Catharijne Convent

Afb 13 Reliekhouder (rib) van de heilige Laurentius Deventer, laat 15e eeuw Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer
Catharijne Convent

Een bezoek
Het Catharijneconvent is een museum voor religieuze kunst aan de Lange Nieuwstraat 39 in het centrum van Utrecht. Het is gevestigd in een voormalig klooster waarvan de bouw 1468 begon. Het is ook nog eens in gebruik geweest als ziekenhuis. In 1971 kreeg het de functie van museum. De permanente collectie bevat vooral Middeleeuwse kunst (500 - 1.500) en in mindere mate kunst uit de eeuwen daarna. Daarnaast is er een tijdelijke collectie waar bepaalde lijnen uit de Middeleeuwen worden doorgetrokken, zoals nu ‘Fashion for God’ over priesterlijke gewaden uit de RK schuilkerken van de 17-de en 18-de eeuw. Ik bezocht het al eens 1983 en onlangs nog een keer (jan 2024).

Middeleeuwen
De kerkelijke kleding in pastelkleuren en voorzien van buitengewoon fijn geborduurde bloemetjes en andere motieven kon me niet zo boeien, al dwingen de maaksters, de zgn kloppen, respect af voor het geduld dat ze moeten hebben opgebracht om dit te maken. Maar de vele priegelige motieven zijn me te druk en te weeïg is me het zachte roze en licht geel. Ik genoot wel van de permanente collectie van schilderijen, getijden- en gebedenboeken, altaarstukken, heiligenbeelden, misbekers, monstransen, reliekhouders enz. Wat een unieke tijd - die Middeleeuwen. Wat viel me op?

  1. Geen massaproductie: de kunstvoorwerpen zijn met groot vakmanschap gemaakt. Een gebrandschilderd raam vertoont bv heel fijne streepjes. Getijden- en Gebedenboekjes werden vaak prachtig verluchtigd. Wat een tijd en aandacht is daar aan besteed. Het is uit liefde voor God en de kerk gemaakt.


    Afb 14   Breviarium   Museum Catharijneconvent, Utrecht,
    foto Ruben de Heer
     
  2. Het mocht ook wat kosten: vele voorwerpen zijn zelfs zo kostbaar, dat ze in een schatkamer onder kerk of klooster werden bewaard. Zo bv de zilveren hamer van Sint Maarten.
  3. Bijgelovigheid blijkt uit de botjes en andere resten van grote gelovigen Deze zgn relieken (Latijn voor overblijfselen) werden dan in mooie houders bewaard. (zie afbeelding hierboven) Men kende er wonderdadige krachten aan toe.
  4. Men beeldt vooral het kindje Jezus met zijn moeder Maria af. En vaker nog: Jezus lijdend en stervend aan het kruis. Het lijkt wel of het gruwelijke van zijn lijden steeds nadrukkelijker wordt afgebeeld: een doornenkroon, wonden in zijn handen en voeten, de steek van de speer in zijn zijde en overal bloedspatten. De Middeleeuwse Jezus is een ‘man van smarten’. We zijn hier ver af van een Jezus die niet meer is dan een voorbeeld van een goed mens.


    Afb 15    Man van Smarten Museum Catharijneconvent, Utrecht,
    foto Ruben de Heer

