Ps 84
Ps 84
Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort A De vakantie zit erop voor mij en voor de meesten van u ook Ging u ver weg voor korte of lange tijd? Misschien ben je dan wel net als de pelgrims van onze psalm naar huis terug gereisd: met verlangen naar de kerk Hoe lieflijk is uw woning, o Heer Dit mooie gebouw De lieve mensen die je er treft. Dat is het mooie van reizen: je kunt heimwee krijgen naar thuis naar alles wat je zo gewoon vond je huis en de buurt, de mensen, de kerk Je weet pas wat je mist…als het er niet is. B Ik sta nog even bij dat heimwee stil. De dichter heeft er verschillende woorden voor: mijn ziel verlangt… mijn vlees smacht mijn hart roept, ja eigenlijk: gilt om de levende God Steeds heftiger Met hart en ziel roept hij om God Zijn leven is een schreeuw om aandacht van de Eeuwige Wat er gebeurd is, staat er niet bij. Hoeven we ook niet te weten. Ook zonder de persoonlijke achtergronden herkennen wij die uitroep. Iemand vertelde: toen mijn kind ziek werd voelde ik me zo klein en machteloos worden zo bezorgd…ik wist niet meer waar ik het zoeken moest bijna paniek, en niets waar ik mij aan vast kon houden niets dat mij kracht gaf… Dat is: Mijn ziel schreeuwt om de levende God Iemand vertelde: op een dag keek ik achterom wat er van mijn leven geworden was verkeerde keuzes, zoveel dat tegenviel ik voelde me zo waardeloos… hoe kom ik daarmee klaar? Dat is: mijn ziel verlangt en smacht naar de levende God: En een derde zei: ik ben eigenlijk alleen maar druk ik vlieg de hele dag, ik moet zoveel alles even vlug en oppervlakkig… mijn leven valt uit elkaar, allemaal fragmenten: wie ben ik eigenlijk? wie maakt mij heel? hoe word ik ooit iemand? mijzelf? Dat is: mijn ziel hongert en dorst naar de levende God. Zodra een mens zich zulke vragen stelt voelt hij zich vreemd in deze wereld, ontheemd niet langer thuis… De afgrond is voor hem open gegaan. Een pelgrim is hij geworden, een zoeker naar zin en betekenis En hij vindt geen rust meer…totdat… totdat hij rust vindt in God (Augustinus) C Die onrust is sterk: daar lig je wakker van. Die bezorgt je de schrik in de benen… Daar moet je wat mee: alles bij het oude laten gaat gewoon niet: Wie echt in de zorgen is gekomen weet wel dat de gewone zekerheden veel te wiebelig zijn; geld, een dokter, een verzekering kunnen je de diepste zorg en angst niet wegnemen. En wie echt last heeft van zijn herinneringen of verdrietig is met het leven zoals het gelopen is weet wel dat de gewone dooddoeners niet troostrijk zijn: “valt wel mee, we doen allemaal wel eens wat” daarin vind je geen warmte en ze bieden geen uitzicht En wie echt lijdt aan het fragmentarische aan de spanning van de vele rollen die hij speelt weet wel dat de gewone oplossing niet helpt: “ga maar eens lekker op vakantie” word je daarmee meer jezelf? een vlucht uit de onrust is het Niet alles bij het oude laten Maar op zoek gaan, als ooit Abraham, weg uit zijn familie, uit zijn geboorteland op zoek naar God… Op zoek naar de levende God, zegt onze dichter Niet: de God van ik geloof wel dat er iets is” Niet: de God van de kerkelijke dogma’s” maar de werkelijke God…de levende God zegt onze dichter De God die wat doet, die mij ziet en volgt De God die met mij gaat mee in de verwarring…mee in de zorgen…mee over de afgrond… Als ik maar iets ervan merk en geloven kan dat Hij bij mij is dan zijn mijn zorgen, dan is mijn verleden, dan is mijn verwarring niet het eerste en laatste meer, maar Hij Dan voel ik mij gehouden, gedragen, geborgen, geheeld. Thuis en niet langer ontheemd Thuis in deze verrukkelijke, in deze verschrikkelijke wereld. D Erop uit zegt de dichter, niet thuis blijven. En je merkt aan alles: hij bedoelt niet: zo maar wat rond zwerven, zo van: eens wat aan het boeddhisme ruiken, dan een flirt met de islam oh en ook eens bij de indianen in de leer en dan eens wat aan astrologie doen Nee: doelgericht, als een pelgrim…het beproefde spoor volgen dat velen voor u en mij gegaan zijn naar Jeruzalem naar de tempel…naar de God van Israel die wij ook onze God en vader mogen noemen door de Here Jezus. Ik weet wel dat dat moeilijk voor ons is: wij zijn moderne mensen…we horen van zoveel geloven en godsdiensten en het liefst stellen we een beslissing uit tot we helemaal zeker zijn: We wonen liever samen dan dat we trouwen Zwevende kiezers Nu eens bij deze baas, dan bij die… En moeten we voor het geloof ons dan vastleggen op een bepaalde traditie een spoor…een naam…de God van Israel? Toch beveelt de dichter ons dat aan… Het is de enige manier om tot meer zekerheid te komen om meer en meer vertrouwd te worden God