Jona 1
Jona 1
Jona 1: 1 - 3a (NBV21) De HEER richtte zich tot Jona, de zoon van Amittai: ‘Maak je gereed en ga naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen, want Ik heb gezien hoe haar inwoners zich misdragen.’ En Jona maakte zich gereed, maar vluchtte naar Tarsis, weg van de HEER. A Gods liefde is er niet alleen voor het eigen volk Gods liefde gaat uit naar alle mensen wereldwijd Ook naar mensen die ons niet liggen Die wij misschien wel als vijanden zien.
Hoe zou je dat willen uitleggen? Paulus zou het wel weten: Met een brief. Een brief vol begrippen: Zonde, genade, verlossing, roeping enz. Heel abstract gaat hij te werk Je ziet in zijn brieven geen concrete mensen de verkeerde weg opgaan en tot inkeer komen zoals in de gelijkenis van de verloren zoon.
Dat is meer de manier van Jezus: hij vertelt gelijkenissen Maar allebei, Paulus en Jezus, maken hetzelfde duidelijk: En profeten, Israel, de kerk, de gemeente is er om dat te vieren om dat te beleven met elkaar om dat uit te dragen.
En de schrijver van het boekje Jona vertelt hetzelfde nog weer anders: geen brief, geen gelijkenis; maar een verhaaltje. Zijn manier om van God en zijn liefde te vertellen.
Vast is er in het echt ooit een profeet geweest die naar de vijand moest en die dat niet wilde, maar uiteindelijk toch ging.
Maar dat oude gegeven heeft de schrijver opgepakt en met veel fantasie uitgewerkt. Want opgeslokt worden door een vis daar 3 dagen in doorbrengen en dan uitgespuugd worden op het strand Dat zal toch wel niet letterlijk bedoeld zijn.
Aan de andere kant: als u het voor “echt gebeurd” wilt houden is dat ook prima. Als we dan maar blijven zoeken naar de betekenis van die geschiedenis, van dit verhaal. Want het gaat natuurlijk om veel meer dan dat er in de zee grote vissen rond zwemmen. Dat God liefde is en Jona en Israel, de kerk en de gemeente geroepen om dat uit te dragen, daar gaat het om.
B Jona is een profeet. Dat is wat anders dan een waarzegger of een toekomstvoorspeller. Een profeet is iemand die heel vertrouwd is met God met zijn wil en bedoelingen Een goede profeet voelt in zijn eigen hart iets aan van wat er in God moet omgaan aan verdriet en boosheid om hoe mensen elkaar het leven zuur maken. En van zorg om ieder mens die te kort komen En van de wens dat wie kwaad doen zich bekeren van hun geweld en ikzucht.
En Jona weet: ik moet naar Nineve de mensen waarschuwen dat ze verkeerd bezig zijn en dat het zo niet goed komt.
Nineve, De stad bestaat niet meer. Is compleet verwoest. Waar nu de stad Mosoel ligt, in Irak, daar vind je de ruïnes van wat ooit de hoofdstad was van een immens wereldrijk dat van de Assyriërs. Die ook Israel onder de voet hebben gelopen. De stad van de vijand, daar moet Jona naar toe.
Jona: duif betekent die naam. Vredesduif. Postduif. Door God gezonden om te waarschuwen. Zoals alle profeten oproepen tot een ander leven Zoals het volk Israel geroepen is het goede leven met God en met elkaar voor te doen. Zoals de gemeente, de kerk gezonden is om het blijde nieuws van Jezus uit te dragen en voor te leven hoe mooi het leven kan zijn als de Geest van Christus er de toon aangeeft en er liefde komt waar geweld en hebzucht aan de orde van de dag zijn.
u en jij en ik...naar Nineve, naar je werk, de kantine, het buurtcafe Als we in ons hart een beetje aanvoelen wat er in Gods hart leeft dan kunnen we dat toch niet voor onszelf houden? Dan willen we dat toch delen met anderen? Iets van de blijdschap van het geloof laten zien Iets van geloof, hoop en liefde laten merken.
We zijn allemaal een beetje Jona, vredesduif, postduif Gedreven door de heilige Geest, de duif
C Maar Jona gaat niet naar Nineve. We moeten een beetje raden naar het waarom. Misschien is hij wel gewoon bang. De mensen daar, dat zijn vijanden Daar bewaart hij geen goede herinneringen aan En hun vertellen dat ze het niet goed doen Dat vinden ze vast niet fijn om te horen.
Ach, hoe vaak zijn wij niet bang om onszelf een beetje bloot te geven? Hoeft toch eigenlijk niet: we leven in een vrij land Niemand mag je discrimineren vanwege je geloof.
Of is het dat Jona er niet meer in gelooft. Het haalt toch allemaal niks uit. Zoals wij ook wel eens zeggen: het Midden Oosten, daar is het nu oorlog en 1000 geleden ook al / en in de tijd van bijbel Altijd geweld, bloedvergieten, corruptie, dictators. Wat heeft het voor zin? Ze zijn onbekeerlijk. Ze kunnen niet vergeven en vergeten. Ze willen gewoon niet anders. Daar klinkt teleurstelling in door maar het is ook wel heel gemakkelijk: we bemoeien ons maar niet de wereld om ons heen we krijgen er toch niets voor elkaar. Wat Jezus ons leerde over dienen en delen over onbezorgd leven bij de dag over bidden en werken en hopen dat kun je op school, in fabriek en op kantoor niet toepassen. Alleen op zondag in de kerk poetsen we die dingen op Verder kun je er niets mee.
