Luc 1: 46-55
Luc 1: 46-55
A Een lofzang? in deze wereld? daar is toch geen aanleiding voor? Ja er gaat wel iets goed gelukkig – een goed bericht van de dokter – toch weer werk gevonden – de geboorte van een kind – samen je huwelijk weer op de rails gekregen Daar kun je blij mee om zijn en God voor danken Maar: het zijn toch de kleine dingen prive gebeurtenissen. Het grote verband is niet hoopgevend: zorgen om het klimaat Geen geld voor Oekraine een bloedbad in Gaza Dat is het kader waarbinnen zich ons kleine geluk afspeelt. Niet hoopgevend. In wat voor wereld groeien onze kinderen op? wat staat hun nog te wachten? Is er nog een toekomst voor ons? voor deze oude wereld? Moeilijk om daar een lofzang bij te zingen liever vluchten we weg in de romantiek van lichtjes op de markt en liedjes in de winkelstraten dreaming of a white christmas tjingle bell, tjingel bell en thuis maken we het extra gezellig en doen we de gordijnen dicht Zo sluiten we de boze wereld buiten. Maar een lofzang zoals Maria zingt? : Een danklied voor God Mijn ziel maakt groot de Heer Mijn ziel verheugt zich zeer? Waaraan ontleent zij haar vreugde? B Als Maria begint te zingen is dat in dezelfde treurige wereld: voor de zoveelste keer is Israel onder de voet gelopen Nu hebben de Romeinen het voor het zeggen De bevolking verarmt meer en meer. Wat is er nog fijn en mooi en goed aan het leven? Waar zou je nog een lofzang op kunnen maken Waar nog God voor kunnen danken? God? waar zijn de sporen van zijn aanwezigheid van zijn liefde, zijn macht, zijn hulp? Toch gaat ze zingen niet omdat ze het toch wel een beetje vindt meevallen Ze heeft geen roze bril op In het lied dat ze zingt komt alle narigheid van haar en onze wereld terug: armoede, honger, onrecht, oorlog en geweld En toch wordt het geen klaaglied, gezongen in mineur. Integendeel: haar lied is een loflied, vol hoop en verwachting...een blijde toon. Want zij ziet de sporen van God van zijn zorg, zijn barmhartigheid, van zijn vaste voornemen om deze wereld uit zijn treurigheid te verlossen: Daar is Elizabeth, haar tante die geen kinderen kon krijgen En nu op hoge leefdtijd: al 6 maanden in verwachting Johannes zal uit haar geboren worden: de Doper, de voorloper van de Messias. En van de Messias zal zij zelf de moeder worden zo jong als ze is...nog niet eens een man het zal gaan zoals de engel gesproken heeft: haar kind komt van boven haar kind is Gods geschenk aan de mensen Daarom kan ze niet zwijgen; ze moet wel zingen van God die oude beloften waarmaakt die voor een nieuw begin zorgt de toekomst opent. God zelf wekt de vreugde. Hij dwingt de lofzang af. Dat kunnen wij toch ook doen als wij ons zorgen maken... en niet meer weten hoe het verder moet: met Maria mee zingen: mijn ziel maakt groot de Heer ondanks alles, tegen de klippen op. Paulus en Silas doen dat, als ze gevangen zitten. Ze zingen zich uit hun zorgen. De gevangenis begeeft het zelfs letterlijk. C Want God heeft mij geringe goedgunstig aangezien. Zo zingt Maria van God die haar zag staan. Dat klinkt alsof ze haar nederigheid bezingt: alsof ze iemand is die geen nee kan zeggen en zich als voetveeg laat gebruiken en zichzelf helemaal niets vindt. Maar zulke nederigheid is geen deugd. Wie op zo'n manier nederig is is wel eens moeilijk in de omgang zit heimelijk vol wrok en onvrede Maria bedoelt niet haar karakter, ze bedoelt haar omstandigheden haar lage status...ze is een jong meisje nog, uit Nazaret, een dorpje in de provincie.. Meer nog bedoelt ze: ik ben maar een mens...een van de velen en niemand van al die mensen is in staat de wereld vooruit te helpen niemand die voor een nieuw begin weet te zorgen en de toekomst opent en vrede en geluk brengt In die lage staat van hulpeloosheid heeft de Eeuwige willen kijken. Dat is het grote wonder van de God van de bijbel. De schepper van hemel en aarde kijkt niet onverschillig toe Wij gaan hem aan het hart Hij ziet naar ons om De Allerhoogste ziet diep. Hij kijkt niet naar omhoog: daar is niets