom van onze gedachten Die opnieuw vertrouwen wekt..de weg wijst.
Die taak krijgt Petrus...hoed mijn schapen die taak is er voor ieder van ons: om voor onze kinderen om voor elkaar iets van de liefde van God zichtbaar, concreet te maken in woorden van troost, bemoediging en genade. In de gebarentaal van een arm om de schouder, een helpende hand. Zo klinkt het woord van de overkant in ons midden.
E Hoed mijn schapen, zegt Jezus. De mensen waar Petrus voor zorgt, worden nooit zijn mensen. Het zijn en blijven de schapen van Jezus. Dat is goed voor ons om te bedenken: ten diepste zijn ze van God... aan ons geschonken om goed voor te zorgen.
En mijn vrienden en kennissen mijn broeders en zusters in het geloof ze zijn niet van mij; het zijn Gods mensenkinderen. Wij mogen met hen leven hen liefhebben met de liefde van God. Maar het zijn mijn schapen, zegt Jezus.
Dat betekent: ze hoeven niet net als u te worden. Dring ze niet al te krampachtig hetzelfde leven dezelfde kerk dezelfde gewoontes op. Je kinderen zouden nog denken dat het meer gaat om prestige en eer van vader en moeder dan om het leven met God. De mensen zouden nog denken dat het in de kerk om de kerk gaat terwijl het toch om het geloof gaat en dat ons leven een leven met Christus wordt.
Ga een beetje ontspannen met elkaar om Gun elkaar de ruimte En vertrouw erop dat God met ieder van ons een leven lang in gesprek is Dat ieder op zijn tijd door Christus gevonden wordt.
Met krampachtige haast en drang staan wij hem in de weg. Het zijn Mijn schapen, zegt Jezus. En Hij is de goede Herder die zijn verdwaalde schapen zoekt en vindt. Petrus, u en jou en mij en tenslotte iedereen. AMEN | ||
terug | ||