2 Sam 6 2 Sam 6
Hoe zal ik U ontvangen, hoe wilt Gij zijn ontmoet?


A       groet,
Kerst is het feest van God op zoek naar mensen
naar een ingang
om bij ons te wonen:
in ons hart
om daar angst, egoïsme, de liefdeloosheid te verdrijven
om van daaruit over ons leven, ons gezin zijn zegen te doen neerdalen
en in steeds wijder kringen: de buurt, het kantoor...
mooier te maken, gelukkiger.
Om "vrede op aarde" te brengen, zoals de engelen zingen in de Kerstnacht
Kómt Hij bij u en mij binnen?
Krijgt het rijk van God voet aan de grond in uw en mijn leven?


David wil dat wel: God dichtbij zich hebben
een gezegend en voorspoedig koning zijn.
En hij neemt zich voor de ark naar Jeruzalem te brengen.
Daarin liggen de 10 Geboden,
de 10 Woorden die Mozes van God kreeg
afspraken die de omgang tussen God en zijn volk regelen.


Dat maakt de ark tot zoiets als de troon van God:
zo is Hij koning: op deze grondwet
De ark: troon en symbool van Gods nabijheid:
Wat ging het goed die jaren in de woestijn:
met de ark in hun midden kwamen ze er door.


Maar : als David de ark naar Jeruzalem laat overbrengen hapert het.
De optocht komt tot stilstand: er valt een dode.
De enthousiaste menigte keert rouwend en teleurgesteld terug.
Het is niet zo gemakkelijk om GOD (!) binnen te halen.
Gevaarlijk...Levensgevaarlijk..
Hoe zal ik u ontvangen, hoe wilt Gij zijn ontmoet.
Geen onschuldige vragen.

Eerst gaat het mis.
Pas de tweede keer gaat het goed
Waarom, waar zit het verschil?



B        De eerste poging ziet er direct al bedenkelijk uit:
met 30.000 jongemannen, soldaten,
gaat David op weg om de ark weer bij de Filistijnen weg te halen.
Ooit was de ark in hun bezit gekomen...
maar nu Israël wat sterker wordt
En een koning heeft en een hoofdstad
Nu denkt David: wat zou het mooi zijn
als mijn hoofdstad voor de 12 stammen niet alleen een regeringscentrum is,
maar ook voor de godsdienst de hoofdstad is.
Want een stad met alleen een paleis en kazernes,
met ministeries en belastingkantoren roept altijd verzet op,
Maar als God er woont in de tempel, daar zetelt op de ark...
dat komt de eenheid ten goede...
daar word ik sterker en machtiger van.

En zo is het plan geboren: de ark moet naar Jeruzalem...
Daar gaat het heen: een militaire expeditie,
de ark op een nieuwe wagen,
een triomfantelijke optocht wordt het:

een parade, de militaire kapel voorop: een schetterende fanfare.


Dit is toch wel heel bedenkelijk: hier gaat David met God aan de haal.
het eigenbelang druipt er van af.
Dit is geen godsdienst en vroomheid, al is het nog zo goed bedoeld,
echte vroomheid is : God in de hoofdrol…
en mensen door God in dienst genomen worden.
Maar hier zijn de rollen omgedraaid
David spant God voor zijn karretje. God als hulpje, God in de bijrol.


Herkennen we dat?
Hoe vaak maken wij dezelfde fout als David?
Welke rol is er voor God weggelegd in uw en mijn leven?
Ja, als we trouwen, of een kind krijgen: dan doen we de kerk aan
En als de dagen donker en guur worden, dan zitten we met kerst in de kerk
En soms nog op een zondag: als het ons zo uitkomt
Maar: wordt het gevaar dan niet heel groot
Dat voor God niet meer overblijft dan de bijrol
God als franje omdat het leven anders zo kaal aanvoelt…


Maar niet: God als de inspiratie, de Geestkracht, de beslissende invloed
Die met je bezig is…die jou vormt…
En doet toenemen in vrede, in liefde,
Zodat hij je kan zegenen.



