Spiritualisme Spiritualisme
Spiritualisme
In de theologie1 geldt spiritualisme als de tegenhanger van het biblicisme. Waar de biblicist voor de bijbelse verhalen enz. aanneemt dat die letterlijk moeten worden opgevat en zo het Woord van God zijn, meent de spiritualist dat hij geen bemiddeling van een bijbel nodig heeft om het Woord van God te verstaan. De Geest spreekt rechtstreeks tot hem. Vandaar de naam spiritualisme: spiritus2 is Latijn voor geest.

Het geloof aan het rechtstreekse contact met God houdt niet alleen een afwijzing van de bijbel als bemiddelend medium in, maar ook van andere heilige teksten, dogma’s, vaste gebeden, rituelen, geestelijke leiders enz.

Het voordeel van deze afwijzing is duidelijk: men is verlost van de bijbel, dat dikke, moeilijke boek waar je zoveel kanten mee op kunt. Men is ook niet meer afhankelijk van de priesters of predikanten die de bijbel misschien wel verkeerd uitleggen. En ook vrij van de kerkelijke dogma’s en leerstellingen die het geloof tot zo’n theoretische zaak maken, die vooral in het verstand leeft. Spiritualisten willen helemaal vrij zijn om te horen en voelen wat in hun hart en ziel omgaat en daaraan gehoor geven als het naar hun idee van God komt.
Niet dat spiritualisten dan de Bijbel helemaal niet gebruiken. Integendeel. Maar ze lezen die vanuit hun geestelijke inzicht. Hun sleutel is dus niet de kerkelijke uitlegtraditie of het credo. Evenmin zullen ze een zo objectief mogelijke uitleg nastreven mbv de historische kritische of literaire methoden zoals die in de theologie gebruikelijk zijn. Zij weten immers al, waar de Bijbel over gaat. Dat is hun 'geopenbaard'.
Dat is dan ook het grote verschil met de mystici Zij wilden wel binnen de kerkelijke traditie blijven. Zij duidden hun bijzondere ervaringen
dan ook mbv het trinitarische dogma (Vader, Zoon en Geest), de maagd Maria en de bijbelse verhalen. Hun methode daarvoor was de lectio divina: de goddelijke lezing (lectio, meditatio, oratio, contemplatio) zoals die in de kloosterorden gebruikelijk was. Tot hun 'technieken' konden ook vasten, stilte en een eenvoudig leven behoren. De mystieke ervaringen zijn dus niet  onbemiddeld en mystici moesten we dan ook maar niet tot de spiritualisten rekenen.

Geschiedenis
Bekende Spiritualisten zijn David Joris (1501 – 1556), Sebastiaan Franck (1499 – 1542), Hendrik Niclaes (1501 – 1580) en het ‘Huis der Liefde’, Hendrik Jan van Barrefelt (1520 – 1594). Kennelijk konden velen 'het' niet vinden in de Roomse en Reformatorische Kerken. En er waren de geschriften van verschillende mystici die getuigden van buitengewone ervaringen van Gods nabijheid.
De afwijzing van elke vorm van bemiddeling maakte de spiritualisten buitengewoon vatbaar voor het uitgeven van eigen invallen voor een openbaring van Gods woord. Of een droom voor een visioen van God. Dat leidde soms tot extreme opvattingen, autoritair leiderschap, de overtuiging in de eindtijd te leven, en weinig of geen bereidheid het gelijk van de ander te zien3. Het verbaast niet dat spiritualisten veel weerstand vanuit de Lutherse en Calvinistische kerken ondervonden en dat overheden hen als gevaarlijke ketters beschouwden en behandelden: gevangenschap, uitzetting, lijfstraffen en soms ook de doodstraf.

Spiritualisme zal nooit helemaal verdwijnen. Daarvoor is enerzijds de belofte van een rechtstreeks contact met God te verleidelijk; anderzijds leeft het van dat wat geloven soms zo moeilijk maakt: dat God onvindbaar, ver weg lijkt en er van de kerkelijke prediking niet veel uitgaat. Waar de grote kerken moeten oppassen voor fundamentalisme en biblicisme dreigt aan de andere kant van het spectrum - evangelische, charismatische, pinksterachtige kringen - het gevaar van spiritualistische tendenzen.


