Pred 4: 4 - 6
Pred 4: 4 - 6
Prediker 4: 4 - 6, A groet, Van ’t zomer zag ik een mierenest: een grote hoop takjes en een enorme bedrijvigheid erom heen in lange slierten kruipen de mieren er naar toe ze nemen takjes en blaadjes mee en eenmaal bezorgd in het nest keren ze terug langs het zelfde spoor - onvermoeibaar voor weer een nieuwe vracht zo gaat het zeven dagen in de week. Duizenden en duizenden mieren werken samen. En zo overleven ze.
Ga tot de mieren (zegt de Spreukendichter) Neem aan hen een voorbeeld Die raad hebben we ons aangetrokken. Wat zijn we met elkaar een druk volk geworden. Ooit was dat nodig om de armoede te boven te komen. Maar dat is al lang voorbij. Nu gaat het erom de welvaart te vergroten en nog rijker te worden. Het gaat niet meer om ons dagelijkse brood, maar om het beleg: om een mooi huis….om een verre vakantie Daar gaat het beste van onze krachten in zitten. We willen mee komen in de race om de welvaart.
Ooit in Israel was men ontzettend druk met honderden geboden en verboden…het juk van de wet heette dat Bij ons vandaag de dag gaan we gebukt onder het juk van het werk Dat is de nieuwe religie bij ons: gij zult niet stil zitten en tot u zelf komen gij zult werken en uitgeven en kopen, liefst 7 dagen in de week Ons land heeft wel wat van een mierenest… alleen slechter georganiseerd: mieren zie je niet in de file staan.
Hij heeft kritiek op de Spreukendichter. Hij ziet hoe de mensen in zijn dagen met die raad uit de Spreuken aan de slag gaan: wat spannen ze zich in om maar de beste timmerman of de beroemdste zanger of de machtigste koning te worden.
Zijn commentaar: Louter naijver is het…van de een op de ander. Dat klinkt wel erg negatief: is het louter naijver? Vast zit er ook verantwoordelijkheidsgevoel bij door En liefde voor een ambacht, voor een vak. Maar louter idealisme is het ook niet. Naijver…jaloezie zit er ook bij door: Daar een carportje…dan bij ons ook, met spotjes Hij een nieuwe baan…dan moet ik eigenlijk ook promotie maken Hij alweer een nieuwe auto? waar doet-ie het van?
Wij steken elkaar de ogen uit. We willen voor elkaar niet onder doen. Zo gaat het tegen elkaar op. Het grootste huis…. de mooiste auto…. de best betaalde baan Echt niet omdat het vorige huis te klein was echt niet omdat die nieuwe auto stukken beter rijdt dan de vorige echt niet omdat die best betaalde baan werk is dat beter bij je past Maar: we voelen ons uitgedaagd… We willen niet achterblijven… In de woorden van Prediker: het is naijver van de een op de ander. Daar is meer van waar dan goed voor ons is.
Prediker zegt er nog iets bij: het is het najagen van wind…zinloos je probeert iets te vangen dat zich niet laat vangen het is tevergeefs al die drukte op het moment dat je ingehaald wordt, moet jij ook weer… Je hebt geen leven zo; je wordt geleefd. C Prediker haalt de wijsheid van de Spreukendichter onderuit. Hij ziet hoe mensen zich uitsloven om zich van elkaar te onderscheiden. Liever een handvol rust zegt hij, dan beide vuisten vol met zwoegen.
Een handvol rust…Prediker denkt aan die heel eenvoudige dingen: Eet uw brood met vreugde (9,7vv; 5,17v; 2,24; 3,13) Drink uw wijn met een vrolijk hart Geniet van de vrouw die gij liefhebt Het licht is zoet voor de ogen (11,7vv) Verheug je in je leven en geniet ervan (5,17vv 6,6)
Want je kunt altijd wel druk en jachtig zijn om elkaar links en rechts in te halen maar wat als je niet aan het genieten toekomt?
Hij heeft gelijk…en wij beginnen dat ook in te zien. We willen niet alleen werken en steeds mooiere dingen aanschaffen we willen ook tijd, vrije tijd om op adem te komen om echt te genieten van al dat moois ruimte om jezelf te ontwikkelen een studie, een hobby waar je jezelf helemaal in kwijt kunt of om tijd te hebben voor elkaar, voor je gezin zorgverlof voor iemand die je dierbaar is.
Prediker zegt: zorg dat je daar aan toekomt Blijf niet aldoor bezig met de jacht op welvaart en luxe Laat je niet gek maken door de reclame, Laat je niet uitdagen door je buren, je collega’s Het leven is geen wedstrijd! Beter dan 2 vuisten vol zwoegen is een handvol rust.
