Luc 1: 46-55 Luc 1: 46-55

46Maria zei:
‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
47
mijn hart juicht om God, mijn redder:
48Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
49ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
50Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie Hem vereert.
51Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
52heersers stoot Hij van hun troon
en wie gering is geeft Hij aanzien.
53Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven,
maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.
54-55Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd:
Hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.’  (Luc 1: 46-55 NBV21)


A      Een lofzang? in deze wereld?
daar is toch geen aanleiding voor?

Ja er gaat wel iets goed gelukkig
– een goed bericht van de dokter
– toch weer werk gevonden
– de geboorte van een kind
– samen je huwelijk weer op de rails gekregen
Daar kun je blij mee om zijn
en God voor danken
Maar: het zijn toch de kleine dingen
prive gebeurtenissen.

Het grote verband is niet hoopgevend:
zorgen om het klimaat
Geen geld voor Oekraine
een bloedbad in Gaza
Dat is het kader waarbinnen zich ons kleine geluk afspeelt.
Niet hoopgevend.
In wat voor wereld groeien onze kinderen op?

wat staat hun nog te wachten?

Is er nog een toekomst voor ons?
voor deze oude wereld?

Moeilijk om daar een lofzang bij te zingen
liever vluchten we weg in de romantiek
van lichtjes op de markt
en liedjes in de winkelstraten
dreaming of a white christmas

tjingle bell, tjingel bell
en thuis maken we het extra gezellig
en doen we de gordijnen dicht
Zo sluiten we de boze wereld buiten.

Maar een lofzang zoals Maria zingt? :
Een danklied voor God
Mijn ziel maakt groot de Heer
Mijn ziel verheugt zich zeer?
Waaraan ontleent zij haar vreugde?




B       Als Maria begint te zingen
is dat in dezelfde treurige wereld:
voor de zoveelste keer is Israel onder de voet gelopen
Nu hebben de Romeinen het voor het zeggen
De bevolking verarmt meer en meer.
Wat is er nog fijn en mooi en goed aan het leven?
Waar zou je nog een lofzang op kunnen maken

Waar nog God voor kunnen danken?
God? waar zijn de sporen van zijn aanwezigheid

van zijn liefde, zijn macht, zijn hulp?

Toch gaat ze zingen
niet omdat ze het toch wel een beetje vindt meevallen
Ze heeft geen roze bril op
In het lied dat ze zingt komt alle narigheid
van haar en onze wereld terug:
armoede, honger, onrecht, oorlog en geweld

En toch wordt het geen klaaglied, gezongen in mineur.
Integendeel: haar lied is een loflied,
vol hoop en verwachting...een blijde toon.

Want zij ziet de sporen van God
van zijn zorg, zijn barmhartigheid,
van zijn vaste voornemen
om deze wereld uit zijn treurigheid te verlossen:

Daar is Elizabeth, haar tante die geen kinderen kon krijgen
En nu op hoge leefdtijd: al 6 maanden in verwachting
Johannes zal uit haar geboren worden:
de Doper, de voorloper van de Messias.

En van de Messias zal zij zelf de moeder worden
zo jong als ze is...nog niet eens een man
het zal gaan zoals de engel gesproken heeft:
haar kind komt van boven

haar kind is Gods geschenk aan de mensen

Daarom kan ze niet zwijgen; ze moet wel zingen
van God die oude beloften waarmaakt
die voor een nieuw begin zorgt
de toekomst opent.
God zelf wekt de vreugde. Hij dwingt de lofzang af.

Dat kunnen wij toch ook doen
als wij ons zorgen maken...
en niet meer weten hoe het verder moet:
met Maria mee zingen: mijn ziel maakt groot de Heer
ondanks alles, tegen de klippen op.
Paulus en Silas doen dat, als ze gevangen zitten.
Ze zingen zich uit hun zorgen.
De gevangenis begeeft het zelfs letterlijk.





C     Want God heeft mij geringe
goedgunstig aangezien.
Zo zingt Maria van God die haar zag staan.

Dat klinkt alsof ze haar nederigheid bezingt:
alsof ze iemand is die geen nee kan zeggen
en zich als voetveeg laat gebruiken
en zichzelf helemaal niets vindt.
Maar zulke nederigheid is geen deugd.
Wie op zo'n manier nederig is
is wel eens moeilijk in de omgang
zit heimelijk vol wrok en onvrede

Maria bedoelt niet haar karakter, ze bedoelt haar omstandigheden
haar lage status...ze is een jong meisje nog,
uit Nazaret, een dorpje in de provincie..
Meer nog bedoelt ze:
ik ben maar een mens...een van de velen
en niemand van al die mensen
is in staat de wereld vooruit te helpen
niemand die voor een nieuw begin weet te zorgen
en de toekomst opent
en vrede en geluk brengt

In die lage staat van hulpeloosheid
heeft de Eeuwige willen kijken.
Dat is het grote wonder van de God van de bijbel.
De schepper van hemel en aarde kijkt niet onverschillig toe
Wij gaan hem aan het hart
Hij ziet naar ons om

De Allerhoogste ziet diep.
Hij kijkt niet naar omhoog: daar is niets
Hij kijkt niet naar opzij: daar zijn geen goden
Hij kijkt naar beneden...
en treft daar Maria aan en u en jou en mij:
een mensheid die zo lang verlangt naar vrede
en de wanhoop nabij is: of het er ooit wel van komen zal.

