De Schepping De Schepping
Wereldbeeld
De belangrijkste teksten over de schepping uit het Oude Testament zijn > Gen 1, > Gen 2, > Ps 8, > Ps 19, > Ps 104, > Jes 40, > Job 38-42, > Spr 8. Deze teksten getuigen van een 'wereldbeeld' waarmee gelovige Joden, Jezus en de eerste christenen rond het begin van de jaartelling leefden. Onder wereldbeeld verstaan we een aantal samenhangende ideeën over de alledaagse werkelijkheid die breed werden gedeeld.

De Israelieten destijds stelden de aarde als een platte, ronde schijf voor, aan alle kanten omgeven door water (Gen 1) Ook onder en boven de aarde is water. Als er geen koepel - de sterrenhemel met de zon en de maan - boven de aarde was, zou de hele wereld onder water staan. De aarde staat in het midden, de zon draait er om heen. Op de aarde groeien planten en bomen, leven de dieren en de mensen. Dat behoorde allemaal tot de werkelijkheid die God geschapen of gemaakt had.
Dat wereldbeeld is door de moderne natuurwetenschappen weliswaar achterhaald, maar het blijft een model waarmee wij in de 21-ste eeuw nog steeds heel goed onze levenservaringen (vreugde, verdriet, zorgen, hoop en wanhoop) kunnen verbinden. Veel beter dan met het model dat de natuurkunde ons aan de hand doet. Dat is alleen geschikt om wetenschappelijke ervaringen mee te duiden. Dit tradtitioneel-bijbelse wereldbeeld heeft de volgende aspecten die nog steeds actueel zijn.

Bedreigd bestaan
Het bestaan van de aarde, de levende natuur en de mensen is principieel goed. Het is immers schepping van Jahweh, Israels God. Maar diezelfde schepping is dus aan alle kanten en voortdurend bedreigd door het water, symbool voor het chaotische en de doodsmachten. En soms blijven die doodsmachten niet op veilige afstand. Dan moeten we denken aan het natuurgeweld van aardbevingen, tsunami's, sprinkhanenplagen enz, Dat is met het bestaan van deze wereld gegeven. Daar horen ook akelige ziektes, handicaps, aftakeling en dood bij: dat overkomt je nu eenmaal als mens, dat heb je maar te ondergaan. Het valt met geen mogelijkheid te ontlopen, of je nu arm bent of rijk. Midden in het leven zijn we door de dood omvangen (Luther). Een antwoord op de vraag naar het hoe en waarom van dit inherente natuurgeweld valt niet te geven. In de bijbel vinden we wel enige aanzetten, maar geen afgeronde, sluitende verklaring. De dreiging van chaos en ondergang is veeleer een nuchtere constatering en het praktische uitgangspunt voor geloof en handelen.

Het leven is goed
Ook al is het leven omsingeld door de macht van de dood in zijn vele vormen, toch is het leven goed. Dat weten we heel diep van binnen en we worden daar op vele manieren in bevestigd. De zon die elke dag opkomt, het eten en drinken dat zo goed smaakt, de liefde die we voor elkaar voelen en nog veel meer dingen maken ons duidelijk dat we niet in een sadistisch universum leven. Daarom geven we het leven niet zomaar op. Als we ziek zijn doen we ons best weer beter te worden. Als door ouderdom het speelveld kleiner wordt, blijken we binnen de nauwere grenzen toch te kunnen genieten. Familie, vrienden die op bezoek komen, een geranium op de vensterbank of de meesjes in de tuin doen ons goed.
Het licht is zoet en het is aangenaam voor de ogen de zon te zien. (Pred 11: 7)

