Mat 7: 13-14
Mat 7: 13-14
Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden.
Context
In de bergrede (Mt 5 - 7) heeft Jezus op een radicale manier de wet van God uitgelegd. Zijn aanwijzingen voor het leven met de mensen en met God laten aan duidelijkheid niets te wensen over. In 7:12 wordt dit alles samengevat in het grote gebod: "Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten". Direct daarop volgen 7: 13-14 over de weg naar het leven en de weg naar de ondergang. Jezus raadt de eerste aan en waarschuwt voor de tweede. Daarop volgen nog waarschuwingen voor de 'valse profeten' (7:15-21). Tenslotte wordt híj wijs genoemd die de woorden Jezus niet alleen hoort, maar ze ook doet (7: 24-27). Dan volgt de bekende formulering waarmee Mat zijn vijf grote redevoeringen afsluit (7:28v).De brede en de smalle weg.
Mat 7: 13 naar binnen gaan
Naar binnen gaan is hier figuurlijk gebruikt, zoals ook elders sprake is van binnengaan in het koninkrijk der hemelen (bv Mat 5: 20), in de bruiloftszaal (Mat 25:10) of tot het feestmaal van de heer. (Mat 25: 21). Hier wordt hetzelfde bedoeld met binnengaan in het leven (idem in Mat 18: 8v en 19: 17). Om dat te bereiken is het nodig een bepaalde weg te bewandelen (de smalle), een bepaalde poort door te gaan (de nauwe). Sla je die raad in de wind en ga je over de brede weg en door de ruime poort, dan brengt die je niet het leven, die loopt uit op de ondergang.
Opvallend zijn de tegenstellingen in deze paar verzen: breed en smal; ondergang en leven; velen en weinigen.
Poorten en wegen
De beeldspraak van de twee wegen vinden we ook in Ps 1; al is daar geen sprake van breed of smal. Het gaat in deze beeldspraak telkens om de beslissende keus. De keus tussen zegen en vloek (Dtn 11: 26). De beeldspraak van de twee poorten treffen we in de bijbel verder niet aan. De combinatie weg + poort vinden we alleen hier in Mat 7.
Voor wie onderweg is naar een stad, staat de poort aan het eind van zijn reis.
De tekst laat ook ruimte voor de opvatting dat de poort aan het begin van de weg staat, nl voor wie de stad uit gaat. Maar omdat de poort in onze tekst verbonden is met binnengaan, kan dat in elk geval niet de bedoeling zijn.
Een andere mogelijkheid is dat het om een zgn dubbelgelijkenis gaat. Poort en weg zijn twee verschillende beelden voor hetzelfde: de goede (smal) resp verkeerde (breed) levensinvulling. Dan staat de poort niet aan het begin of einde van de weg, maar ahw ernaast als een ander beeld voor dezelfde zaak.
Allegorische uitleg?
Omdat de beeldspraak elders niet voorkomt, is die nog niet zo gemakkelijk te duiden. Een bekende uitleg is die waarbij men bij de poort aan de leer denkt, en bij de weg aan de levenswandel. Dit noemen we allegorie: de woorden (in dit geval poort en weg) vervangen door iets anders (leer en leven)
Is deze interpretatie juist, dan spreekt Jezus hier de Farizeeën en Schriftgeleerden aan die met hun uitleg van de wet (Torah) in vele honderden bepalingen een ruime poort hadden gebouwd. Wie daar door gaat en het juk van de wet op zich neemt, gaat proberen in zijn levenswandel zich aan die regels te houden (= de weg gaan).
In deze uitleg wijst Jezus de Farizeese weg af. Dat is de brede weg die naar het verderf leidt. Daartegenover stelt Jezus zijn alternatieve manier van leven. Die begint bij een smalle poort (= bij hem horen, zijn leerling zijn) en gaat over een smalle weg (= Jezus navolgen, leven volgens de Bergrede).
Er zitten goede elementen in deze uitleg, maar er kleven ook bezwaren aan:
- De beeldspraak wordt opgevat als allegorie. Daarmee kun je alle kanten op. Het heeft iets willekeurigs om bij de brede weg en poort aan de Farizeese leer en levenswandel te denken.
-
De schare die de wet niet kent is vele malen groter dan de Farizeese beweging. Zou je de brede poort en brede weg niet beter op hen kunnen toepassen?