C       Onderweg gebeurt een ongeluk.
De runderen die de wagen met de ark trekken slaan op hol
glijden uit, de wagen dreigt te kantelen
en Uzza vol goede bedoelingen schiet te hulp
en probeert de kar overeind te houden.
Maar hij raakt zelf tussen de wielen en komt om.
De feestelijke optocht komt tot stilstand.


Sommige uitleggers denken aan een elektrische schok
een bliksem uit de hemel waardoor Uzza werd gedood...
Ik denk dat het een doodgewoon en tragisch ongeluk is geweest.
Maar IN dit ongeluk licht het oordeel van God op over die hele onderneming van David.
De heilige Geest gebruikt het ongeluk
om iets van God te laten zien

Het ongeluk vertelt, het openbaart dat God niet met zich laat sollen.
Het oordeel van God komt aan het licht
Met Uzza sterft een mentaliteit.
De mentaliteit van God halen en voor je eigen plannen gebruiken
God in de bijrol…God als franje.


Is dat iets dat wij herkennen?
Er is zoveel doodsheid in ons leven:

Voelen hoe een samenleving verhardt, verzakelijkt
Ondanks alle gepraat over waarden en normen
Hoe dat ook vat krijgt op onszelf:
Werken, geld verdienen…de grote en kleine zorgen die dat met zich mee brengt
Niet: de grote voldoening…de vrede…maar de onrust, het lege van binnen.
In al die vormen van doodsheid
Zouden we daarin niet hetzelfde oordeel van God kunnen zien?
We raken onder de wielen en verkommeren


En komt dat niet hiervan
Dat wij net als David wel met God en het geloof bezig zijn
Maar eigenlijk voor Hem niet maar dan een bijrol hebben:
Voor af en toe de zondag…de kerstdagen
Rond trouwen en geboorte
En natuurlijk als we in de knel komen, door ziekte of moeilijkheden
Dan weten we hem te vinden
Al met al: God niet meer dan als franje om ons leventje mooier te maken.

Voor die eer bedankt God.
Daarin kan God niet met David meegaan:
Hem zegenen in het verkeerde? Dat is helemaal het verkeerde signaal.



D        Het ongeluk zet David aan het denken: waarom? wat betekent dit?
Hoe zou de ark des Heren dan wel tot mij komen?
David vreest: hij komt onder de indruk van de heiligheid van God,
die zich niet voor een karretje laat spannen.
En die tegelijk aangeeft dat Hij bij de mensen wil wonen...
DAT blijkt overduidelijk als de ark drie maanden bij de dat gezin van Obed-Edom staat.
Over zijn huis daalt Gods zegen neer: het gaat hem goed.
God WIL wel bij de mensen wonen.
Maar: Hij die nabij wil zijn...blijft de verhevene, de Heilige
Hoe zal ik U ! ontvangen? Hoe wilt Gij zijn ontmoet?


Dan horen we hoe David weer op weg gaat om de ark naar Jeruzalem te brengen.
Maar wat een verschil met de eerste onderneming.
Nu gaan David en het volk niet aan de haal met God
zij ONTVANGEN God...zij hebben ontzag voor zijn heiligheid...

God blijft zichzelf...en ze ontvangen hem zoals Hij wil ontvangen worden:
Volgens de voorschriften van Mozes
De ark niet op een wagen er hobbelend achteraan,
maar dragers brengen hem naar Jeruzalem:
door de ringen van de ark lange draagstokken
en die op de schouders van de priesters, die voorop gaan
David en de zijnen volgen.

Ze passen de muziek aan: geen militaire kapel, maar priesterlijk hoorngeschal.

En geheel volgens voorschrift brengen ze een offer:
één bij het vertrek...en één bij de aankomst in Jeruzalem.


Heel dit gebeuren, de optocht, de offers zijn niet er niet om het moeilijk te maken:
Het is geen magie om God te bezweren,
Het zijn rituelen die mensen iets duidelijk maken
ze scherpen iedereen in dat God heilige liefde is...
Wie met Hem aan de haal gaat, brandt zijn vingers.