Hij kijkt niet naar opzij: daar zijn geen goden Hij kijkt naar beneden... en treft daar Maria aan en u en jou en mij: een mensheid die zo lang verlangt naar vrede en de wanhoop nabij is: of het er ooit wel van komen zal. Daarvan zingt Maria: niet van haar geringheid, haar lage staat maar van haar en onze God die niet te verheven is om heel diep te zien niet te groot om zich klein te maken niet te goddelijk om mens te worden om in een stal geboren te worden om aan een kruis te sterven Heel de diepte, onze diepte is hij doorgegaan. Zo'n God hebben wij... Hem willen wij eren en dienen En op de dag dat onze weg door de diepte gaat roepen wij Hem aan om zijn ontferming. D En dan zingt Maria van het kind dat zij krijgen zal, Jezus van alles wat hij gaat doen: Zijn arm verstoot met macht de groten uit hun macht de vorsten van hun tronen Wie denkt er niet aan die rijke jonge man die op een dag bij Jezus komt Heel zelfverzekerd: Wat zou ik beter moeten doen? Op het laatst druipt hij af, bedroefd, onzeker: Jezus heeft hem laten voelen hoe leeg zijn leven is als het zo om geld en bezit draait. En profetisch zingt Maria: Maar hij maakt kleinen groot en zal met overvloed de hongerigen lonen En we herinneren ons die wonderbare spijziging: hoe mensen 5 broden en 2 vissen niet krampachtig voor zichzelf houden maar in handen van Jezus leggen En dan is er genoeg voor duizenden, meer dan genoeg: manden vol over. Zo is haar kind Jezus degene die een nieuw leven mogelijk maakt: Door hem durf je weer hoop te hebben waar je van het journaal alleen maar somber wordt Door hem ga je verlangen naar wat echt leven is waar de winkels je allemaal onzin verkopen. Door hem ontdooit je hart tot liefde en zorg waar de tijdgeest je tot onverschilligheid en cynisme brengt. Door hem ga je iets vermoeden van het grote geheim van de werkelijkheid: Dat er in het verborgene een hart is dat voor jou en alle mensen klopt Een goede macht die het nooit opgeeft die je nooit in de steek laat Van wie je altijd weer opnieuw mag beginnen Die je zelfs in de dood opvangt en bergt voorgoed in het rijk van liefde en licht Als je zo door Jezus wordt geïnspireerd heeft hij een nieuwe mens van je gemaakt je verlost, gered, bevrijd uit de treurigheid van deze wereld en overgebracht in Gods nieuwe wereld? Hij heet niet voor niets: redder, verlosser, heiland, zaligmaker! E Als Maria haar tante ziet: Elizabet, in verwachting dan weet ze genoeg: God heeft woord gehouden waar de profeten van gesproken hebben dat maakt Hij waar. En dan wordt haar lied een loflied. Ze zingt van God en zijn redding alsof het allemaal al gebeurd is! “Hij heeft machtigen van de troon gestort en eenvoudigen verhoogd hongerigen heeft hij met overvloed bedeeld en rijken met lege handen weggezonden” Maar: Jezus moet nog geboren worden En Pasen moet nog komen En Pinksteren En daarna nog eeuwen van geschiedenis van uitzien en verlangen naar de dag dat het rijk van God voorgoed doorbreekt 21 eeuwen al weer van waken en werken van geloven en volharden van niet opgeven het visioen: vrede op aarde, in mensen een welbehagen. Maar daar zit Maria niet over in. Zij weet: God heeft woord gehouden Deze en al zijn beloften zullen uitkomen. En dan zingt ze alsof het al zover is. Als wij met Maria dit lied mee zingen dan doen wij hetzelfde: wij zingen van dingen die er nog niet zijn maar die er vast komen zullen. ooit op Gods tijd. Dat is nou typisch geloven: in die lage staat van verlorenheid zingen van dingen die je nog niet kunt zien zingen van wat komen zal. En wie met Maria haar lied mee zingen die voelen weer hoe hier van binnen het verlangen vurig wordt naar God en zijn nieuwe wereld Wie met Maria meezingen die voelen weer hoe de wil weer nieuwe zin krijgt om bezig te gaan met wat er echt toe doet: de vrede op aarde omzien naar elkaar de zorg voor de schepping. Wie zingt voelt de enorme stuwkracht van het geloof de inspiratie van de Geest. Zo is God bij ons: hij troont op onze lofzangen. AMEN | ||
terug | ||