om zijn liefde en kracht in je leven te ontvangen. Abraham en al die andere getuigen van het geloof bleven – bij alle vragen en twijfels die ze ook hadden - op God gericht…. Albert Schweitzer en al die andere grote heiligen uit de geschiedenis konden alleen maar zo sterk in het geloof worden en zo veel voor hun naaste betekenen door bij alle moeite en tegenslag eenvoudig op God gericht te blijven. Welzalig de mensen met in hun hart de wegen naar u. Niet dwaalwegen naar allerlei andere godsdiensten Niet vluchtwegen naar geld en goed en genot maar wegen naar God… Geloven is ook een kwestie van instelling, van volgehouden toewijding van liefhebben met hart en ziel, met heel je verstand en met al je kracht. van doelgericht leven…een pelgrimstocht. E Dat is dan flink gezegd. Maar probeer het maar eens. Wie kan dat: op God gericht te blijven als de moeilijkheden komen? Wat blijft er van je geloof over als je door de diepte moet? Als de zorgen, de vragen, je geen rust gunnen als verdriet en wanhoop je uit de slaap houden? Als je het gevoel hebt dat je gebed niet verder dan het plafond komt? Als je het idee hebt dat je heel graag wilt geloven en er je best voor doet…maar dat er bitter weinig terug komt: geen hulp, geen kracht of hoop? De pelgrims - die in de herfst optrekken naar het loofhuttenfeest - zij kennen deze ervaring van pijn en teleurstelling: de weg naar Jeruzalem was lang en zwaar en de laatste etappe was de zwaarste: een dal begroeid met balsemstruiken: stekelige takken…kleverige bladeren. Maar zij ontdekken hoe God, de levende God het juist dan altijd regenen laat En dat dorre, droge dal wordt tot een oase. gewoon een najaarsregen…maar ook: teken van meer: van Gods hulp. En hoevelen van u hebben niet de ervaring opgedaan dat toen het moeilijk werd door ziekte of zorg er aandacht was van mensen…wijsheid van dokters…zorg van zusters: gewoon menselijk…maar ook: teken van meer: Zij brachten Gods hulp over. En hoevelen van u hebben in zulke dagen toen ook dit bijzondere gemerkt: dat als je je ziekte met God deelt je in je zorgen op God gericht blijft, toegewijd en volhardend als een pelgrim dat er dan een vreemde, onvermoede kracht in je opkwam een kracht die je in staat stelt positief jezelf te blijven…om alles moedig te ondergaan…zonder zelfmedelijden zonder verbitteren…zonder onverschillig te worden…Kracht van God… En toen alles achter de rug was…was je sterker: meer jezelf…meer vervuld van geloof, hoop en liefde… dichter bij het geheim van het leven: meer een beeld en gelijkenis van God dan daarvoor. De kracht van God komt aan het licht in onze zwakheid. In een moeilijke tijd kan een zegen schuil gaan. F Elk jaar weer trokken de pelgrims door het dal van dorheid Hoe vaak zul je in je leven een moeilijke tijd moeten doormaken? Niemand die het weet. Maar elk jaar was er voor de pelgrims die verkwikkende najaarsregen. En iemand op leeftijd vertelde ds. het is maar goed dat ik van te voren niet wist wat er allemaal op mijn weg kwam. Ik zou er niet eens aan begonnen zijn. Maar stapje voor stapje ben ik gegaan. En de kracht die ik daarvoor nodig had Die kreeg ik niet in 1x voor uit Die kreeg ik, elke dag een beetje, elke dag genoeg voor die die Net zoals we bidden : geef ons heden ons dagelijks brood. Soms was het moeilijk, zat ik in de put… verlangend, smachtend, roepend naar God, de levende Maar altijd kwam die kracht terug En die put werd een dal een dal om doorheen te trekken. Wat heb ik veel afgeleerd over mezelf en wilskracht en sterkte Wat heb ik veel bijgeleerd over God, de levende en de kracht die van hem uitgaat. En nu ik aan de laatste etappe ben begonnen weet ik : Hij is bij mij...en met vertrouwen wacht ik af: het graf is geen put, maar een dal een doorgang naar het rijk van God, de levende In de taal van de dichter: Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort en – zegt hij erbij – en verschijnen voor God in Sion. Zij komen aan, die pelgrims, Zij komen thuis, die zoekers naar zin en betekenis. G wij allemaal zo ver komen? Ik weet het niet. Maar zou u dat niet willen dat als eens onze tijd gekomen is we met vertrouwen aan onze laatste etappe beginnen? Gebutst en gedeukt door het leven Maar ook: gerijpt en gelouterd met liefde in het hart tot op het laatst? Dat kan. Je moet er wel wat voor doen: In beweging komen Als een pelgrim God zoeken, Gaan over de gebaande weg van Mozes en de profeten de weg van Jezus toegewijd aan God en met liefde voor de ander. Daar ligt je bestemming daarin vind je God…kracht van de levende daarin word jij je zelf… hoe groot of klein ook: een mens die er toe doet. AMEN | ||
terug | ||