     
  5. De dood van Jezus, of beter gezegd: dat hij zichzelf geeft uit trouw aan zijn roeping, is het grote thema van de mis, die wekelijks op het altaar wordt opgedragen. Het altaarstuk - een schilderij, vaak in drie of meer panelen - laat ook al weer het offer van zijn leven zien, om zo de gelovigen te bepalen bij het evangelie. Dat is wel het centrale van het geloof, maar ook een eenzijdigheid van het geloof. De Bijbelse boodschap is breder.
  6. Tal van schilderijen herinneren aan de wederkomst van Christus op de jongste dag en het laatste oordeel. Is dat om de ernst van het leven te benadrukken of gaat het om bangmakerij?
  7. Men beleefde de werkelijkheid voor een belangrijk deel symbolisch. Dwz men zag in allerlei gewone dingen iets van het geloof terug. Een madeliefje (van maagde lief) bijvoorbeeld herinnert aan de maagd Maria, de moeder van Jezus. In de aardse natuur komt iets van de hemelse boven-natuur naar voren.
  8. Heel onschuldig of naïef schildert men de bijbelse verhalen tegen een Hollandse achtergrond van huizen met trapgevels, en zwanen die in de grachten rondzwemmen. Daardoor komen de bijbelse verhalen natuurlijk wel heel dichtbij.
  9. Gelijktijdigheid: op één schilderij kan zowel de arrestatie als het verhoor van Jezus en zijn kruisiging staan. In een film zou je die drie scenes na elkaar laten zien.
  10. De schilderijen hebben niet of nauwelijks perspectief. Ze zijn maw nog niet ontworpen vanuit het oogpunt van de schilder. Er zit geen diepte in.

De Middeleeuwse wereld is een beeld-cultuur. Dat is te begrijpen: de meeste mensen konden niet lezen en waren dus op plaatjes aangewezen. Daarbij komt dat niemand thuis een Bijbel had, al waren er vanaf het midden van de Middeleeuwen wel boeken met vrije navertellingen van bijbelse verhalen in het Nederlands.

Moderne Tijd
Op het einde van de Middeleeuwen komt de al langer sluimerende onvrede van de mensen naar voren. De macht van de geestelijkheid, de Latijnse taal in de liturgie, het dreigen met hel en verdoemenis, de bangmakerij met duivel en demonen, de aflaat-handel enz leidde al eerder tot protestbewegingen (bv Moderne Devotie), maar zet nu steviger door.

  1. De Reformatie begint (1517, Luther; Calvijn vanaf 1533) met de nadruk op persoonlijk geloof.
  2. De eerste Nederlandse vertaling van de volledige bijbel verschijnt 1526 (de Liesveldt-Bijbel). Daarin lezen mensen dat de bijbelse boodschap veel breder is dan Jezus' lijden en sterven.
  3. In 1566 is er een eerste beeldenstorm, er zouden er nog meer volgen.

De Moderne Tijd is aangebroken. De filosoof Rene Descartes brengt (1637) de nieuwe kritische instelling onder woorden met de formule ‘cogito ergo sum’ (Latijn voor ‘ik denk, dus ik ben). Voortaan bekijkt en beoordeelt de mens de dingen, ook de bijbel en zijn geloof vanuit zichzelf. Het gaat erom hoe ik het zie en beleef. Ik moet de dingen voor eigen rekening kunnen nemen. Iets of iemand anders kan me niet echte zekerheid geven. Het gezag van de traditie valt weg. De omslag naar 'mijn gezichtspunt' (subjectiviteit) zien we ook terug in de schilderkunst: na de Middeleeuwen komt er perspectief, diepte in de afbeeldingen.

Waardering
Achter die ontwikkeling van toenemende subjectiviteit kunnen we niet terug. Dat moeten we ook niet willen. Maar iets meer van de naïeve middeleeuwse instelling zou ons zeker goed doen. De spontane gevoelsmatige kant van ons mens-zijn blijft tegenwoordig behoorlijk achter bij de verstandelijke ontwikkeling die we in de vele jaren op school doormaken. Om te geloven moet je het kritisch - rationele op z'n tijd ook kunnen los laten om te luisteren naar je gevoel.
Dat is niet zo vreemd als het lijkt. Wil je van vriendschap, liefde, een goed boek, mooie muziek enz kunnen genieten, dan doe je dat ook: voorrang geven aan je beleving en letten op je spontane, eerste indruk. Dan zullen we tot de ontdekking komen, dat de werkelijkheid niet alleen maar uit stofjes, (eiwitten, hormonen) en energie (prikkels) bestaat zoals het materialisme ons wil wijs maken. Ze is veel ruimer en dieper: er is een geestelijke wereld die we alleen maar tot onze schade links laten liggen.
 

terug