Na het Nieuwe Testament Na het Nieuwe Testament
Tweede en derde eeuw
Binnen de kerk ontstond eind eerste eeuw een stroming die als de gnostiek (=kennis, inzicht) bekend staat. Het gaat om een richting met duidelijk andere opvattingen over Jezus, God en het leven. Uit deze kringen kwamen tal van evangeliën, brieven, handelingen en openbaringen voort. Het meest bekend is het Evangelie van Thomas.
Deze geschriften waren tot voor kort alleen maar bekend bij hun titel. Oude kerkvaders spraken wel eens over bijv. het evangelie van de waarheid. Maar het geschriftje zelf leek in de loop der eeuwen verloren te zijn gegaan. Tot ongeveer 1945 in Nag Hammadi (Egypte) een hele verzameling van dergelijke oude geschriften bij toeval werd ontdekt. Gevolgd door een tweede vondst 1970 bij El Minya. In het droge klimaat van de woestijn zijn vele verloren gewaande handschriften bewaard gebleven.

Gnostiek
Volgens het gnostieke geloof is uit de onkenbare en verborgen God door tal van emanaties of uitstromingen een heel stelsel van ideeën, gedachten, eeuwigheden, hemelen en vormen ontstaan. Een lagere godheid, de scheppergod of demiurg, heeft daaruit de ons bekende wereld gemaakt, die als een mislukking is te beschouwen. De scheppergod heet (in het evangelie van Judas) saklas, dwz dwaas. Ook de mens is zijn produkt, dwz zijn lichamelijk bestaan. Maar dat lijf bergt ook een vonk uit de wereld van het licht. Het lichaam is een kerker voor die goddelijke ziel.
Uit de wereld van het licht is Christus gekomen om aan mensen uit te leggen dat hun lichaam slechts een stel lompen is, maar dat de ziel eeuwig is en bij de wereld van het licht hoort, daarvandaan komt en daarnaartoe terugkeert. Dit is het weten, de kennis waar het in de gnostiek om te doen is. Met deze kennis kun je twee tegengestelde kanten op:
  • omdat het lichaam er niet toe doet, schenk je er zo weinig mogelijk aandacht aan (ascese).
  • omdat het lichaam er toch toe doet, kun je gerust je lusten helemaal uit leven (hedonisme).
Het aardse en lichamelijke
Opvallend is de negatieve kijk op de aardse werkelijkheid en het lichamelijk bestaan. Dat staat haaks op de bijbelse visie dat dit alles goede schepping is. Door de ene, ware en levende God bewust gewild en tot aanzijn geroepen. Niet het produkt van een tweede, lagere godheid. Het lichaam is in de bijbel geen kerker, maar juist een tempel van de Geest.

Verlossing
Het echte probleem van de mens is volgens de bijbel niet zijn onwetendheid (zoals in de gnostiek), maar zijn zonde in de vorm van onwil, opstandigheid, liefdeloosheid naar God en naar de mensen toe.
De oplossing van dat probleem kan daarom niet bestaan in tot inzicht (zoals in de gnostiek) brengen, maar in het ontmaskeren van de zonde of zelfzucht van de mensen door die met de liefde van God te confronteren. En dat is volgens de bijbel wat God in en door Jezus doet en wat met name in diens lijdensgeschiedenis naar voren komt.
De verlossing is dus niet een mooie gedachte erop na houden (zoals in de gnostiek) maar in het licht van Christus je eigen verlorenheid ontdekken en geloven (aannemen, laten gelden) dat God toch met je te maken wil hebben en zijn Geest wil geven om je tot nieuw leven te bewegen.

De naaste
Tot dat nieuwe leven behoort volgens de bijbel ook het omzien naar elkaar, de liefde voor je naaste. En dat is wel het grootste verschil met gnostieke geschriften: echte armen, zieken, blinden en verlamden, hoeren en tollenaars tref je er niet aan. De gnosticus heeft aan hen geen boodschap. Voorzover hij een verantwoordelijkheid voor de naaste heeft, betreft het het doorgeven van het gnostieke inzicht, niet een verbetering van zijn lichamelijke of materiële omstandigheden.
Door vergelijking met deze alternatieve evangeliën en brieven komen de bijbelse geschriften in hun eigenheid naar voren. Ze zijn duidelijk anders. Het is niet voor niets dat die andere evangeliën en brieven niet in de bijbel zijn terecht gekomen. De kerk heeft ze terecht links laten liggen: ze vertellen ons van een andere Jezus, een andere God en een ander geloof.
 

 

terug