Mat 22: 15 - 22
Mat 22: 15 - 22
Jezus zei: ‘Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’ (Mat 22: 21b - NBV21) Daar hebben we allemaal mee te maken. Geld hebben we nodig: voor eigenlijk alles onze boodschappen, kleding, het eigen risico van de doktersrekening huur of hypotheek de studie van je kinderen een dagje uit of een wereldreis Niets is voor niets. Zo hebben we het nu eenmaal georganiseerd: aan bijna alles hangt een prijskaartje.
Daarom hebben we het liefst een flink salaris Dan kun je wat. Als je niet zo veel verdient, of een klein pensioentje hebt dan kun je een stuk minder.
een deel aan de overheid afstaan. Wat zijn er niet een belastingen: op je inkomen, op je huis, op je auto, wegenbelasting waterschap, BTW en nog veel meer.
En ergens snappen we wel, dat dat nodig is. Maar echt van harte je belastingformulier invullen? We slaan er nog eens een gids op na: moeten we dit echt opgeven? Want stel je voor dat je teveel betaalt. Dan ben je een dief van je eigen portemonnee.
En verontwaardigd zijn we als we horen dat mensen frauderen met de aangifte. En grote bedrijven die zich vestigen in belastingparadijzen dat vinden we ook niet fijn: Hier hebben ze hun werk Hier maken ze gebruik van de wegen en vliegvelden en van alle andere voorzieningen waar wij veel vooor betalen. En dan zij belasting betalen in een ver land waar het bijna niets kost! Dat klopt niet. Het zullen wel de mazen van de wet zijn. Maar het gaat wel helemaal in tegen de geest van de wet: Dat we met elkaar proberen sociale voorzieningen scholen en ziekenhuizen, politie en leger in de benen te houden.
Geef de keizer wat van de keizer is, zei Jezus. Geef de overheid wat de overheid toekomt. Dat woord heeft nog niets van zijn geldigheid verloren.
De overheid is dan niet een democratie En sociale voorzieningen, daar had nog niemand van gehoord. De overheid dat is de keizer in Rome De overheid dat zijn de legers die het land bezet hielden. De overheid dat zijn bestuurders als Herodes, Pilatus. En die zorgen wel voor een beetje openbare orde. Maar vooral zorgen ze heel goed voor zichzelf Israel was een provincie: een wingewest.
Wij klagen wel eens over belastingen... maar toen werd het land werkelijk uitgemergeld. te weinig om van te leven te veel om van dood te gaan.
En dan komt er nog wat bij: Op de belangrijkste munt van die dagen staat de kop van keizer Tiberius staat. En een mens afbeelden... dat was verboden in het Joodse geloof.
En dan wat er op die munt geschreven staat: Keizer Tiberius, Goddelijke zoon van Augustus/de Verhevene Dat gaat helemaal tegen het geloof in: een mens zo belangrijk vinden: als of hij God is!
En dan op de andere kant ook nog schrijven: De grootste Hogepriester. Saul, David, Salomo - Israels koningen - die konden geen priester zijn: teveel bloed aan hun handen. Dan de keizer helemaal niet.
Geen wonder dat het nogal een kwestie was Ermee betalen? Of maken ze je on-rein? En in sommige Joodse kringen vinden ze het principieel verkeerd om belasting te betalen: dat is toch heulen met de vijand: verraad?
Anderen hebben meer oog voor de gevolgen: betaal nou maar: dit is overmacht. je hebt geen keus er komen maar moeilijkheden van als je je belasting weigert.
Een brandende kwestie Er komt verdeeldheid van in de gezinnen Vrienden worden vijanden. Wie wijst hier de weg?
C Een mooie kwestie om aan Jezus voor te leggen.
Ja, maar bij de Farizeeën speelt er nog iets: Zij storen zich aan Jezus. Hij krijgt veel te veel invloed op de mensen. Ze willen van hem af. Daarom leggen ze hem deze kwestie voor:
Ze beginnen heel beleefd en vriendelijk over Jezus dat hij zo ronduit is en oprecht en zegt waar het op staat zonder mensen naar de ogen te kijken En dan: is het geoorloofd de keizer belasting te betalen.
Wat moet Jezus nu zeggen? dan maakt hij zich niet populair dat gaat hem aanhangers kosten dan krijgt hij er vijanden bij: verdeeldheid onder zijn volgelingen.