Daarvan zingt Maria:
niet van haar geringheid, haar lage staat
maar van haar en onze God
die niet te verheven is om heel diep te zien
niet te groot om zich klein te maken
niet te goddelijk om mens te worden
om in een stal geboren te worden
om aan een kruis te sterven
Heel de diepte, onze diepte is hij doorgegaan.
Zo'n God hebben wij...
Hem willen wij eren en dienen
En op de dag dat onze weg door de diepte gaat
roepen wij Hem aan om zijn ontferming.





D     En dan zingt Maria van
het kind dat zij krijgen zal, Jezus
van alles wat hij gaat doen:
Zijn arm verstoot met macht
de groten uit hun macht
de vorsten van hun tronen

Wie denkt er niet aan die rijke jonge man
die op een dag bij Jezus komt
Heel zelfverzekerd:
Wat zou ik beter moeten doen?
Op het laatst druipt hij af, bedroefd, onzeker:
Jezus heeft hem laten voelen hoe leeg zijn leven is
als het zo om geld en bezit draait.



En profetisch zingt Maria:
Maar hij maakt kleinen groot
en zal met overvloed
de hongerigen lonen

En we herinneren ons die wonderbare spijziging:
hoe mensen 5 broden en 2 vissen
niet krampachtig voor zichzelf houden
maar in handen van Jezus leggen
En dan is er genoeg voor duizenden,
meer dan genoeg: manden vol over.


Zo is haar kind Jezus degene
die een nieuw leven mogelijk maakt:
Door hem durf je weer hoop te hebben
waar je van het journaal alleen maar somber wordt


Door hem ga je verlangen naar wat echt leven is
waar de winkels je allemaal onzin verkopen.


Door hem ontdooit je hart tot liefde en zorg
waar de tijdgeest je tot onverschilligheid en cynisme brengt.


Door hem ga je iets vermoeden
van het grote geheim van de werkelijkheid:
Dat er in het verborgene een hart is
dat voor jou en alle mensen klopt
Een goede macht die het nooit opgeeft
die je nooit in de steek laat
Van wie je altijd weer opnieuw mag beginnen
Die je zelfs in de dood opvangt en bergt voorgoed
in het rijk van liefde en licht


Als je zo door Jezus wordt geïnspireerd
heeft hij een nieuwe mens van je gemaakt
je verlost, gered, bevrijd uit de treurigheid van deze wereld
en overgebracht in Gods nieuwe wereld?
Hij heet niet voor niets: redder, verlosser, heiland, zaligmaker!




E      Als Maria haar tante ziet:
Elizabet, in verwachting
dan weet ze genoeg: God heeft woord gehouden
waar de profeten van gesproken hebben
dat maakt Hij waar.
En dan wordt haar lied een loflied.
Ze zingt van God en zijn redding
alsof het allemaal al gebeurd is!

Hij heeft machtigen van de troon gestort
en eenvoudigen verhoogd
hongerigen heeft hij met overvloed bedeeld
en rijken met lege handen weggezonden”

Maar: Jezus moet nog geboren worden
En Pasen moet nog komen
En Pinksteren
En daarna nog eeuwen van geschiedenis
van uitzien en verlangen
naar de dag dat het rijk van God voorgoed doorbreekt
21 eeuwen al weer
van waken en werken
van geloven en volharden
van niet opgeven het visioen:
vrede op aarde, in mensen een welbehagen.
Maar daar zit Maria niet over in.
Zij weet: God heeft woord gehouden
Deze en al zijn beloften zullen uitkomen.
En dan zingt ze alsof het al zover is.

Als wij met Maria dit lied mee zingen
dan doen wij hetzelfde:
wij zingen van dingen die er nog niet zijn
maar die er vast komen zullen.
ooit op Gods tijd.

Dat is nou typisch geloven:
in die lage staat van verlorenheid
zingen van dingen die je nog niet kunt zien
zingen van wat komen zal.
En wie met Maria haar lied mee zingen
die voelen weer
hoe hier van binnen het verlangen vurig wordt
naar God en zijn nieuwe wereld



Wie met Maria meezingen
die voelen weer hoe de wil weer nieuwe zin krijgt
om bezig te gaan met wat er echt toe doet:
de vrede op aarde
omzien naar elkaar
de zorg voor de schepping.
Wie zingt voelt de enorme stuwkracht van het geloof
de inspiratie van de Geest.
Zo is God bij ons: hij troont op onze lofzangen.

AMEN
 
terug