-
De poort is aan het begin van de weg gedacht, niet aan het eind als toegang tot het leven.
Geen allegorese
Er is dan ook meer voor te zeggen dat Jezus hier het beeld van de twee wegen aanhaalt om de mensen op te roepen voor de goede levensstijl te kiezen.
Er is de brede weg die velen gaan en die via de brede poort op de ondergang uitloopt. Er is een smalle weg die weinigen vinden, maar die uitkomt bij het smalle poortje dat de toegang tot het leven is.
Brede en smalle weg
Waarom is de goede weg smal, en de andere breed?
De goede weg is achter Jezus aan. Hij gaat voorop. De weg die hij wijst en baant is maar één man breed, één voetspoor. Het is de weg die hij zelf gaat en zojuist in de bergrede heeft beschreven door de ware bedoeling van de Torah te benadrukken. De wet van God vraagt niet om een zuinige toepassing, maar om meer dan het gewone: bid voor je vijanden, ga een tweede mijl, vergeef elkaar, wees niet bezorgd. Doe niet rechtvaardig om bij de mensen op te vallen. De weg is smal omdat er weinig mensen echt Jezus volgen.
De afgeraden weg is breed omdat er vele mensen zijn die niet de smalle weg gaan. Zij trekken samen een breed spoor: de brede weg van genotzucht, hypocrisie, ongehoorzaamheid en wetticisme; in één woord: egocentrisme.
Brede en smalle poort
Waarom is de goede poort smal, en de andere breed?
Een poort die voor mensen smal is, is een poort waar een mens met enige moeite nog net door kan. Hij moet geen rugzak of koffers bij zich hebben, maar geld en goed loslaten. Hij kan er ook niet trots rechtop door heen, maar moet zichzelf klein maken.
De poort naar de ondergang is een brede. Je kunt er met gemak door. Je hoeft je bezit niet van de hand te doen. Je hoogmoed is evenmin een probleem.
Velen en weinigen
Velen gaan over de brede weg en door de brede poort omdat het de gemakkelijkste levensinvulling is, aantrekkelijk voor wie niet bij Jezus hoort. Die levensinvulling is ook daarom zo aantrekkelijk omdat de mens een kuddedier is. We zijn liever meelopers dan dat we tegen de stroom in gaan.
Weinigen gaan over de smalle weg en door de nauwe poort omdat het zoveel van je vraagt. Het is een lijdensweg, het dragen van een kruis, je zelf verloochenen. Dat doe je niet uit jezelf. Dat kun je alleen maar opbrengen als je gezien hebt
- hoezeer het andere leven - van de brede weg - wel gemakkelijk is, maar ook zo egocentrisch en met onheil en geweld gepaard gaat.
- de smalle weg ondanks de moeite die het kost, toch de betere is omdat het een leven met God is. Weest niet bezorgd (Mat 6: 25v), uw Vader weet wat je nodig hebt (Mat 6: 8).
Weinigen die de smalle weg vinden, zegt Jezus Dat is niet dreigend bedoeld. Er klinkt verdriet en zorg in door. En heel zijn optreden is er op gericht zoveel mogelijk mensen te bewegen de smalle weg te gaan. Deze verzen beginnen niet voor niets met de oproep 'Ga door de nauwe poort naar binnen...' Een gebiedende wijs. Eerder had Jezus al gezegd: wie zoekt zal vinden (Mat 7: 7v).
Leven en ondergang
Opgevat als dubbelgelijkenis zeggen poort en weg hetzelfde:
De smalle weg van de overvloedige gerechtigheid (Mat 5: 20), cq de smalle poort van het meer dan gewone brengen naar het leven, het koninkrijk der hemelen. Dat is een leven in Gods vriendschap hier en nu, en tot in eeuwigheid.
De brede weg van de zelfzucht cq de brede poort brengt onheil in je leven. Dat is een leven buiten Gods liefde. In dit leven al, en voorgoed.
Voor wie er geen dubbelgelijkenis in zien, is er eerst de weg en later (op het eind) de poort naar het leven resp de ondergang. Dat is ook een mogelijkheid. Al dreigt dan het misverstand dat de smalle poort nog een extra zeef is voor de mensen die de smalle weg gingen. Dat is niet bedoeld. Die de smalle weg gingen, gaan ook door de poort het leven binnen.