Als hij nee zegt: dan zit hij vandaag nog als een oproerkraaier in de gevangenis
Schaakmat: elk antwoord is verkeerd.
….. Blijkbaar heeft Jezus geen denarie op zak. Maar zij wel! Vlot laten ze er eentje zien. Ze lopen er gewoon mee rond! Doen er hun boodschappen mee.
Voor hen is het helemaal geen brandende kwestie. Zij stelden die vraag alleen maar om Jezus in moeilijkheden te brengen.
Ze hadden het zo mooi gezegd: meester, u bent oprecht u kijk niemand naar de ogen Wat staan zij nu te kijk als schijnheilige mensen. Huichelaars, dat zijn ze
En wat verschijnt Jezus nu eens te meer als de waarheid zelf. Onkreukbaar. Integer. Hun actie heeft precies het omgekeerde bereikt van wat ze wilden.
D Geef de keizer wat van de keizer is. en geef aan God wat God toebehoort.
Het is vaak uitgelegd als: je hebt de overheid en je hebt de kerk de overheid voor wereldse zaken de kerk voor geloof en zingeving. En die twee moet je gescheiden houden De overheid moet zich niet godsdienst en geloof bemoeien En jij moet je geloof voor jezelf houden, voor zondag, voor de kerk, voor prive. - geen hoofddoekje op je werk, - geen kruisje op je jas. – geen gebed na de troonrede.
Daar is wel iets voor te zeggen Maar het klopt niet. Want de brandende kwesties van het leven zijn nooit of het een of het ander De dingen van de kerk en de dingen van de overheid overlappen elkaar. Bij de kabinetsformatie bleek dat ook weer: voltooid leven / euthanasie / embryoselectie daar denken ze bij CDA en CU heel anders over dan bij D66.
Wat betekent dan geef de keizer wat van de keizer is. Wat is van de keizer, en wat is van God?
Wat van de keizer is, dat is niet zo moeilijk: kijk eens naar het geld, zegt Jezus wie staat er op afgebeeld en van wie is het opschrift? Duidelijk: dat is van de keizer. Als hij het geld nodig heeft en opeist, geef het hem. Het is maar geld.
Maar wat is van God? "God schiep de mens als zijn evenbeeld als evenbeeld van God schiep hij hem: de vrouwen net zo goed als de mannen.
Dit zegt Jezus: En het is aan jou om dat zichtbaar te maken Om God steeds meer tot uitdrukking te brengen. Streef naar rechtvaardigheid, schrijft Paulus naar vroomheid, geloof, liefde, naar volharding, naar zachtmoedigheid. Dat is je bestemming. Zo ben je ooit bedoeld: om God te weerspiegelen in je leven.
belastingen heffen respect opbrengen voor het bestuur ook als de besluiten je niet aanstaan. geen misbruik maken van voorzieningen
Meedenken, meepraten, stemmen als het mag. En ook bidden voor de regering. Dat we een overheid houden die op het welzijn van mensen is bedacht: de zwakkeren uit de wind houdt op de sterkste schouders de zwaarste lasten het recht, de openbare orde handhaaft. Een goede overheid is een zegen. Een dienares van God: Romeinen 13.
Christenen zijn loyaal aan de regering. Maar er is een grens. Wij zijn niet van de overheid. We hebben mensen van geloof, hoop en liefde te zijn. Als de overheid vraagt dat we tegen ons geloof en geweten in gaan dan gaat ze te ver. Geen blinde gehoorzaamheid. Geen: “bevel is bevel”. Hitler die dat wel deed was geen overheid die God diende maar een verlengstuk van de boze: Openbaringen 13. De bijbelse boodschap is:
En God meer gehoorzamen is niet: dat je je als een vijand van de overheid gaat gedragen. Een dreigbrief naar de burgemeester Een baksteen door de ruit van de minister Scheldpartijen op Twitter op gang brengen Je middelvinger naar een bestuurder
God meer gehoorzamen dat is: Trouw aan hem blijven… Dat je rechtvaardig bent, zachtmoedig en het opneemt voor wie worden bedreigd Want zo is God. Zo doen mensen die op hem lijken. Zo dragen wij zijn beeld.
En wat kan een overheid daar nou op tegen hebben Tegen mensen die zo doen? AMEN | ||
terug | ||