Joh 9 Joh 9
Joh 9: 1 - 13 en 26 - 39


A      Blindgeboren...Dat zijn we allemaal

Als we ter wereld komen, dan zien we nog niets.
We hebben de oogjes wel open
maar zien, dat is er nog niet bij:
Je weet van niets wat het is:
- de borst van je moeder
- de handen van je vader
- het dekentje van je wiegje, en al het andere
je leert het geleidelijk aan zien, herkennen


Nog wat later leer je er de namen bij:
mama, papa, bed, luier,


Steeds meer leer je zien, en benoemen.
Je ouders, later de juf op school
leren je wat het is, hoe het werkt, hoe het hoort.
Je neemt hun kijk op de dingen over.
Voortaan kun je zien...en meepraten...en meedoen.
Van blindgeboren ben je ziende geworden.




B Of toch niet echt ziende?


Ik moest denken aan een filmpje
opgenomen met de verborgen camera
op een station in Washington.


In dat station staat een man viool te spelen:
stukken van Bach

Honderden mensen komen voorbij.
Na een paar minuten stopt er een man bij de violist.
Blijft een paar seconden luisteren,
gaat dan snel verder naar zijn werk.




Even later: een vrouw gooit een muntje in de vioolkist
en liep zonder te stoppen door.



Wie het meest aandacht voor de vioolspeler heeft,
is een jongetje van een jaar of 3.
die wilde blijven staan en kijken en luisteren.
Maar zijn moeder trekt hem met zich mee.
terwijl het jochie achterom bleef kijken naar de violist.




In de drie kwartier dat de muzikant speelde,
stopten 6 mensen om eventjes te blijven luisteren.
Ongeveer 20 mensen gaven hem geld,
maar liepen in hun normale tempo door.
Toen-ie klaar was met spelen, viel niemand dat op. Geen applaus, Niks.




Weet u wie die violist was? Joshua Bell.
Zijn optredens altijd verkocht,

Hij speelt op een viool van 3,5 miljoen dollar.



Maar de mensen waren ziende blind, en horende doof
En ze leerden hun kinderen hetzelfde.
Een violist op het station?
Dat is een amateur. Dat is een bedelaar.
Daar hebben wij geen tijd voor,
Er zijn wel belangrijkere dingen dan muziek:
werk, school, de afspraak met de tandarts.

Hun Kinderen nemen dat over: deze vooroordelen, deze tunnelvisie.








C Jezus ziet een blinde man.
De anderen misschien ook wel,
maar echt zien doen ze hem niet.
Hij hoort bij het straatbeeld. Ze willen doorlopen.
Jezus ziet hem wel: langs de kant van de weg
Pas als Jezus stopt, zien de discipelen hem ook.


En eigenlijk zien ze hem dan nog niet, als mens.
Ze zien hem door een bepaalde bril
Ze plaatsen hem in een bepaald kader.
Ze zien een geval, een interessant geval
waar je leuk over discussiëren kunt.


Zoals dokters bij het ziekbed
wel eens met elkaar over de zieke overleggen
zonder een woord te wisselen met de betrokkene zelf
zo is de blinde een geval voor de discipelen.


Ergens zijn ze zelf blind:
voor de mens die de blinde is.
Blijkbaar hebben ze niet de bril van de menselijkheid op
Ze zien hem in het kader van zonde en schuld
Dat is hun bril...
Dit willen ze wel eens weten:
Of hij blind is omdat hij zelf gezondigd heeft

Maar dat is moeilijk als je van geboorte af aan al blind bent


Of dat hij blind is omdat z’n ouders gezondigd hebben
En dat is ook moeilijk:
een kind gestraft voor iets waar het zelf geen schuld aan heeft


Hoe dan ook: de blinde als mens krijgt geen belangstelling,
geen woord van hartelijkheid
geen geld in de bedelpot
geen brood aangeboden






D Hoe komt dat?
Waarom zijn zij blind voor hem
Waarom zijn mensen wel eens een geval voor ons?

Zou het zijn, omdat het zeer doet?
Want een mens met een hart, met gevoelens:
dat zien, delen in zijn moeite, zijn eenzaamheid dat raakt je.


Misschien wel vooral
dat je bij jezelf je machteloosheid voelt:
wat te zeggen? wat helpen woorden?
Ben je wel eens geweest met iemand
met een groot verdriet?
Dan weet je wel, wat ik bedoel.