Met elkaar
We zijn geroepen om er met elkaar het beste van te maken: lief en leed te delen. Niet leven ten koste van de ander, maar zo leven dat hij tot zijn recht komt. De tien geboden en andere richtlijnen in de bijbel wijzen daarvoor de weg. Waar we ons daar aan houden, is zegen te verwachten - al moeten we er soms hard voor werken en lang op wachten. Wanneer we die raad in de wind slaan, dreigt opnieuw het onheil. Nu niet in vorm van het natuurgeweld dat met de schepping gegeven is, maar als ellende die we over onszelf afroepen en die we elkaar aandoen. De armoede van velen is het gevolg van de onverzadigbare hebzucht van enkelingen. Oorlog het gevolg van machtshonger van regeringsleiders die hun volk met leugens misleiden. Onderdrukking van minderheden het gevolg van domme vooroordelen. Oneerlijke rechtspraak het gevolg van corruptie. Eenzaamheid het gevolg van niet naar elkaar omzien. Klimaatproblemen het gevolg van overconsumptie. Dat is allemaal niet Gods schepping, maar mensenwerk. De schepping is goed genoeg om voor alle mensen eten en drinken voort te brengen en ieder een plekje onder de zon te bieden.


En God?
Tot op zekere hoogte doet God niets aan het geweld dat zijn schepping bedreigt en evenmin aan de ellende die mensen elkaar aan doen. Hij staat daarboven en laat het allemaal gebeuren. Maar Hij is daarin niet neutraal, alsof het Hem niets kan schelen wat wij ervan maken en wat er van zijn schepping terecht komt. Hij heeft een duidelijke voorkeur voor het leven van planten en dieren, voor mensen die in vrede samen leven. Mozes en de profeten hebben dat gevoeld. Mozes vatte die stem van God samen in de tien geboden. Profeten als Jesaja waarschuwden als het volk de weg naar het onheil dreigt in te slaan. Later, als het volk over zichzelf de ellende van de ballingschap heeft afgeroepen, bemoedigt een tweede Jesaja dat op Gods tijd er weer toekomst en leven zal zijn. Zo doet God voortdurend een appèl op mensen. Hij herprogrammeert ons niet tot robotten die alleen nog maar lief en aardig kunnen doen. Hij respecteert onze vrijheid en spreekt ons aan op onze verantwoordelijkheid.
Wat Mozes en de profeten van God lieten horen, dat heeft Jezus op een ultieme manier voorgeleefd en uitgelegd. Door Hem is het zonneklaar wat God wil: dat zijn schepping terecht komt, dat er vrede op aarde zal zijn. Niet voor zichzelf leefde hij, maar om mensen te helpen, tot eer van God.


Erbij
Al in het OT hebben mensen gezien hoezeer God te vertrouwen is. Daarom zegt bv David in Ps 23 'De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets'. Daarmee bedoelt David niet dat hij eten, drinken, kleding enz in overvloed heeft. Ook niet dat God in al die dingen zal voorzien als David daaraan te kort krijgt. Maar dat zelfs als de problemen van honger en gebrek aanhouden en de levensweg onverhoopt door een dal van diepe duisternis (Ps 23: 4) voert, toch deze zekerheid blijft: God is liefde, trouwe liefde, vergevende liefde, overwinnende liefde. Meer heeft hij niet nodig. Met minder kan hij niet toe.Wie dat tot zich door laat dringen en gelooft, voelt soms iets van een hart dat in het verborgene voor hem of haar klopt. Alsof God vlakbij is en zijn naam Jahweh (Ik ben erbij) waar maakt. Paulus bedoelt hetzelfde als hij schrijft dat niets ons kan scheiden van de liefde van God/Christus (Rom 8:31-39).
Het is deze nabijheid waardoor wij in deze wereld, bedreigd door chaos en dood en bedreigd door het geweld dat we elkaar aandoen, toch met goede moed, met geloof, hoop en liefde kunnen leven. Midden in de dood zijn wij in het leven, want Eén breekt het brood om met ons te leven midden in de dood (Lied 566:1)

Nieuwe Testament
In het NT ondergaat dit wereldbeeld geen grote veranderingen, behalve op de volgende punten:
  • Het lijden van mensen wordt verbreed tot een lijden van de hele schepping (> Rom 8). 
  • Christus wordt gezien als scheppingsmiddelaar (> Joh 1, > Kol 1, > Ef 1).
  • De verwachting van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (> Opb 21)
De betekenis van Jezus leidt kennelijk tot een nieuwe visie op begin en einde van de werkelijkheid.
terug