Ikzelf Nieuw Ikzelf Nieuw

Oude mens
Als mensen zijn we de weg kwijt. De bijbel vertelt dat op beeldende wijze in Gen 2 en 3: het klassieke verhaal van Adam en Eva in de hof van Eden. Adam betekent mens of mensheid, Eva (moeder van alle) levenden en Eden overvloed of sieraad. Een hele mooie tuin dus, ook wel eens paradijs genoemd. De tuin staat vol bomen die er prachtig uitzien en heerlijke vruchten voortbrengen. En twee bijzondere bomen:

  • De boom des levens: zolang je daarbij kunt en ervan eet, zul je niet sterven.
  • De boom van kennis van goed en kwaad: wie daarvan eet, zal net als God kennis hebben van goed en kwaad.

Maar juist dat verbod maakt die kennisboom zo interessant: zelf uitmaken wat je goed en kwaad vindt, je niet laten gezeggen door God, maar onafhankelijk, autonoom zijn! De verleiding is gewekt en Adam en Eva nemen van de vrucht. Zo gaat hun onschuld verloren. Ze schamen zich voor elkaar omdat ze naakt zijn. En als God in de hof wandelt, worden ze bang en verstoppen zich voor hem. Ze zijn vervreemd geraakt van God en van elkaar en van het goede leven, want uiteindelijk moeten ze de hof verlaten en is de boom des levens onbereikbaar geworden. Voortaan is sterven een probleem voor de mens. En gaat het van kwaad tot erger: het eerstvolgende verhaal is dat over de kinderen van Adam en Eva: Kaïn die zijn broer Abel doodslaat.

Bijbelse mensbeeld
We zijn blijkbaar niet als robotten geprogrammeerd. We hebben de vrijheid om Gods aanwijzingen (geboden en verboden) in de wind te slaan en andere keuzes te maken. Dat is uitdrukkelijk niet de bedoeling, maar wel een reële mogelijkheid. In de praktijk kiest ieder mens (Adam) voor deze optie, die in bijbelse taal ‘zonde’ heet. Het lukt niet om niet te zondigen. Dat is erg, want daardoor lopen we onze bestemming mis. We zijn als een afgeschoten pijl die zijn doel mist. Dat merken we bij onszelf aan:

  • Onvrede om wat er van ons leven terecht komt: het lijkt zo zinloos: is dit alles?
  • Als de schrik ons om het hart slaat als we bedenken dat we sterven moeten.
  • Als we ons schuldig voelen om hoe we met elkaar omgaan en van de schepping een puinhoop maken.

Uit zulke dingen blijkt dat we niet meer met God verbonden zijn, de royale onuitputtelijke bron van geloof, hoop en liefde. We zijn in de greep van de angst gekomen. We voelen zinloosheid, dood en schuld.

Uit reactie hebben we allerlei machten (goden) in het leven geroepen waarbij we ons leven en geluk zoeken. Rijkdom en bezit moeten ons leven garanderen en de dood doen vergeten. Amusement zal ons afleiden van de zinloosheid. Door een heel goed gedrag menen we van het schuldgevoel af te komen. Zo proberen we onze angst te overwinnen. Maar het is allemaal surrogaat. De goden kunnen onze angst niet echt wegnemen. Daarvoor moeten we bij God zijn. Maar hoe zal hij dat doen met mensen die hij een vrije wil gegeven heeft? Dwang past daar niet bij. Onze vrijheid moet hij respecteren, anders zijn wij geen mensen meer. Hij doet het door in Jezus zijn grenzeloze liefde voor mensen te bewijzen. Zo probeert hij ons voor zich in te nemen. Wie geloven geven zich vrijwillig gewonnen.

Nieuwe mens
Wie het evangelie gelooft en zich weer met God verbonden weet, is daarom in vele opzichten een nieuw mens. Het nieuwe, ware leven komt op gang en wekt vrede en vreugde en vrijheid. Wie gelooft wil niet meer terug naar het on-leven van eerst. Hij heeft de goden niet meer nodig om zijn angst te bezweren. Het verkeerde is niet aantrekkelijk meer. God is de bron van vertrouwen geworden. Dit is een zo grote verandering dat Jezus van spreekt van ‘opnieuw geboren worden’ (Joh 3: 1-7). Paulus noemt het een sterven en een opstaan. De oude mens is met Christus gekruisigd, de nieuwe mens is met Christus opgewekt. De eerste christenen die zich destijds door onderdompeling lieten dopen, hebben dat afwassen van zonden en verdrinken van de oude mens, en het weer boven komen uit het water en opstaan tot een nieuw leven heel intens ervaren. (Rom 6)

Geen zonde meer?
Als christen ben je niet opeens ongevoelig voor zonde. Je bent nog steeds de mens die een vrije wil heeft en keuzes moet maken. En de wereld waarin je leeft is ook nog steeds dezelfde. Ga in het welvarende Nederland maar eens goed om met alles wat leuk en mooi en lekker is, zonder er aan verslingerd te raken. Zelfbeheersing is dan een hele opgave. En natuurlijk zullen er ook tegenslagen en verdrietigheden zijn. Die kunnen je geloof behoorlijk op de proef stellen. En je ondergaat nog steeds 24 uur per dag en 7 dagen van de week de invloed van wat ‘men’ vindt en doet: de tijdgeest. Hou die maar eens buiten de deur!
Daarom is een christen niet zo nieuw als hij wel zou willen. Het is veel meer iets van elke dag opnieuw beginnen, en van leren van je fouten. Een levenslang groeiproces waarbij Gods Geest je steunt en voedt zoals de wijnstok de wijnranken (Joh 15: 1-8). Zo kom je vooruit en dichter bij je bestemming: de nieuwe mens die God al in je ziet.

Resultaat is wel belangrijk, maar het telt niet
Als je gelooft moet je daar trouwens niet al te krampachtig mee omgaan door voortdurend op jezelf te letten en de maat te nemen. Dan val je jezelf altijd tegen. Je mag jezelf juist zien als iemand die ondanks alles door God gekend en geliefd is. In die ontspanning mag je leven en zul je vast ook tot bloei komen en vrucht dragen. Maar je wordt niet afgerekend op het resultaat. Er is niet een bepaald niveau van heiligheid dat je moet zien te bereiken. Dat is echt een verkeerd idee, want het ontkent dat er een relatie van liefde bestaat tussen God en jou. Het neemt ten onrechte aan dat er een zakelijk contract is met rechten en plichten en dat er op een dag afgerekend moet worden.

Wat je aandacht geeft, groeit
Ondertussen staan er in het Nieuwe Testament vele waarschuwingen tegen de zonde en aansporingen tot het goede. En die moeten we heel serieus nemen. Want het verkeerde laat de oude mens in je groeien en brengt je gemakkelijk weer onder de invloed van de altijd aanwezige goden en machten. Maar wie het goede doet, zal merken dat hij met God verbonden blijft en groeit in vertrouwen, in liefde voor alle mensen en in hoop voor de toekomst. “Wie in de liefde blijft, blijft in God en God in hem”(I Joh 4: 16).
 

terug