Luc 2: 12
Luc 2: 12
Luc 2: 12 een teken voor de herders: een kind in doeken gewikkeld, liggend in een kribbe A Misschien hebt u dat wel eens meegemaakt Midden in de nacht, aarde-donker: Zware wolken – geen ster te zien geen licht van de maan in de vertel rommelt een onweer op de tast en voetje voor voetje zoek je de weg. Dan opeens flitst een bliksem langs de hemel secondenlang verlicht hij het landschap: de bomen langs de weg een boerderij in de verte Nu zie je waar je bent en waar je naar toe gaat. Het Kerstverhaal is ook zoiets: in een flits zien we hoe we er voor staan: Het evangelie brengt aan het licht wat er met de wereld aan de hand wat er met onszelf aan de hand is Het is onthulling Het is openbaring B Wat we zien? Daar in de verte zijn herders in het veld zij houden de wacht over hun schapen Ze doen hun werk ver van huis Nogal ruw en onbehouwen volk Mannen onder elkaar. Ze proberen er maar het beste van te maken. Ze verwachten niet veel meer voor zichzelf of van het leven Een beetje geld voor hun gezin om van te leven Genoeg om ze zoet te houden Brood en spelen Dan is het al goed. Idealen hebben ze al heel lang niet meer. Wie voor een dubbeltje geboren is. Maar kun je leven bij brood alleen? Is dat genoeg voor een mens Sluimert er op de bodem van ons hart toch niet het verlangen naar meer? naar zin en betekenis? naar een leven gedragen door God naar een leven verbonden met elkaar? C We zien ook: Jozef en Maria onderweg, op reis moesten ze omdat de keizer in Rome wel eens wilde weten over hoeveel mensen hij de baas is. Dat hij daarmee heel het leven van Jozef en Maria ontregelt en het leven van een ongeboren kind in gevaar brengt daar staat hij niet bij stil. Zo doen de hoge heren. Ze verplaatsen een fabriek Ze speculeren op de beurs Sturen legers op elkaar af. Ze hoeven maar in hun vingers te knippen en heel de wereld komt in beweging: Mensen op de vlucht voor armoede op zoek naar werk, eten, op zoek naar vrijheid, geluk verlangend naar een thuis. D En eigenlijk niet welkom: de herberg is vol: niemand die zijn plaats afstaat In de stal is vast nog een plekje. Ga daar maar liggen. In een flits laat het kerstverhaal zien hoe onze wereld is: de hoge heren die aan de touwtjes trekken de herders die er het beste van te maken mensen onderweg, nergens welkom gasten in de herberg die voor niemand opstaan Onthullend, dit plaatje. Is dit onze wereld? Is dit ons leven? Waar is de liefde? Waar de vriendschap? Waar het mede-lijden? Hoe heeft het zover kunnen komen? E Goddank er komt nog iets anders aan het licht: deze harde wereld is voorwerp van Gods ontferming hij kan het niet aanzien dat zijn schepping zo mislukt dat het samenleven zo verhardt dat mensen zo de weg kwijt zijn De eeuwige ziet naar ons om. Daarom laat hij in deze treurige wereld Jezus geboren worden. Ergens onderweg, in een schuurtje, in een kribbe Voor hem geen gespreid bedje Het zit hem direct al niet mee: in een voederbak, gewikkeld in doeken. Een teken, dit is een teken, zegt de engel tegen de herders: Let daar goed op. Het be-tekent: Deze Jezus is één van ons. Hij wil er voor iedereen zijn geen mens overslaan ook de aller-geringste telt voor hem mee Daarom begint hij onderaan. F Deze Jezus: straks zal hij rondgaan als een weldoener. Heiland heet hij Heel – maker Hij maakt heel wat kapot is gegaan, wat verbroken is geraakt: de band tussen God en mensen de band tussen mensen onderling Soms zal hij de vinger op de zere plek leggen mensen een spiegel voor houden: de hoge heren, de rijken en machtigen wijzen op hun armoede En achter de vroomheid van zelfingenomen farizeeën een stevig vraagteken zetten. Dat hebben zij nodig en wij ook Hoe anders zullen wij weer de echte God en zijn liefde ontdekken? Hoe anders weer geraakt kunnen worden door de blik van onze naaste? G Vaker zal hij de zieken opzoeken, hen aanraken en genezen de ogen van blinden de oren van doven openen Zo verzekert hij ons dat hun ziekte en gebrek geen straf van God is, maar juist zijn liefde en ontferming wakker roepen. En wat kun je dat nodig hebben als je ziek bent of verdrietig, of bezorgd. H En minstens zo vaak zal hij de mensen aanspreken die er uit liggen: De hoeren en de tollenaars die zichzelf onmogelijk gemaakt hebben Hun van vergeving spreken Hen los maken van het verleden en aan het leven terug geven. Als je zelf vol schaamte zit om wat je van je leven maakte. denk dan aan Jezus: hoe hij er alles voor over had om ons het leven weer mogelijk te maken: met een opgeruimd geweten met een hart vrolijk en licht van vergeving. Daarom liet God hem geboren worden als een mens in ons midden Om met de liefde van God ons allemaal te verwarmen te ontdooien weert tot geloof, hoop en liefde te bewegen F Kerst heeft aan het licht gebracht: een wereld hard en koud en zakelijk Als we niet oppassen stompen wij af gaan we leven voor enkel hier en nu zonder antenne voor God zonder gastvrijheid voor wie onze hulp nodig hebben I Kerst heeft aan het licht gebracht dat we toch met een warm en bewogen hart kunnen leven: Waar Jezus ons inspireert en verwarmt en zijn liefde ons inneemt voor God en voor elkaar. Bent u al aan het licht gekomen? AMEN | ||
terug | ||