Beoordeling
De wens naar een onbemiddeld contact met God is begrijpelijk. Wie dat meemaakt – zo is de gedachte – heeft immers geen vragen en twijfels meer. Hij is er uit, voortaan zeker, krachtig, moedig. Het is echter niet wat de bijbel leert over de omgang van de mens met God. Zo’n rechtstreeks contact is er bij hoge uitzondering, en dan altijd van God uit, op een onverwacht moment. Zo Mozes bij brandende braambos, Jakob bij Bethel, Elia op de Horeb enz.

Een mens mag daar wel op hopen en om bidden, maar in de regel is God in het verborgene en toont Hij zich niet zelf, maar zijn er kleine en grote tekenen waarbij de mens zijn weg zoekt. Een bijzondere ontmoeting, een aansprekende tekst uit de bijbel, het dagelijks brood, de geboorte van een kind, de regenboog, iemand met het hart op de goede plek, een dokter die zijn vak verstaat enz. Voor het oog van het geloof zijn dit tekenen die iets be-tekenen. Ze getuigen van Gods nabijheid, hulp en bemoediging.

Om die op te merken, moet men de objectiverende blik opgeven. Want voor een kritische analyserende houding verdwijnt ieder spoor van God als sneeuw voor de zon. Men moet integendeel zich daarvan bekeren en met een gelovig, niet ik-zuchtig hart door het leven gaan. Dan zullen gewone en bijzondere dingen als tekenen van Gods nabijheid overkomen4. Het leven wordt dan een wandelen met God (Henoch), een voortdurend gesprek, waarbij van Gods kant het antwoord gevariëerd kan zijn: een woord, kracht en bemoediging (Ps 138:3), hulp, leiding, geestesgaven, geloof, hoop en liefde. Iemand die zijn spiritualistische neigingen moest overwinnen schreef dit gebed.

Soms verwarrend
Bij het bijbels getuigenis hoort ook dat een mens soms zoeken en (ver)dwalen moet om te vinden (bv de gelijkenis van de verloren zoon) en zelfs dat als de Geest hem leidt, het niet altijd even duidelijk is.
  • Zie hoe Paulus meent dat hij naar Asia in het Westen moet (Hnd 16: 6) en later naar Bithynië in het Noorden (Hnd 16: 7). Maar de Geest verhindert hem dat beide keren. Dan reist Paulus naar Troas in het Noord-Westen. En pas daar krijgt hij een droom die hem duidelijk maakt wat hij moet doen. (Hnd 16: 8vv).
  • Uit het leven van Paulus blijkt ook, dat hijzelf andere boodschappen van de heilige Geest kreeg, dan de gemeenteleden. Zo wil Paulus gedreven door de Geest naar Jeruzalem (Hnd 20: 22v) De gemeenteleden ook al met een beroep op de Geest, raden hem dat ten sterkste af (Hnd 21: 4)
Vanuit spiritualistisch oogpunt is dit zoeken, dwalen, verdwalen, terugkeren en 'zien soms even' onwenselijk en onverteerbaar. Maar er valt niet aan te ontkomen, of we het leuk vinden of niet. Zo heeft God het gemaakt en Hij zag dat het goed was. Daar moeten we het mee doen, en daar kunnen we het mee doen. Het zal ons bewaren voor eigendunk, heerszucht en gedram.


-----
1 Buiten de theologie komt spiritualisme nog voor in de filosofie (als synoniem voor het meer gangbaare idealisme) en in de occculte wereld. Daar heet het ook wel spiritisme.
2 Van hetzelfde woord komen ook spiritualiteit, spiritueel, inspirerend.
3.Vanuit de psychologie en filosofie zouden veel vragen over deze dingen gesteld kunnen worden (projectie, verdringing, opium, belangen) maar zulke kritiek kwam pas vanaf de 19-e eeuw op.
4 Uitvoeriger: zie Sanders
 
terug