Heel mooi is wat die priesters uitbeelden
Op hun schouders de draagstokken
De ark dichtbij hun hart en hoofd
Het heeft iets van het grote gebod:
dat we God dienen zullen met al onze kracht: de schouders er onder
en met heel ons hart en verstand

DAT is God ontvangen:
Zo wil Hij zijn ontmoet: deze toewijding
Zo krijgt Christus voet aan de grond: hier van binnen.



E      David brengt de ark naar Jeruzalem...de hoofdstad.
Hoe kan het ook anders:
Als God de BRON van ons leven is,
de ROTS waarop wij mogen bouwen...
dan is er maar één plaats geschikt voor hem: de hoofdstad
het centrum van ons leven: ons hart, ons geweten....
daar wil HIJ wonen.
Want ons hart is het regeringscentrum,
hier vallen de beslissingen over hoe wij leven.
hier huizen de angsten en driften en begeerten.
Die plaats eist God op...het centrum van ons bestaan...
Daar kan God de hoofdrol spelen die Hij wil:
De inspiratie, de geestkracht die je leven vormt
En doet groeien en rijpen


Niet enkel op de hoogtijdagen; ook na de trouwdag.
Niet enkel in ziekte en zorg; ook als je weer beter bent.
Niet enkel met Kerst; ook daarna


De grootste verandering?
Hij bevrijdt mij van mijzelf
Breekt mij open naar de ander.
Mijn egoisme stelt niet langer het DOEL van mijn leven vast:
dat ik groot en sterk en rijk word
Hij stelt het perspectief van mijn leven vast:
dat het mag bijdragen aan het geluk van mensen
aan vrede en recht,
dienstbaar aan de humaniteit.


En begin dan maar gewoon heel dichtbij: thuis
Dat het daar goed is, fijn om te leven.
Dat daar ruimte is voor uw verlegen kind,
dat uw buurvrouw haar verhaal kwijt kan nu haar man bij haar weg is
en dat uw gehandicapte collega op kantoor tot zijn recht komt
Zo komt er in steeds wijder kringen: vrede op aarde


Het is leven in navolging van onze Heer Jezus.
Leven met God als Koning
Leven in het Koninkrijk der Hemelen


F       God wil onze Bondgenoot zijn in de strijd om het ware leven:
Hij wil het ons geven.
Maar zolang onze handen bezig zijn met halen en schrapen
zolang kunnen we het niet aannemen
Zolang ons hart vol is van eigen plannen en de zorgen die daarbij horen
kunnen we Hem niet ontvangen
Daarom is het voor ons rijke, gezonde, blijde en gelukkige mensen
vaak zo moeilijk het koninkrijk Gods binnen te gaan...met God te leven.
Arme, zieken, gehandicapte mensen beseffen vaak beter
dat ze op God en de goedheid en warmte van mensen zijn aangewezen.


Nodig is de overgang die dit verhaal ons vertelt:
die van halen naar ontvangen, keer op keer.
Volgehouden van dag tot dag.


Die keus voor God vraagt inzet en toewijding.
Je moet heel wat in jezelf overwinnen
Misschien zelfs wel een veer voor laten,
en jezelf vernederen, zoals David zijn kroon en koningsmantel aflegt
en als een priester voor de ark uitdanst, uit alle macht.
In de ogen van Mikal, zijn vrouw, is hij bespottelijk.
Maar David is een blij mens...
Hij ontdekt dat wie zichzelf vernedert verhoogd wordt
God wil bij hem wonen...


En die inspiratie, die vormende geestkracht krijgt vat op zijn leven.
En verandert hem ten goede.
Heel het volk daar de vruchten van plukt:
David zegent het volk
en deelt uit aan iedereen brood, vlees en een druivenkoek.


Door God is David tot een zegen voor zijn volk.
Gezegend met Gods nabijheid zullen ook wij tot een zegen zijn.
AMEN.



 
terug