De echte reden om niet naar Nineve te gaan komen we pas op het eind tegen: dat de bewoners hun leven beteren en het onheil dat ze over zich afriepen zal overwaaien. Ik wist het wel! zegt hij, als hij zit te wachten op hoe God Nineve zal straffen. van uw toorn. Dat is niet best! Zoveel onverschilligheid, zoveel haat in je dat je niets liever ziet dan dat hij kapot gaat: de man, de vrouw die je bedroog de collega die het achter zijn ellebogen heeft de politici op het gemeentehuis of in den Haag of wie er maar in jouw Nineve woont. Dan is de duif, de heilige Geest wel uit je weg als je zo voelt en denkt en doet. Ben je geen Jona meer.
D Jona vlucht letterlijk de andere kant op. Niet naar Nineve in het Oosten: Irak maar naar Tarsis in het Westen: Spanje.
Hij had natuurlijk ook in Israel kunnen blijven. Maar dan zou hij elke dag herinnerd worden aan God: de waarden en normen in de tien geboden de beloften van geloof Elke dag zou de stem in hem klinken: deze dingen zijn voor alle mensen, alle volken, ook voor Nineve Dat is ondraaglijk: de liefde van God <> de haat in Jona
Net zo goed als het voor ons niet vol te houden is het nieuws uit te zetten niets van de mensen om je heen willen weten En dan s zondags hier te komen in de kerk en weer voelen hoe de liefde van God naar je uitgaat. Dat is tegenstrijdig. Je moet of je onverschilligheid laten varen of onder Gods liefde weg.
Jona kiest voor het laatste, hij vlucht weg. Naar de havenstad Jafo, dan op een schip, de middellandse zee over naar Spanje en als God hem zijn gang had laten gaan: nog verder. Maar daar komt niets van in. Jona kan niet aan God ontsnappen: Waar zou ik vluchten voor uw Geest Gij sluit mij in, ik ben bevreesd Ging ik wonen aan het uiterste der zee Ook daar kom ik U tegen.
Dat is nu zo mooi aan dit verhaal: God houdt vast aan zijn bedoelingen. Nineve moet gered van zijn slechte dingen En Jona moet gered van zijn haat en onverschilligheid. En dat kun je niet van je afzetten Die stem in je hart en geweten meldt zich altijd weer. Waar je ook gaat.
Ach dat wist Jona ook wel: hij heeft de zee en het land gemaakt Hoe zou ik hem kunnen ontlopen? En wij hebben het misschien ook wel eens meegemaakt dat het hier van binnen leeg werd of koud of juist heel onrustig omdat we onder God uit probeerden te komen. Onrust die niet op onze ondergang uit is. Onrust en storm die ons terug wil brengen bij God en zijn liefde bij onze roeping om daarvan te delen
E Op het schip in de storm leert Jona zijn eerste lesje. Die zeemannen die niet in God geloven – niet in de God van de bijbel in elk geval Die zeemannen vallen reuze mee. De lading gaat direct overboord, Een mensenleven is veel belangrijker Pas op het laatst, als ze alles geprobeerd hebben gooien ze Jona in zee. Met pijn in het hart.
In het verticale zitten die heidense mensen er naast en ook niet helpen kunnen. Maar in het horizontale hebben ze heel goed begrepen waar het op aankomt: we moeten tot het uiterste gaan om te overleven samen te overleven niet discrimineren, geen zondebok aanwijzen, niet doden
Met Jona is het precies omgekeerd. Hij kent de ware God de Schepper van hemel en aarde de Heer van de geschiedenis Maar in het horizontale maakt hij het niet waar: Je naaste, zelfs je vijanden liefhebben naar Nineve gaan en op verandering aandringen dat doet hij niet.
Het is niet altijd: kerk goed <> wereld slecht In dit verhaal valt de wereld enorm mee: We kunnen een voorbeeld nemen aan de zeemannen: aan hun inzet, hun zorg, hun ver-schilligheid. Je hoeft niet gelovig te zijn om te weten dat je niet mag stelen en liegen en bedriegen en moorden.
En de kerk (Jona) valt bar tegen. Hij is een blamage voor het geloof. rechtzinnig in de leer, maar ondertussen vol haat en on-verschilligheid. Leer en leven liggen mijlen ver uit elkaar.
In dat bootje midden op zee als de stormen hoog gaan is het samen erop of er onder alle hens aan dek. En met alles wat er in de wereld gebeurt kan het niet anders of christenen werken samen met humanisten, moslims, joden met iedereen die het hart op de goede plek heeft en zijn best doet voor de eenzamen voor de daklozen, voor de vluchtelingen, voor het behoud van de natuur. We overleven samen of we gaan verdeeld ten onder. AMEN | ||
terug | ||