Maar ipv te zwijgen, te delen in de pijn
de verlegenheid, de vragen uit te houden
slaan we aan het redeneneren.
Zo doen de disicipelen
Hebben zijn ouders gezondigd...heeft hij zelf?


Of: God heeft er vast zijn bedoelingen mee
je moet maar berusten.


Ons verstand is er heel kien in
om de uitvluchten te bedenken
als we ons hart willen toesluiten.
Vluchtwegen...godsdienstig verpakt..


Als je daarin bent grootgebracht
Als je met die bril hebt leren kijken
wordt dat je standaard eerste indruk:
geen mensen…maar gevallen
geen namen...maar nummers


En dan ben je nog te goeder trouw ook:
Want je hebt het over
God en geloof en bedoeling en berusting
Heel vroom allemaal.
En toch: ziende blind.
Als de ouderlingen uit de boeken van Maarten t Hart.




E Jezus ziet deze man echt.
Hij ziet hem niet in het kader van zonde en straf van God.
De blinde is niet een geval dat om verklaring vraagt
Hij is iemand die geholpen moet worden. (de Boer 118)


Rond hem behoort niet de discussie over de zonde gevoerd te worden
maar moeten de grote werken van God verheerlijkt worden
die in hem aan het licht komen. (vd Beek 116)


En dan geneest Jezus hem:
heel merkwaardig: met slijk van spuug en zand op de ogen
een bad in het water van Siloam...
de blinde komt ziende terug: een wonder, onbegrijpelijk.


Je verwacht gejuich en applaus
Maar in plaats daarvan een discussie en gedoe
De buren en bekenden geloven het niet.
Ze proberen er onderuit te komen

IS hij die blinde wel?” vragen ze achterdochtig
T is hem niet, ‘t is een ander, iemand die veel op hem lijkt.


Ja, want stel je eens voor dat het geen straf op zonde is
Wat moeten we dan zeggen?


En wij?
Wij die met God zo weinig kunnen.
Wij die nog net geloven dat er wel iets moet zijn
Een God of zo.
Iets dat gebeurt als mensen goed zijn voor elkaar
maar verder niet echt bestaat
en niet echt dingen uitwerkt in ons leven...


Binnen die tunnelvisie past dit wonder ook niet.
Dat stoort ons, dat ergert ons
God die wel echt bestaat en handelt aan mensen?
En in Jezus dichtbij op aarde, onder ons mensen gekomen is
om ons de ogen te openen
om ons hart te ontsluiten voor elkaar en voor God


Dan klopt heel ons zien en denken en doen niet meer.
Dat is bedreigend


Was het maar niet gebeurd, deze genezing!


Maar ze kunnen niet om het getuigenis van de blinde heen:
“Of die man een zondaar is weet ik niet,

ik weet maar één ding: eerst was ik blind, maar nu zie ik.”
Hij komt van God.


Dan gooien ze hem eruit.
Want een blinde is een zondaar...
Zo is het altijd geweest, mooi overzichtelijk,
Zo moet het vooral blijven:
Ze weigeren met andere ogen te kijken.

Ze willen het niet zien.






F Zien en zien is twee
Tot een oordeel is Christus in de wereld gekomen:
die zgn ziende zijn, blijken blind te zijn

die blind lijken te zijn, hun gaan de ogen open.


Jezus zit er helemaal naast volgens de Farizeeërs
Hij past niet in hun kader.
Straks zullen ze hem uit de weg ruimen en kruisigen.
Ziende zijn ze blind.


De blinde is ziende geworden, helderziende.
Jezus komt van God:
altijd blind en nu zien, iets wat eigenlijk helemaal niet kan,

als dat niet een teken is van Gods nabijheid...
Dat iemand dat nou niet begrijpt.


Jezus, het Licht der wereld
voor deze blinde man
voor allen letterlijk en figuurlijk blind.


Het Licht waarin hij of zij
niet als bespreekgeval verschijnt
maar als mens zichtbaar wordt
een mens om naar om te zien
om te dienen, te helpen, te bezoeken


Het Licht waarbij onze grote woorden
over straf en loutering en berusten verbleken.


Het Licht waarin God oplicht
en we Hem dichtbij ons weten
en Hem ons vertrouwen schenken
en lief krijgen


Het Licht waarin kleine en grote wonderen gebeuren
tekenen die ons vertellen:
De Heer is ons nabij, zijn Rijk komt.



Het licht dat nog over ons straalt
als wij voor het laatst de ogen dicht dicht doen
AMEN
 
terug