Vergelijk Luc 13: 23-24
De verschillen zijn groot. Bij Luc ontbreken bijna alle tegenstellingen. Hij heeft het alleen over een nauwe poort, niet over een brede weg. Hij heeft het wel over velen en weinigen, maar bij Luc proberen die velen juist die nauwe poort binnen te gaan, zonder succes. Bij Mat zijn het er maar weinigen die de smalle weg cq de nauwe poort en het leven vinden.
Vergelijk Mc 10: 25 par
De woorden over de nauwe poort doen denken aan een andere uitspraak van Jezus 'het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Die vinden we ook in Mat 19: 24 en Luc 18: 25.
Plaat van de twee wegen
Deze bekende plaat komt oorspronkelijk uit piëtistische kringen in Duitsland rond 1866. (meer info op https://dick.wursten.be/bredeensmalleweg.htm)
Het goede aan deze bekende plaat is, dat die duidelijk maakt, dat geloof met levenswandel heeft te maken. Je relatie met God en je verhouding tot de medemens doet er toe. Op de brede weg ontbreekt de zorg voor elkaar, op de smalle weg is die juist heel belangrijk. Maar er is ook wel wat op aan te merken.
- Het suggereert dat je eenmaal een keus moet maken - de smalle of de brede poort - en dat daarna je weg vast ligt. Dat je van de smalle weg kunt afdwalen en op de verkeerde kunt terecht komen komt nauwelijks in beeld. Dat je je kunt bekeren om van de brede weg over te gaan smalle weg al evenmin.
- De brede weg heeft niet zozeer met leuke dingen (terras, danszaal, theater) te maken, als wel met het veel te zuinig doen van de wet. Dat is wat Jezus de Schriftgeleerden en Farizeeën kwalijk neemt, evenals hun hypocrisie.
- De smalle weg is wat anders dan naar kerk en zondagsschool enz gaan. Het gaat om het meer dan gewone, het overvloedig doen van de gerechtigheid.
- Het gevaar bestaat dat kerkmensen zo met hun vroomheid te koop lopen (die fienen) en neerzien op anderen die niet volgens het boekje leven, dat hun smalle weg door hun hoogmoed en trots de brede weg is geworden.
Armstrong
Karen Armstrong, bekend van 'Een geschiedenis van God' en andere godsdiensthistorische onderwerpen beschrijft in 'Door de nauwe Poort' hoe zij op haar 17-de voor het kloosterleven kiest. Onze tekst uit Mat 7 klinkt al door in de titel, en wordt p. 356v aangehaald. Ze ging door de nauwe poort toen zij de kloostergeloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid op zich nam in de hoop zo bij God te komen. De weg die het klooster (Jezuïeten) haar daarvoor wees, is die van totale zelfopoffering: ze moest alles opgeven: haar ouders en vriendinnen, haar kleding, haar tijd, haar school, haar wil, haar wens, haar mening, haar intuïtie en gevoel. Zo zou ze ruimte maken voor God. Ze probeert het serieus maar merkt dat het nooit echt lukt zo jezelf uit te wissen. Het is zo geforceerd dat ze een paar keer ernstig ziek wordt en het maar net overleeft. Uiteindelijk beslist ze na zeven jaar dat ze haar leven, geluk en God niet in het klooster moet zoeken, maar daarbuiten.
Het boek is een praktijk-bevestiging van de exegese hierboven. De nauwe poort of de smalle weg is niet proberen God te vinden door je eigen individualiteit zo uit te schakelen als haar geleerd wordt. Dan blijft er een niet-ik over dat krampachtig God zoekt in 'verticale activiteiten' als gebed, stilte, zang, meditatie en in 'het horizontale' door het werk in het klooster of op school puur plichtmatig te doen, op de manier zoals het je opgedragen is: met uitschakeling van je gevoel, je verstand, je eigen wil enz. Om wat te bereiken met en voor mensen, heb je juist wel je gevoel, je verstand, je humor enz nodig. Die heb je toch niet voor niets gekregen? Zoals je ook tijd, energie, geld en goed is toevertrouwd. Zet die dingen royaal en overvloedig in tbv God en je naaste. Dat is door de nauwe poort, over de smalle weg gaan.
|