Je ziet het voor je: 2 handen die zoveel mogelijk naar zich toeschrapen verkrampt tot vuisten - nooit even open om te zien wat je hebt En daartegenover 1 ontspannen hand een wandelaar, een visser, iemand die geniet…en tevreden is.
dat de rijke man uit de gelijkenis de raad van Prediker goed begrepen heeft: Hij heeft hard gewerkt…bemest, geploegd en gezaaid En nu heeft hij een enorme oogst. Zoveel graan, dat het niet eens past in zijn schuren Hij zal ze afbreken en nieuwe bouwen. Hij is in een keer binnen. Hij kan wel blijven werken en nog rijker worden maar nodig is het niet. T is tijd om te genieten.
Ik zal rust houden, zegt hij bij zichzelf m’n brood met vreugde eten en wijn drinken met een vrolijk hart en genieten en vrolijk zijn. Precies de dingen die Prediker ons aanraadt.
Het klinkt verstandig, het is in elk geval een heel stuk wijzer dan te blijven jachten en zwoegen Maar Jezus noemt die man: dwaas. diezelfde nacht nog kwam te overlijden. Van zijn nieuwe schuren en het grote genieten kwam niets terecht.
Wat moeten we daar nou weer mee? Een handvol rust…genieten? voor zorgverlof, voor vut en pensioen… je kunt er genoeg voor opzij gelegd hebben maar één ding ligt niet in jouw macht: je gezondheid, je leven.
Eigenlijk is het niet eens Jezus die Prediker onderuit haalt De raad van Prediker breekt stuk op de harde werkelijkheid. Zo gaat het toch? Lang niet iedereen komt aan die handvol rust toe. Je bent geen baas over je eigen leven. Een ongeluk, een ziekte…en het is voorbij. E Daar voelen wij ons ongemakkelijk bij. Wij horen dat liever niet. Wij zeggen: dat het zwaar op de hand is, Moet dominee nou onze pret bederven? Of we zeggen dat wat die rijke man overkwam iets heel zeldzaams is, een uitzondering. Hij had pech…wij zullen vast geluk hebben en wel genieten: wij komen niet op de hartbewaking terecht of in een rolstoel of in Clara wij zullen dit en wij zullen dat…
Oh ja? Zomaar op eens kan een ongeluk, een beroerte, een hartkwaal een streep trekken door al je plannen. Dat is niet zo uitzonderlijk. Dagelijks krijgen tientallen mensen te horen dat de artsen niets meer kunnen doen. Vaak mensen in de kracht van hun leven. Meer dan 800.000 mensen in ons land arbeidsongeschikt. Dwaas, zou ik daar vandaag of morgen niet bij horen?
Het leven is veel onzekerder veel brozer en breekbaarder dan wij willen toegeven. Wat je opbouwt, zul je er wel aan toekomen? Schuren vol graan vallen maar zo een ander toe. Zo onzeker, zo wiebelig het leven zo ijdel en vergeefs
F Jezus zegt: je kunt niet over je eigen leven beschikken Ten diepste is het van God. Het komt van Hem En vroeg of laat geef ik het aan Hem terug. Zou ik daar rust in kunnen vinden?
Als ik weet dat ik bij God mag horen en ik voor tijd en eeuwigheid bij Hem geborgen ben dan kan ik het ijdele het broze en breekbare van mijn leven onder ogen zien zonder te vluchten Want : aan het begin is God En aan het einde is God en onderweg, een leven lang is God.
Dan hoef ik mezelf niet waar te maken niet te onderscheiden van een ander met een betere loopbaan met een mooier huis een duurdere auto of wat dan ook.
Meer of minder geslaagd, dat doet er niet toe. Het leven is geen wedstrijd. Het gaat erom rijk te zijn in God dat God jou kent dat je leven voor hem belangrijk is en dat elk vriendelijk woord elke uitgestoken hand niet verloren gaat Dan is alles wat je doet om de wereld een beetje mooier te maken alles wat je doet om de mensen een beetje gelukkiger te maken belangrijk voor het komen van zijn Rijk Elke goede daad wordt daarin opgenomen en vindt er zijn voltooiing.
Dat is een leven dat wel bijdraagt. Daarom maakt het wel uit dat je hebt geleefd Je bouwt een schat in de hemelen op En die valt niet een ander toe.
G Zo bevrijdt Jezus ons van gij zult 24/7 werken en uitgeven en kopen Het juk van het werk neemt hij van ons.
Hij geeft ons rust. En zonder te vluchten kunnen we het onzekere, het wiebelige van ons bestaan onder ogen zien. Inderdaad: Het is niet zo gewichtig alles gaat voorbij en wij zijn er maar even.
Maar God heeft er naar omgezien Hij wil zijn heerschappij er oprichten zijn koninkrijk er vestigen. Nu is op aard geen goede daad meer tevergeefs gedaan want wat gij goed doet is als zaad dat heerlijk op zal gaan. (Lied 642:7)
Ongemerkt hebben we nieuw juk op de schouders gelegd gekregen: dat van de liefde tot God en van de liefde tot elkaar. Waarom zouden we niet? AMEN | ||
terug | ||